Vroegpensioen (RVU)

Een Regeling vervroegd uittreden of RVU is een afsprakenpakket over een maandelijks bedrag dat fysiek en/of mentaal versleten werknemers van hun werkgever kunnen krijgen om het financieel (mede) mogelijk te maken dat ze een paar jaar eerder kunnen stoppen met werken dan op hun AOW-gerechtigde leeftijd. Vaak is een RVU-uitkering daarvoor niet genoeg en moet ook een voorschotje op het ouderdomspensioen worden aangevraagd.

Snel naar

De financiële ruimte die werkgevers en werknemers hebben om RVU-afspraken te maken is door de overheid wettelijk afgebakend en aan voorwaarden verbonden. De laatste keer dat daarover een landelijk akkoord werd gesloten tussen de overheid, de werkgevers en de vakbeweging was in 2024.  

De politiesector heeft sinds 2020 twee tijdelijke RVU’s gekend. In de politie-cao 2025/2027 hebben de werkgever en de bonden voor de derde keer tijdelijke afspraken gemaakt op dat gebied. Nu over de rechten van collega’s met als geboortejaar 1962, 1963, 1964 en het eerste kwartaal van 1965. Voor elk van deze geboortejaren en -kwartalen gelden andere aanspraken.

RVU-aanspraak

Geboortejaar 1962

Politiemedewerkers uit 1962 hebben aanspraak op RVU-uitkeringen van de werkgever als ze op hun ontslagdatum (gebruikmaken van een RVU betekent officieel ontslag nemen) minstens 35 politiedienstjaren op hun naam hebben staan, waarvan 25 zware jaren. 

Dienstjaren
Voor zij-instromers met het geboortejaar 1962 vallen onder de 35 politiedienstjaren ook gewerkte jaren als algemeen of buitengewoon opsporingsambtenaar bij de Marechaussee, FIOD en Douane. Voor collega’s uit 1962 die in 2000 zijn overgestapt van de NS naar de politie tellen hun eerdere jaren bij de spoorwegpolitie mee als politiedienstjaren.

Zware jaren
Welke dienstjaren gelden voor de jaargang 1962 als zware jaren? Dat zijn

  • Gewerkte jaren in een functie binnen het LFNP-domein Uitvoering of een of meer erkende voorlopers van deze functies.
  • Gewerkte jaren in een ondersteunende of leidinggevende functie met een ooit daaraan toegekende executieve status. 

Uitkeringsjaren
Collega’s uit 1962 bereiken hun AOW-gerechtigde leeftijd (67 jaar en drie maanden) tussen 1 april 2029 en 1 april 2030. Voldoen ze qua dienstjaren aan de voorwaarden, dan hebben ze vanaf 64 jaar en drie maanden aanspraak op een RVU-uitkering van de werkgever. In de politie-RVU is namelijk de wettelijk bepaalde maximale RVU-termijn overgenomen en die is drie jaar voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Voor collega’s uit januari 1962 is de eerste maand waarin ze van het korps een RVU-uitkering kunnen ontvangen dus april 2026. 

Uitkeringsbedragen
Voor RVU-rechthebbenden uit 1962 is een totaalbedrag beschikbaar van 24 x de maandelijkse bruto AOW-uitkering (€ 2.273 in 2025). Dat totaalbedrag kun je desgewenst in maximaal 36 maandelijkse porties laten uitbetalen als je besluit de maximaal mogelijke drie jaar eerder met werken te stoppen. Maak je twee jaar voor je AOW-gerechtigde leeftijd gebruik van de RVU, dan krijg je 24 x de maandelijkse bruto AOW-uitkering. Ga je later met RVU, dan neemt je uitkering niet toe. Ook dan krijg je maandelijks hooguit het bruto AOW-bedrag.

RVU-aanspraak

Geboortejaar 1963

Politiemedewerkers uit 1963 hebben aanspraak op RVU-uitkeringen van de werkgever als ze op hun ontslagdatum (gebruikmaken van een RVU betekent officieel ontslag nemen) minstens 35 politiedienstjaren op hun naam hebben staan, waarvan 27 zware jaren. 

Dienstjaren
Voor zij-instromers met het geboortejaar 1963 vallen onder de 35 politiedienstjaren ook gewerkte jaren als algemeen of buitengewoon opsporingsambtenaar bij de FIOD en Douane. Voor collega’s uit 1963 die ooit zijn overgestapt van de NS naar de politie tellen hun eerdere jaren bij de spoorwegpolitie mee als politiedienstjaren.

