Teleurstellend aanbod vroegpensioenregeling

De politiebonden hebben eindelijk een reactie gekregen van de werkgever over de vroegpensioenregeling. In deze brief komt de werkgever met een voorstel dat nog steeds mijlenver af ligt van de inzet van de politiebonden. De bonden gaan dan ook door met het optuigen van acties.

Op dit moment zijn de bonden aan het bestuderen om zo inzichtelijk te krijgen wat het voorstel van de werkgever precies inhoudt en wat voor gevolgen dit heeft voor de politiecollega’s. De bonden zullen hierover vragen stellen aan de werkgever. Duidelijk is wel dat dit niet het voorstel is waar de bonden op hadden gehoopt.

De werkgever schrijft in zijn brief dat hij in eerste instantie alleen een regeling wil treffen voor twee jaar: 2021 en 2022. Voor de jaren daarna moeten er dan opnieuw afspraken gemaakt worden.

In deze eerste twee jaren wil de werkgever dat de vroegpensioenregeling alleen gaat gelden voor

Dit betekent onder meer dat politiecollega’s via deze regeling nog geen twee jaar vóór hun AOW-leeftijd kunnen stoppen met werken in plaats van de maximale periode van drie jaar waarvoor in het pensioenakkoord een fiscale vrijstelling is afgesproken.

Voor slechts twee jaar

De werkgever schrijft verder dat volgens hem het capaciteitsvraagstuk en een nieuwe vroegpensioenregeling onafhankelijk van elkaar kunnen worden opgepakt. Politiecollega’s hebben echter al eerder aangeven (in een digitale peiling en tijdens de vroegpensioenbijeenkomsten) dat zij vinden dat deze onderwerpen bij elkaar horen en dat er één afsprakenpakket moet komen.

Vijf criteria

Zoals het er nu voorstaat gaan de bonden gewoon door met het optuigen van acties. Sterker nog, de bonden denken dat acties nodig zijn om een goed resultaat te bereiken. Op 11 maart komen de regionale actieteams bij elkaar om hier verder over te spreken.

Noodplan werkdruk apart afspreken

Dit bericht is gepost in Nieuws. Bookmark de link.