4 november 2021

Kinderen verzuipen, maar niemand wil het weten

Politiemensen en jeugdhulpverleners lopen dagelijks met buikpijn rond over kinderen die dringend hulp nodig hebben, maar vanwege wachtlijsten in de Jeugdzorg weer naar huis worden gestuurd. De politiek kijkt nog altijd weg van de ellendige gevolgen, constateren Maaike van der Aar (FNV-bestuurder Jeugdzorg) en Nine Kooiman (bondssecretaris Nederlandse Politiebond) mismoedig.

Vaak is er geen hulp voor kinderen in de knel of het komt te laat. Dat gold ook voor een meisje, laten we haar Emma noemen, dat na een eerste suïcidepoging nog door de politie van het spoor kon worden gehaald, maar niet de hulp kon krijgen die ze nodig had. Bij haar tweede poging waren de hulpverleners te laat. Het voorbeeld van Emma is niet bedacht, maar één van de vele voorbeelden van de stille ramp die onder onze jongeren en kinderen woedt.

De verhalen van politiemensen die met de handen in het haar zitten over jongeren die niet de hulp kunnen krijgen die ze nodig hebben, stromen binnen. Naast het handhaven van de openbare orde en veiligheid heeft de politie ook preventieve taken – denk aan de jeugdpolitie en de wijkpolitie die bij veel gezinnen een oogje in het zeil houden. Als er zorg nodig is, is dat inderdaad niet aan de politie maar aan de hulpverleners. Maar die moeten er dan wel zijn!

Zwaardere delicten
Het komt te vaak voor dat de noodhulp geheel uit de dienst is, omdat ze uren moeten wachten tot de hulpverlening op het bureau komt om het stokje over te nemen. Of dat ze maanden moeten wachten voordat de hulpverlening start in het gezin waardoor de politie vaak weer moet uitrukken voor een melding in dat gezin. Ook zij zien de kleine boefjes die zich ontpoppen als grote crimineel en naar het lijkt steeds jonger zwaardere delicten plegen.

Geen noodplan
Terwijl zich deze stille ramp voltrekt, blijft het in Den Haag akelig stil. Geen alarmbellen, geen noodplan of speciale uitzendingen op televisie. Alleen stilte. Doodse stilte. Vorige maand concludeerde de inspectie Justitie en Veiligheid wederom dat het de politie vaak niet lukt om personen met verward gedrag over te dragen aan de hulpverlening. Tegelijkertijd is het aantal beschermingstrajecten in de jeugdzorg onverminderd hoog, het aantal meldingen van huiselijk geweld de afgelopen twee jaar enkel gestegen en was er in het afgelopen jaar een forse toename van kindermishandeling. De druk op de jeugdzorg loopt te ver op. Maar er komen geen plekken bij, ze gaan er eerder af. De bezuinigingen in de zorg zorgen voor een kaalslag.

Wil je voorkomen dat kinderen, jongeren en gezinnen verder afglijden, dan moet je zorgen voor een goed vangnet en stoppen met het onder hen vandaan te trekken. Wanneer nemen gemeenten en de minister hun verantwoordelijkheid? Of is wegkijken gemakkelijker?

Miljarden
Zelfs nu er eindelijk extra miljarden zijn voor de jeugdzorg, wordt dat geld niet gebruikt om knelpunten op te lossen. Gemeenten vullen er hun tekorten mee op. En de rest van de honderden miljoenen die dan nog overblijven gaan naar andere dingen dan naar de mensen die de zorg verlenen. Hoe leg je dit uit aan de ouders van kinderen die nú hulp nodig hebben?

De FNV en de Nederlandse Politiebond willen dat er snel en daadkrachtig werk wordt gemaakt van de problemen in de Jeugdzorg. Herstel de gapende gaten die er in het netwerk van jeugdhulpverlening zijn gevallen en begin te investeren in de gezondheid én de toekomst van de jeugdhulpverlening én daarmee die van onze jongeren en kinderen. Kijk alsjeblieft niet langer de andere kant op.

Dit opiniestuk stond op vrijdag 29 oktober in de rubriek De Kwestie van De Telegraaf.

Meer over:
Blog