Voor zij-instromers met het geboortejaar 1963 kunnen gewerkte jaren in andere zware beroepen met een RVU (defensie, marechaussee, de bouw) meetellen voor de 35 politiedienstjaren en de 27 zware jaren. Voorwaarde daarvoor is dat deze collega’s na hun zij-instroom minstens 25 jaar bij de politie hebben gewerkt. 

Zware jaren
Welke dienstjaren gelden voor de jaargang 1963 als zware jaren? Dat zijn 

  • Gewerkte jaren in een functie binnen het LFNP-domein Uitvoering of een of meer erkende voorlopers van deze functies.
  • Gewerkte jaren in andere zware beroepen met een RVU (defensie, marechaussee, de bouw). Voorwaarde is dat na de zij-instroom minstens 25 jaar bij de politie is gewerkt.

De vereiste 27 zware jaren moeten binnen de periode van 35 jaar voorafgaand aan het RVU-ontslag liggen. Met andere woorden: het mag hooguit acht jaar geleden zijn dat collega’s met het geboortejaar 1963 voor het laatst een functie binnen het LFNP-domein Uitvoering hebben vervuld. Doen ze al langer dan acht jaar ander werk, dan komen ze niet (meer) in aanmerking voor RVU-uitkeringen.

Uitkeringsjaren
Collega’s uit 1963 bereiken hun AOW-gerechtigde leeftijd (67 jaar en drie maanden) tussen 1 april 2030 en 1 april 2031. Voldoen ze qua dienstjaren aan de voorwaarden, dan hebben ze vanaf 64 jaar en drie maanden aanspraak op een RVU-uitkering van de werkgever. In de politie-RVU is namelijk de wettelijk bepaalde maximale RVU-termijn overgenomen en die is drie jaar voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Voor collega’s uit januari 1963 is de eerste maand waarin ze van het korps een RVU-uitkering kunnen ontvangen dus april 2027.

Uitkeringsbedragen
Voor RVU-rechthebbenden uit 1963 is een totaalbedrag beschikbaar van 24 x de maandelijkse bruto AOW-uitkering (€ 2.273 in 2025). Dat totaalbedrag kun je desgewenst in maximaal 36 maandelijkse porties laten uitbetalen als je besluit de maximaal mogelijke drie jaar eerder met werken te stoppen. Maak je twee jaar voor je AOW-gerechtigde leeftijd gebruik van de RVU, dan krijg je 24 x de maandelijkse bruto AOW-uitkering. Ga je later met RVU, dan neemt je uitkering niet toe. Ook dan krijg je maandelijks hooguit het bruto AOW-bedrag.

RVU-aanspraak

Geboortejaar 1964

Politiemedewerkers uit 1964 hebben aanspraak op RVU-uitkeringen van de werkgever als ze op hun ontslagdatum (gebruikmaken van een RVU betekent officieel ontslag nemen) minstens 35 politiedienstjaren op hun naam hebben staan, waarvan 28 zware jaren. 

Dienstjaren
Voor zij-instromers met het geboortejaar 1964 vallen onder de 35 politiedienstjaren ook gewerkte jaren als algemeen of buitengewoon opsporingsambtenaar bij de FIOD en Douane. Voor collega’s uit 1964 die ooit zijn overgestapt van de NS naar de politie tellen hun eerdere jaren bij de spoorwegpolitie mee als politiedienstjaren.

Voor zij-instromers met het geboortejaar 1964 kunnen gewerkte jaren in andere zware beroepen met een RVU (defensie, marechaussee, de bouw) meetellen voor de 35 politiedienstjaren en de 27 zware jaren. Voorwaarde daarvoor is dat deze collega’s na hun zij-instroom minstens 25 jaar bij de politie hebben gewerkt. 

Zware jaren
Welke dienstjaren gelden voor de jaargang 1964 als zware jaren? Dat zijn

  • Gewerkte jaren in een functie binnen het LFNP-domein Uitvoering of een of meer erkende voorlopers van deze functies.
  • Gewerkte jaren in andere zware beroepen met een RVU (defensie, marechaussee, de bouw). Voorwaarde is dat na de zij-instroom minstens 25 jaar bij de politie is gewerkt.

De vereiste 28 zware jaren moeten binnen de periode van 35 jaar voorafgaand aan het RVU-ontslag liggen. Met andere woorden: het mag hooguit zeven jaar geleden zijn dat collega’s met het geboortejaar 1964 voor het laatst een functie in het LFNP-domein Uitvoering hebben vervuld. Doen ze al langer dan zeven jaar ander werk, dan komen ze niet (meer) in aanmerking voor RVU-uitkeringen.

