Jan Struijs Voorzitter NPB

De erfenis van Grapperhaus [UPDATE]

Door een jarenlang veel te zuinig afgesteld opleidingsbeleid neemt de onderbezetting binnen de Nationale Politie voorlopig alleen maar toe – en dus ook de werk- en roosterdruk. Het kabinet doet alsof zijn neus bloedt en trekt ook in coronatijd opnieuw een wissel op de loyaliteit van de politiemensen. In die situatie blijkt het zelfs te veel gevraagd om in een nieuwe cao vast te leggen dat het behoud van de koopkracht van de politiesalarissen tot in 2022 gegarandeerd wordt.

Het is duidelijk: wat betreft het verlagen van de werk- en roosterdruk en een vanzelfsprekend blijk van waardering op beloningsgebied hebben politiemensen van minister Grapperhaus en Rutte III weinig meer te verwachten. We zullen onze hoop moeten vestigen op de verkiezingen van volgende week en de ambities van een nieuwe regeringscoalitie.

Verkiezingsprogramma’s
Ik roep iedereen op de visie van de politieke partijen op de toekomst van de Nationale Politie en hun voornemens op dat gebied zwaar te laten meewegen bij het stemmen. Lees de verkiezingsprogramma’s en kijk wat partijen met de politie van plan zijn. Dat zegt veel over de omvang en de richting van hun maatschappelijke betrokkenheid.

Vier jaar lang beloftes
Al vier jaar geeft minister Grapperhaus bijna automatisch hetzelfde antwoord als hem gevraagd wordt of de operationele sterkte van de politie niet verbeterd moet worden. Op basis van de gemaakte afspraak in het regeerakkoord van 2017, dreunt de bewindsman dan op, zal de operationele sterkte vanaf 2023 sowieso gestegen zijn met 1.171 fte (voltijdsbanen). Het gaat dan om (ongeveer) 700 extra wijkagenten en 471 extra rechercheurs. Een investering van zo’n 200 miljoen.

In de loop van de kabinetsperiode heeft het korps ook nog een paar keer extra geld toegezegd gekregen om wat meer medewerkers in dienst te nemen voor het opsporen en vervolgen van mensenhandelaars, voor de bestrijding van zedenmisdrijven, het opvangen van de veiligheidsgevolgen van de Brexit en het oprichten van een Financial Intelligence Unit. In totaal nog eens een structurele capaciteitsuitbreiding ter waarde van 34,2 miljoen.

En dan zou ik nog bijna het extra geld vergeten voor de bestrijding van de ondermijning, zowel door het verbeteren van het stelsel Bewaken en Beveiligen als door de invoering van een Multidisciplinair Interventie Team (MIT) met partners in de veiligheidsketen. In de politiebegroting 2021-2024 wordt gemeld dat daarvoor in 2021 een bedrag van 141 miljoen beschikbaar komt en vanaf 2022 structureel 150 miljoen euro per jaar.

Teruggedraaide bezuiniging
In totaal heeft het huidige kabinet dus de basis gelegd voor een extra capaciteit van 1.100 à 1.500 nieuwe mensen. Het is echter van belang om te beseffen dat deze collega’s niet worden toegevoegd aan een al jaren gelijk gebleven sterkte. Nee, ze komen terecht in een korps waar eerst, min of meer onder de radar, het volkomen willekeurige aantal van 3.000 operationele medewerkers is wegbezuinigd. In de ogen van de NPB heeft dit kabinet zich dus niet wezenlijk verdiept in de capaciteitsbehoefte van de politie, maar zich slechts bereid verklaard een deel van de eerdere bezuinigingen op de sterkte terug te draaien. En dan wederom een volslagen willekeurig aantal.

Harde cijfers
Hoeveel extra operationele capaciteit gaan de beschikbaar gestelde bedragen opleveren – en op welke termijn? Het laatste ‘harde cijfer’ dat we kennen is de operationele sterkte op 31 december 2019. Die sterkte was toen 50.402 fte’s – van wie 4.125 fte’s studenten. Zoals bekend maakt de NPB al sinds jaar en dag bezwaar tegen het als volledig inzetbaar meetellen van de studenten voor de operationele sterkte. Wat ons betreft was de (volledig en dus verantwoord inzetbare) operationele sterkte dan ook 46.277 fte’s.

In de Justitie en Veiligheid-begroting voor 2021 meldde minister Grapperhaus met een stalen gezicht dat de overheid vanaf 2023 (dus over twee jaar) genoeg geld beschikbaar stelt voor een operationele sterkte van ongeveer 52.000 fte’s – inclusief studenten.

In het Formatieplan 2021-2025 van het korps zien we de concrete cijfers. Er wordt toegewerkt naar een operationele sterkte van 52.115 fte’s – van wie 4.695 studenten. Anders gezegd: vanaf 2023 kan het korps zich een volledig inzetbare sterkte van 47.420 fte’s veroorloven.

