RPU: vanaf 57 jaar volledige pensioenopbouw
Door een wijziging in het Pensioenreglement van ABP is sinds 2019 volledige pensioenopbouw tijdens RPU-deelname al mogelijk vanaf 57 in plaats van 58 jaar. Dat heeft de Belastingdienst bevestigd. Collega’s met RPU (deeltijdpensioen) voor wie dit gevolgen kan hebben, ontvangen daarover bericht van de werkgever.
Daarnaast is duidelijk geworden dat de huidige RPU-deelnemers ook boven de leeftijd van 58 jaar nog kunnen kiezen voor een RPU-herstart (minstens een half jaar weer volledig gaan werken) om hun pensioenopbouw te optimaliseren.
Hoe zat het ook alweer?
Op basis van de Regeling Partiële Uittreding (RPU) kunnen politieambtenaren vanaf 55 jaar een aantal uren minder per week gaan werken. Tussen 55 en 58 jaar is dat maximaal 11,1 procent – van 36 naar 32 uur bijvoorbeeld. Vanaf 58 jaar maximaal 33,3 procent – van 36 naar 24 uur bijvoorbeeld. Over de niet-gewerkte RPU-uren krijgt een deelnemer 50 procent van zijn salaris doorbetaald. In eerste instantie hadden de bonden en de werkgever afgesproken dat de pensioenopbouw over die uren 100 procent zou blijven – alsof je die uren wel degelijk gewerkt hebt dus.
Maximaal tien jaar
Dat was geen probleem zolang de pensioenleeftijd 65 jaar was. In die situatie voldeed de RPU keurig aan de fiscale eis dat volledige pensioenopbouw tijdens deeltijdpensioen beperkt moet blijven tot een periode van tien jaar voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd.
Leeftijden omhoog
Zoals bekend hebben de kabinetten Rutte de afgelopen tien jaar hun uiterste best gedaan om de Nederlandse (vroeg)pensioenvoorzieningen langzaam maar zeker flink te ‘versoberen’. Dat gebeurde onder andere door zowel de AOW-leeftijd als de zogenaamde richtleeftijd voor collectieve pensioenen stapje voor stapje te verhogen, waarbij de laatste in 2018 aanzienlijk sneller werd verhoogd dan de eerste.
Minder pensioenopbouw
In die tijd werd in het Pensioenreglement van ABP de pensioenleeftijd nog gedefinieerd als de richtleeftijd voor collectieve pensioenen. De verhoging daarvan betekende dus ook een verhoging van de leeftijd waarop politiemedewerkers bij RPU-deelname aanspraak hadden op volledige pensioenopbouw: vanaf 2018 was dat slechts vanaf 58 jaar. Iemand die op jongere leeftijd van de RPU gebruik maakt (dat kan zoals gezegd vanaf 55 jaar), bouwt dus in die eerste jaren geen pensioen op over de niet-uitbetaalde uren.
Voorbeeld: iemand gaat dit jaar vanaf zijn 55-ste 11 procent minder uren werken, dan mag over 5,5 procent van deze uren geen pensioenopbouw meer plaatsvinden. Bij een salaris op het maximum van schaal 8 scheelt dat ongeveer 50 euro pensioenopbouw per jaar.
Pensioenreglement
Vorig jaar heeft ABP zijn Pensioenreglement aangepast. Sindsdien is de pensioengerechtigde leeftijd van ABP-deelnemers niet langer de wettelijke pensioenrichtleeftijd (sinds 2018 verhoogd naar 68), maar de AOW-gerechtigde leeftijd (67 jaar, de voorlopige tussenstand vanaf 2024).
Na overleg tussen de bonden en de werkgever over deze ontwikkeling heeft het korps navraag gedaan bij de Belastingdienst. Die bevestigde onlangs dat de aangepaste definitie in het Pensioenreglement gunstige gevolgen heeft voor de aanspraak van RPU-deelnemers op volledige pensioenopbouw. Door deze wijziging valt de pensioengerechtigde leeftijd van ABP-deelnemers een jaar lager uit, wat inhoudt dat RPU-deelnemers voortaan een jaar eerder (dus vanaf 57 jaar) onder de belastingvrije tien jaar volledige pensioenopbouw vallen.
RPU-herstart
In 2018 werden flink wat collega’s die voor hun 58-ste met deeltijdpensioen waren gegaan overvallen door het besluit van de Belastingdienst om de tien jaren-termijn op vroegpensioengebied actief te gaan handhaven. Dat betekende om te beginnen dat een gedeelte van hun pensioenopbouw zou worden teruggevorderd. Daarnaast gold voor de aanspraak op pensioenopbouw de RPU-startleeftijd als uitgangspunt. Met andere woorden: als je tussen 55 en 58 jaar met RPU was gegaan, bleef je aanspraak daarna altijd hetzelfde. Je kreeg dan niet vanaf je 58-ste weer wel volledige pensioenopbouw over je RPU-uren.
Met de Belastingdienst werd in 2018 toen een eenmalige uitweg uit deze situatie afgesproken. Als iemand zijn deeltijdpensioen minstens zes maanden onderbrak, kon hij daarna een nieuwe aanvraag indienen voor RPU-deelname vanaf 58 jaar of ouder – met dan wel volledige pensioenopbouw over de RPU-uren.
Versoepeling
Tot nu toe gold daarbij als voorwaarde dat zo’n onderbreking moest plaatsvinden voor het bereiken van de minimumleeftijd voor volledige RPU-pensioenopbouw: in eerste instantie 58 jaar, sinds 2019 dus 57 jaar. Onlangs werd duidelijk dat de Belastingdienst ook genoegen neemt met een onderbreking op latere leeftijd (dan 57 jaar).
Stand van zaken
De NPB is blij met deze gunstige ontwikkelingen, al begrijpen we heel goed dat ze niet voor iedereen duidelijker maken voor welke (extra) pensioenopbouw ze tijdens hun deeltijdpensioen in aanmerking komen en of ze daarvoor zelf in actie moeten komen.
- Bij collega’s die in 2019 vanaf 57 jaar met RPU zijn gegaan vindt met terugwerkende kracht herstel van de pensioenopbouw plaats als ze dat willen. Ze moeten dan namelijk wel een bedrag aan pensioenpremie nabetalen. Het gaat om een handjevol collega’s, die daarover van de werkgever persoonlijk bericht krijgen.
- We hebben erop aangedrongen dat met de Belastingdienst een coulanceregeling zou worden afgesproken voor de RPU-deelnemers die in 2019 57 of jonger waren, maar dat is niet gelukt. Voor hen blijft gelden dat ze desgewenst een RPU-herstart kunnen maken door minstens zes maanden weer volledig te gaan werken. Die mogelijkheid is nu dus ook opengesteld voor RVU-deelnemers die inmiddels ouder dan 57 of 58 jaar zijn.
- De juridische procedures die we in 2018 voor NPB-leden gestart zijn om gemiste pensioenopbouw terug te krijgen lopen nog.
Behoefte aan overleg met de NPB over jouw persoonlijke situatie? Neem contact op met onze afdeling Individuele Belangenbehartiging (IBB) via 085 – 89 00 430 of ibb@politiebond.nl!