Tijd voor een ander politiebeleid! Om de Nationale Politie alsnog tot een succes te maken zal het komende kabinet flink moeten investeren in het door bezuinigingen en overbelasting verzwakte korps. Over de volgende vijf punten moeten wat de NPB betreft stevige afspraken komen te staan in het nieuwe regeerakkoord of in de eerste begroting van het nieuwe kabinet.
In 2010 nam het eerste kabinet Rutte (VVD/CDA, gedoogd door de PVV) het politieke besluit om de operationele sterkte van de politie te bevriezen op 49.500 voltijdsbanen. Anno 2017 houdt de politiek nog altijd vast aan dit totaal willekeurige maximum. Zoals de Algemene Rekenkamer in 2011 concludeerde: nergens maakt de politiek duidelijk wat ‘de relatie (is) tussen het aantal fte’s en de prestaties van de politie’.
Deze fixatie op een personeelsplafond is wrang, vooral als je bedenkt dat de hoeveelheid politiewerk elk jaar is blijven toenemen, net als de veelzijdigheid. Bovendien kampte de regiopolitie in 2010 al met een flinke onderbezetting op operationeel gebied. Die is in 2013 dus doodleuk overgeheveld naar de Nationale Politie.
Het gevolg is dat dit korps al jaren te weinig capaciteit heeft, niet in de laatste plaats bij de recherche. Gezien het grote belang van een effectieve opsporing (voorkomt werk in de noodhulp en basispolitiezorg) is dit een van de manco’s die snel moeten worden weggewerkt.
A. Voldoende personeel
Om op gelijke voet te komen met Engeland en Wales (agenten per 1.000 inwoners) zouden er in Nederland 5.780 dienders bij moeten komen.