Tegenvaller: pas vanaf 2024!
Tussen neus en lippen door meldde de minister in de J&V-begroting echter een tegenvaller. Helaas zal de opgepluste sterkte ‘naar verwachting vanaf 2024’ gerealiseerd worden. Zo onopvallend mogelijk werd hier dus aangekondigd dat deze versterking minstens een jaar langer op zich zal laten wachten dan in het regeerakkoord aangekondigd.

Grapperhaus vertelde er niet bij wat deze vertraging van (minstens) een jaar heeft veroorzaakt. Dat is ook niet iets om trots op te zijn. Op aandringen van de politiek is het werven en opleiden van aantallen nieuwe medewerkers namelijk jarenlang zo zuinig mogelijk gebeurd, waardoor er nu een enorme achterstand moet worden ingelopen. (Het korps kwam er tot 2018 mee weg doordat oudere collega’s langer in dienst bleven. Zij besloten vaker de kat uit de boom te kijken in afwachting van de sociale plannen tijdens de personele reorganisatie en/of de uitkomst van alle veranderingen op pensioengebied.)

Extra onderbezetting
Korpschef Henk van Essen draait er in zijn Begroting en Beheerplan Nationale Politie 2021-2015 niet omheen: de komende vijf jaar zal het korps alles op alles moeten (blijven) zetten om niet alleen voldoende nieuwe medewerkers op te leiden om de vertrekkende ervaren collega’s te vervangen (naar schatting ruim 11.000 fte’s), maar ook om daarbovenop de door het kabinet gewenste extra inzet van pakweg 1.100 tot 1.500 fte’s waar te maken. Dit brengt met zich mee dat veel operationele medewerkers extra worden ingezet als docent of begeleider en dat er een overbezetting aan studenten te zien zal zijn binnen het korps.

Minstens drie jaar
Het netto gevolg voor de huidige medewerkers zal zijn dat er in ieder geval de komende drie jaar nog geen verbetering te verwachten is in de onderbezetting die dagelijks hun hoge werk- en roosterdruk bepaalt. Voor Grapperhaus en het kabinet Rutte III geen probleem: zij vertrouwen erop dat politiemensen zo loyaal zijn aan hun werk dat ze hun gezondheid, veiligheid en sociale leven daarvoor graag nog een paar jaar extra in de waagschaal leggen.

Cao-onderhandelingen
Ook op een ander gebied lijken politiemensen nog even op een blijk van waardering te moeten wachten. Medio 2020 lieten de NPB en de andere politiebonden de werkgever weten dat ze graag op 1 januari 2021 een nieuwe politie-cao afgesloten wilden hebben, inclusief een fatsoenlijke loonsverhoging vanaf die datum. Om dat mogelijk te maken leverden wij half augustus al een gezamenlijke cao-inzet in. Onder druk van de bonden begonnen uiteindelijk in oktober de onderhandelingen. In acht weken tijd bleken beide partijen het eens te kunnen worden over een stuk of 25 verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden. Alleen over een structurele verbetering op beloningsgebied bleek geen overeenkomst te bereiken, ook al hebben de bonden hun looneis gematigd tot 2,5 procent – voldoende om tot in 2022 de inflatie te corrigeren en dus koopkrachtbehoud te garanderen. Sinds 22 februari zijn de onderhandelingen dan ook opgeschort en voeren de bonden acties voor een beter loonaanbod van minister Grapperhaus dan 1,3 procent.

Het is duidelijk: wat betreft het verlagen van de werk- en roosterdruk en een zo spoedig mogelijk blijk van waardering op beloningsgebied hebben politiemensen van minister Grapperhaus en Rutte III weinig meer te verwachten. Zelfs als alle geplande extra capaciteit er vanaf 2024 komt, dan zal de sterkte vanaf dat moment vergelijkbaar zijn met de sterkte in 2009 – zowel met als zonder studenten meegerekend.

Vitaal en gerespecteerd korps
We zullen onze hoop moeten vestigen op de verkiezingen van volgende week en de ambities van een nieuwe regeringscoalitie. Nederland zou erg gebaat zijn bij een coalitie die erkent hoe belangrijk een vitale en gerespecteerde politieorganisatie is voor het gezag van een democratische rechtsstaat. Een coalitie die erkent dat ons huidige korps door politieke dwalingen aan gezag en respect heeft ingeboet. Een coalitie die bereid is die fouten te herstellen en alsnog voldoende tijd, aandacht en geld te investeren om van de Nationale Politie een gewaardeerd en tot de verbeelding sprekend korps te maken – zowel bij de burgers als bij de medewerkers.

Ik roep iedereen op de visie van de politieke partijen op de toekomst van de Nationale Politie en hun voornemens op dat gebied zwaar te laten meewegen bij het stemmen. Lees de verkiezingsprogramma’s en kijk wat partijen met de politie van plan zijn. Dat zegt veel over de omvang en de richting van hun maatschappelijke betrokkenheid.