Bonden stellen besluit invoering LFU uit
De politiebonden willen niet voorbijgaan aan de zorgen van collega’s – zoals geuit tijdens een rondgang over de regeling Levensfase-uren (LFU) en daaropvolgende ledenpeilingen – over een gebrek aan ouderenbeleid, de zware onderbezetting en alsmaar oplopende werkdruk. Daarom stellen de bonden een besluit over invoering van de LFU voorlopig uit. Eerst moet samen met de werkgever, onder andere tijdens de komende CAO-onderhandelingen, worden gekeken naar een oplossing voor genoemde problemen, die losstaan van de LFU.
Het doel van de LFU is politiemensen vanaf het begin van hun loopbaan de mogelijkheid geven om extra volledig doorbetaald verlof op te nemen als zij daar behoefte aan hebben. Een afspraak uit de politie-CAO 2015/2017, die beoogt duurzame inzetbaarheid te bevorderen. Voor elk dienstjaar krijgen politiemensen die deelnemen aan de LFU extra verlofuren toegekend (53,8 uren bij een 36-urige werkweek). Deze uren - bovenop de vakantie-uren - kunnen zij opsparen en opnemen voor ieder gewenst doel, bijvoorbeeld extra zorgtaken, studieverlof, een sabbatical of voorafgaand aan het pensioen.
Informatiebijeenkomsten en ledenpeiling
De bonden hielden 26 gezamenlijke informatiebijeenkomsten door het land, stelden alle informatie online beschikbaar en gaven leden de kans om zich middels een digitale ledenpeiling via hun eigen bond uit te spreken over de LFU. Daar waar de bijeenkomsten zeer druk bezocht werden, nam aan de peilingen slechts een zeer klein aantal leden deel; in totaal nog geen 5 procent. Van die leden gaf ongeveer driekwart via de ACP, ANPV en NPB aan afwijzend tegenover de LFU te staan, tegenover een instemming van VMHP-leden. Daarnaast spraken de bonden met kaderleden in de eenheden die de ervaringen en gevoelens van politiemensen op de werkvloer deelden.
Herkenning en erkenning van problemen
De nasleep van de reorganisatie, hoge werkdruk, een tekort aan instroom van nieuwe collega’s tegenover een hoge uitstroom van oudere collega’s, hoog ziekteverzuim en zorgen over de oplopende pensioenleeftijd tasten - begrijpelijk - het vertrouwen van politiemensen aan. De bonden herkennen en erkennen de terecht genoemde problemen, waarvoor een oplossing niet langer kan uitblijven.
Vroegpensioen
Tegelijkertijd worden verschillende kwesties met elkaar verknoopt. Uit de reacties over de LFU blijkt bijvoorbeeld dat veel leden dachten dat de LFU een van de grootste problemen binnen de politiesector zou oplossen: eerder kunnen stoppen met werken. Dat is niet het doel van de LFU en de regeling biedt daar geen oplossing voor.
De bonden zien echter dat collega’s worstelen met de door de politiek opgelegde beperking van mogelijkheden om eerder te stoppen met werken in combinatie met verhoging van de AOW-leeftijd. Zij hebben zich altijd zoveel mogelijk verzet tegen het van tafel vegen van vroegpensioenregelingen voor politiemensen en de versobering van pensioenen. Voor de bonden staat als een paal boven water dat het politievak een zwaar beroep is. Daarom wordt flink druk uitgeoefend op de politiek voor een goed pensioen en nieuwe mogelijkheden om eerder te kunnen stoppen met werken.
Ook zijn er leden die de LFU als een versobering zien van bestaande regelingen en financieel nadelig. Maar de regelingen waar leden naar verwijzen zijn óf al door de politiek wegbezuinigd en kunnen niet voortbestaan óf staan flink onder druk. De levensloopregeling is al afgeschaft. De ene na de andere regeling wordt opgeheven. Ook de Regeling Partieel Uittreden (RPU) is onder vuur genomen door de werkgever. Wie zegt dat de RPU er op termijn nog is? Als het aan de werkgever ligt niet. Met de LFU hebben de bonden bereikt dat de totale waarde van bestaande voorzieningen niet verloren gaat, maar een nieuwe bestemming krijgt.
Daartegenover noemen leden die positief zijn over de LFU als voordelen onder andere: het flexibel kunnen opnemen van extra verlof vanaf het begin van de loopbaan (tussentijds verlof), de 1 procent meer werken - zonder dat daar salaris tegenover staat - die ‘eindelijk’ komt te vervallen en het feit dat de LFU-regeling minder gevoelig is voor invloeden van buitenaf zoals politieke maatregelen en wetswijzigingen.
Afweging
Het was de uitdagende taak van de bondsbesturen om alles tegen elkaar af te wegen. Vragen die voorlagen waren: doet de LFU recht aan het oorspronkelijke doel van een vorm van verlofsparen? Draagt de regeling bij aan de gezondheid van politiemensen op de langere termijn? En wat is het alternatief als deze regeling er niet komt?
De bonden zijn ervan overtuigd dat de LFU een toekomstbestendige regeling is, die bijdraagt aan de gezondheid en duurzame inzetbaarheid van collega’s. Gesprekken worden daarom voortgezet. De LFU is daarentegen geen oplossing voor problemen als een gebrek aan ouderenbeleid en de zorgen van collega’s over de zware onderbezetting en alsmaar oplopende werkdruk. Daar sluiten de bonden hun ogen niet voor.
Zo gaven leden ook aan weinig vertrouwen te hebben in het daadwerkelijk kunnen opnemen van verlof in de toekomst door middel van LFU, zolang de capaciteitsproblemen niet worden opgelost. De bonden hebben in het landelijk overleg met vertegenwoordigers van de werkgever op 6 juli in ieder geval afgesproken dat de werkgever een LFU-aanvraag alleen kan weigeren mits er sprake is van een dringende reden. In alle andere gevallen moet de werkgever verlof toestaan. Capaciteitsgebrek opzichzelfstaand is onvoldoende reden voor weigering van verlof.
CAO-onderhandelingen
De bonden hebben nu besloten om een besluit over invoering van de LFU voorlopig uit te stellen. Ze vinden dat er eerst moet worden gekeken, los van de LFU, naar oplossingen voor de genoemde urgente problemen. Daaraan moet de werkgever onder andere door CAO-afspraken met de bonden gaan bijdragen. Pas dan zullen zij een definitief besluit nemen over invoering van de LFU. De bonden streven ernaar om de onderhandelingen voor een nieuwe CAO zo snel mogelijk te starten, zodra een nieuw kabinet gevormd is en er meer duidelijk is over de kabinetsplannen voor de politie.