Op pad met agenten: 'Mama denkt dat papa haar komt vermoorden'
'Blijft u achter ons staan als wij naar binnen lopen?' Ruim 10 jaar geleden kreeg ik dit te horen van twee agenten die mij assisteerden bij een uithuisplaatsing van een kind. Moeder was onberekenbaar en had zich eerder agressief geuit naar de hulpverlening. Met een enorme kalmte kregen de agenten een woedende moeder rustig, waardoor ik mij kon richten op het kind.
10 jaar later ben ik de kersverse bondssecretaris van de grootste politiebond en mag ik een avond meedraaien met agenten Coen en Jeanine in Rotterdam Charlois. Want je mag dan wel van de bond zijn, je kan pas echt je leden vertegenwoordigen als je weet wat er speelt. Coen en Jeanine hijsen mij in een kogelwerend vest en geven mij een politiejack. 'Je mag met alles mee, maar je voelt zelf wel aan wanneer je beter in de auto kan blijven of je jack uit kan doen,' zo geven ze aan. Niet onterecht, het aantal geweldsincidenten ligt hoog.
Een backpack vol verhalen
De wijk Charlois is divers, het bruist. Mensen (en kinderen) zijn tot laat op straat en uit de huizen komt de geur van de meest geweldige gerechten je tegemoet. Dat is wat mij opvalt, maar Coen en Jeanine kijken anders. Achter vele deuren blijkt een verhaal te zitten. Het huis waarin ze een drugsbende hebben opgerold, maar waar ze ook verwaarloosde kinderen aantroffen. De voordeur waarachter Coen het levenloze baby’tje probeerde te reanimeren die door de vader bleek te zijn omgebracht, de deur waar Jeanine een tweejarig meisje van haar dode moeder haalde nadat het meisje haar moeder warm wilde houden. De kelder waar ze een groepsverkrachting wisten te stoppen, de voordeur van de oude vrouw wiens huis ontruimd moest worden omdat ze bestolen was door haar dochter. Deze dienders hebben geen rugzakje, maar een backpack vol verhalen. Wat maakt hun werk dan zo mooi? 'Het is fijn als je bijvoorbeeld een bedankje krijgt op straat omdat je mensen de weg hebt gewezen,' vertelt Jeanine. Dat ze onder andere iemand het leven heeft gered bij een reanimatie, hoor ik pas later.
Een rustige nacht op piepende banden
Coen en Jeanine vinden het maar een rustige nacht. Ik heb alleen maar het gevoel dat ik met piepende banden en blauw licht meegereden heb. Het aantal dode mensen dat ze gezien hebben weten ze niet meer. Snap ik, die dag heb ook ik meegereden met twee reanimatiemeldingen. Bij één melding was het overduidelijk; ik stap mee naar binnen en zie twee mannen op hun knieën hard werken voor een man. Ik kijk van de man op de vloer naar de agenten eromheen. We weten allemaal, de man is er eigenlijk niet meer. Maar opgeven doen ze niet.
Bij een pauzestop op het bureau treffen we een zuchtende collega aan. Zijn maatje brengt dan net een man naar binnen die klaagt over beestjes over zijn hele lichaam en spoken in de politiewagen. De zuchtende collega heeft stapels papier voor zich en werkt die door. Als ik vraag wat er aan de hand is, vertelt hij hoe de man net zwaaiend met zijn armen op een druk kruispunt stond. Hij is duidelijk verward en niet aanspreekbaar, maar ze kunnen hem niet vasthouden. GGZ is te druk om deze man te beoordelen. Het is dat deze man veel feiten op zijn naam heeft staan zodat ze hem, in veiligheid, even kunnen insluiten in afwachting op de GGZ. Want een verblijfadres heeft deze man niet. En dat is niet de eerste keer. 'GGZ is veel te druk,' leggen de collega’s uit. 'En op het moment dat ze komen is de persoon vaak niet gek genoeg of er is geen plek. Mogen wij iemand een uur later wederom van straat plukken…. of het spoor,' verzucht één van de agenten.
Later die avond komt plots de melding dat er vanuit een rode auto met een automatisch vuurwapen zou worden geschoten. Iedereen rukt uit en zo ook wij. Maar niet voordat we een extra kogelwerend vest over ons standaardvest hebben aangetrokken. Deze dikke vesten zijn loodzwaar, maar houden wel zwaardere munitie tegen, is de uitleg. En hoewel ik twee kogelwerende vesten aan heb, heb ik mij nog nooit zo naakt gevoeld. Je hoofd voelt ineens een wandelende schietschijf. De melding bleek vals alarm, maar niets wordt aan het lot overgelaten. De wijk wordt grondig uitgekamd.
'Heb je ook mooie knuffels?'
Hoe heftig het dragen van de twee kogelwerende vesten ook was, het is niet wat we het meest bijbleef van de avond. Er komt een nieuwe melding binnen; huiselijk geweld. Een agressieve man heeft zijn vrouw geslagen en bedreigd met de dood. Daar aangekomen zie ik een Pools sprekende vrouw die trilt van top tot teen en niet meer kan stoppen met huilen. Naast haar staan twee kinderen van 6 en 9. Mijn hart breekt wanneer de man wordt afgevoerd en de jongste plots heel hard met haar moeder mee moet huilen. Het is net alsof ik weer 10 jaar terug in de tijd word geworpen. Jeanine en Coen proberen informatie te krijgen van de moeder, regelen de aangifte en krijgen haar zelfs kalm. Ik zak door mijn knieën en vraag de kleinste 'Heb je ook mooie knuffels die we kunnen inpakken?' Er verschijnt een kleine opluchting in haar ogen en samen pakken we de mooiste knuffels, speldjes met glitters en een boek van Anna en Elsa.
Hoewel de oudste zo wijs en rustig lijkt, zal ik de paniek in haar ogen niet snel vergeten. 'Alstublieft, maak mijn moeder nu rustig,' zegt ze. 'Ze denkt dat papa haar komt vermoorden.' Mijn Pools is niet al te best, maar met wat thee voor moeders komen we ook al een heel eind. Ik zou de 9-jarige wijze dame zo graag zeggen dat het goedkomt, maar ik houd mijn mond want eigenlijk kan ik dat niet. Die avond weet Jeanine de moeder zo ver te krijgen om aangifte te doen. Hoe Jeanine dat gedaan heeft, weet ik niet want de moeder wilde eigenlijk weer gewoon naar huis. We hopen maar dat Veilig Thuis snel kan inspringen. Hoe dit verder afloopt weten we niet.
Wanneer ik 12 uur later weer thuis ben, is het al bijna zondagochtend. Ik kan niet wachten om mijn kleine jongen veilig in zijn bedje te zien liggen. Het blijft door mijn hoofd zingen: het zinnetje van 10 jaar geleden. 'Blijft u achter ons staan als wij naar binnen gaan?' Coen en Jeanine, niet alleen mijn schild deze avond, maar het schild van de hele samenleving. Daar moeten we zuinig op zijn!