Uitkeringsjaren
Collega’s uit 1964 bereiken hun AOW-gerechtigde leeftijd (67 jaar en drie maanden) tussen 1 april 2031 en 1 april 2032. Voldoen ze qua dienstjaren aan de voorwaarden, dan hebben ze vanaf 64 jaar en drie maanden aanspraak op een RVU-uitkering van de werkgever. In de politie-RVU is namelijk de wettelijk bepaalde maximale RVU-termijn overgenomen en die is drie jaar voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Voor collega’s uit januari 1964 is de eerste maand waarin ze van het korps een RVU-uitkering kunnen ontvangen dus april 2028.

Uitkeringsbedragen
Voor RVU-rechthebbenden uit 1964 is een totaalbedrag beschikbaar van 24 x de maandelijkse bruto AOW-uitkering (€ 2.273 in 2025). Dat totaalbedrag kun je desgewenst in maximaal 36 maandelijkse porties laten uitbetalen als je besluit de maximaal mogelijke drie jaar eerder met werken te stoppen. Maak je twee jaar voor je AOW-gerechtigde leeftijd gebruik van de RVU, dan krijg je 24 x de maandelijkse bruto AOW-uitkering. Ga je later met RVU, dan neemt je uitkering niet toe. Ook dan krijg je maandelijks hooguit het bruto AOW-bedrag.

RVU-aanspraak

Geboortejaar 1965 (1e kwartaal)

Politiemedewerkers uit het eerste kwartaal van 1965 hebben aanspraak op RVU-uitkeringen van de werkgever als ze op hun ontslagdatum (gebruikmaken van een RVU betekent officieel ontslag nemen) minstens 35 politiedienstjaren op hun naam hebben staan, waarvan 30 zware jaren. 

Dienstjaren
Voor zij-instromers die geboren zijn in het eerste kwartaal van 1965 vallen onder de 35 politiedienstjaren ook gewerkte jaren als algemeen of buitengewoon opsporingsambtenaar bij de FIOD en Douane. Voor collega’s uit het eerste kwartaal van 1965 die ooit zijn overgestapt van de NS naar de politie tellen hun eerdere jaren bij de spoorwegpolitie mee als politiedienstjaren.

Voor zij-instromers uit het eerste kwartaal van 1965 kunnen gewerkte jaren in andere zware beroepen met een RVU (defensie, marechaussee, de bouw) meetellen voor de 35 politiedienstjaren en de 27 zware jaren. Voorwaarde daarvoor is dat deze collega’s na hun zij-instroom minstens 25 jaar bij de politie hebben gewerkt. 

Zware jaren
Welke dienstjaren gelden voor de collega’s uit het eerste kwartaal van 1965 als zware jaren? 

  • Gewerkte jaren in een functie binnen het LFNP-domein Uitvoering of een of meer erkende voorlopers van deze functies.
  • Gewerkte jaren in andere zware beroepen met een RVU (defensie, marechaussee, de bouw). Voorwaarde is dat na de zij-instroom minstens 25 jaar bij de politie is gewerkt.

De vereiste 30 zware jaren moeten binnen de periode van 35 jaar voorafgaand aan het RVU-ontslag liggen. Met andere woorden: het mag voor collega’s uit het eerste kwartaal van 1965 hooguit vijf jaar geleden zijn dat ze voor het laatst een functie in het LFNP-domein Uitvoering hebben vervuld. Doen ze al langer dan vijf jaar ander werk, dan komen ze niet (meer) in aanmerking voor RVU-uitkeringen.

Uitkeringsjaren
Collega’s uit het eerste kwartaal van 1965 bereiken hun AOW-gerechtigde leeftijd (67 jaar en drie maanden) tussen 1 april 2032 en 1 juli 2032. Voldoen ze qua dienstjaren aan de voorwaarden, dan hebben ze vanaf 64 jaar en drie maanden aanspraak op een RVU-uitkering van de werkgever. In de politie-RVU is namelijk de wettelijk bepaalde maximale RVU-termijn overgenomen en die is drie jaar voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Voor collega’s uit het eerste kwartaal van 1965 is de eerste maand waarin ze van het korps een RVU-uitkering kunnen ontvangen dus april 2029.

Uitkeringsbedragen
Voor RVU-rechthebbenden uit het eerste kwartaal van 1965 is een totaalbedrag beschikbaar van 24 x de maandelijkse bruto AOW-uitkering (€ 2.273 in 2025). Dat totaalbedrag kun je desgewenst in maximaal 36 maandelijkse porties laten uitbetalen als je besluit de maximaal mogelijke drie jaar eerder met werken te stoppen. Maak je twee jaar voor je AOW-gerechtigde leeftijd gebruik van de RVU, dan krijg je 24 x de maandelijkse bruto AOW-uitkering. Ga je later met RVU, dan neemt je uitkering niet toe. Ook dan krijg je maandelijks hooguit het bruto AOW-bedrag.