Sinds de bekendmaking van het onderhandelingsresultaat over de capaciteitsimpuls, de intensivering van de basispolitieopleiding en de tijdelijke vroegpensioenregeling (RVU) 2021-2025 komen daarover de nodige vragen binnen bij de NPB. De meeste gaan over de RVU. Hieronder de antwoorden op vijf veelgestelde vragen over deze overgangsregeling.
voor een overzicht van alle veelgestelde vragen (FAQs).
———————————
Helaas: voor een structurele vroegpensioenregeling is de tijd nog niet rijp. Dat is ook nooit het doel geweest van de onderhandelingen tussen de werkgever en de politiebonden die in november vorig jaar begonnen. Die waren gebaseerd op de (beperkte) fiscale (beleids)ruimte die in het landelijk pensioenakkoord van juni 2019 is vrijgemaakt voor het afspreken van een tijdelijke vroegpensioenregeling voor de periode 2021-2025.
Zoals bekend heeft de politiek het eerder stoppen met werken de afgelopen twintig jaar onbetaalbaar gemaakt, met name door het opleggen van een fiscale opslag (boete) van vijftig procent op vroegpensioenuitkeringen.
Waarom is er geen structurele regeling afgesproken gebaseerd op het aantal dienstjaren – bijvoorbeeld recht op vroegpensioen na 45 jaar?
In het landelijk pensioenakkoord van juni 2019 heeft de overheid toegegeven dat ze daarin te ver is doorgeschoten. Een van de grote winstpunten van dat akkoord is de principe-afspraak dat de overheid beroepssectoren weer fiscaal gaat helpen bij het betaalbaar maken van vroegpensioenregelingen voor mensen die tientallen jaren zwaar werk hebben verricht.
Hoe zat dat ook alweer?