1 september 2020

Preventief politiewerk aan het uitsterven

Het komende kabinet zal flink moeten investeren in het preventieve politiewerk. Zo niet, dan wordt de Nationale Politie definitief een sociaal ontwortelde opsporingsmachine, die steevast achter de veiligheids- en misdaadfeiten aanloopt. Dat is volgens de NPB de belangrijkste praktische conclusie die je kunt trekken uit het rapport ‘Lokale handhaving door de politie’ van de Inspectie Justitie en Veiligheid.

Bondsvoorzitter Jan Struijs: ‘Het wordt tijd dat de politieke partijen erkennen dat er een paar cruciale weeffouten in de opzet van de Nationale Politie zitten, die zo snel mogelijk moeten worden rechtgebreid.’

Efficiencywinsten
Het grote winstpunt van de Nationale Politie was volgens toenmalig minister Opstelten van Veiligheid en Justitie dat door de organisatorische schaalvergroting flinke efficiencywinsten te geboekt waren, met name op het gebied van de bedrijfsvoering. ‘Op dat vlak zijn ook de meeste banen wegbezuinigd,’ aldus Struijs. ‘Het aantal fte’s in de ondersteuning daalde van 12.388 in 2008 naar 8.515 in 2016 – een besparing op het politiebudget van 360 miljoen).

Bezuiniging operationele sterkte
Minder bekend is dat met de komst van de Nationale Politie in 2013 ook een bezuiniging op de operationele sterkte in gang werd gezet van ongeveer 3.000 agenten en rechercheurs. In 2017 besloot het huidige kabinet deze bezuiniging voor een derde terug te draaien, wat naar buiten toe triomfantelijk werd aangekondigd als ‘1.100 operationele fte’s erbij’. Maar feitelijk betekende het dus 1.1000 minder agenten en rechercheurs weg dan aangekondigd.

Inzetbaarheid studenten
Deze verminderde bezuiniging betekende niet zo’n opkikker voor de operationele sterkte als je zou denken. Struijs: ‘Sinds jaar en dag zit er namelijk flink wat lucht in dat cijfer doordat duizenden politiestudenten als volledig inzetbaar werd meegeteld, terwijl ze dat bij lange na niet zijn. Praktisch gezien is de operationele sterkte dus nog eens zo’n twee- à drieduizend fte’s lager dan het aantal dat jarenlang in de etalage van het korps heeft gestaan. De NPB heeft zich daar onophoudelijk tegen verzet en in die laatste politie-cao is afgesproken een eind te maken aan deze vorm van jezelf rijk rekenen.’

Preventie geen prioriteit
Het rapport ‘Lokale handhaving door de politie’ stelt haarscherp vast wat de gevolgen zijn geweest van de politieke keuze om enerzijds flink te bezuinigen op de politie en anderzijds meer prioriteit te geven aan de repressieve kant van het politiewerk: het bijdragen aan de opsporing en vervolging van misdadigers. ‘Opstelten vond de preventieve kant van het politiewerk niet interessant,’ stelt NPB-voorzitter Jan Struijs. ‘Hij wilde jaarlijks indrukwekkende prestatiecijfers laten zien: flinke aantallen gepakte criminelen en stoere aantallen uitgedeelde straffen. Het voorkomen van sociale onveiligheid en misdaad – daar kon hij niets mee. De resultaten van bijtijds ingrijpen kun je niet turven namelijk.’

SPOTPRENT uit 2012: Goedkoop winkelen bij SLAGERIJ OPSTELTEN

Onderbezetting
Acht jaar later is de conclusie van de Inspectie Justitie en Veiligheid dat het preventieve werk van de Nederlandse politie in de wijken in grote delen van Nederland weinig meer voorstelt. ‘Met name in de middelgrote gemeenten en op het platteland hebben wijkagenten geen stevig verankerde plek in de wijk meer.’ De belangrijkste oorzaak is, aldus de Inspectie, dat ze te vaak worden ingezet om de onderbezetting in de noodhulp het hoofd te bieden. Daarnaast speelt een belangrijke rol dat ze steeds meer tijd en aandacht moeten besteden aan meldingen van personen die ‘verward gedrag’ vertonen. Dat aantal is sinds 2014 met vijftig procent gestegen, meldt de Inspectie.

Informatiepositie uitgehold
Beide ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat de informatiepositie van wijkagenten enorm is uitgehold, waardoor ze geen goede invulling kunnen geven aan hun signalerende en preventieve rol. ‘De politie is daarvoor in toenemende mate afhankelijk van de gemeente,’ aldus de Inspectie. ‘Met name de thema’s ondermijning en jeugd worden in de grote en middelgrote steden zo opgepakt dat de politie steeds meer een repressieve uitvoeringsorganisatie is geworden.’

Strafrechtelijke fixatie
De Inspectie adviseert minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid met zijn collega van Volksgezondheid, Welzijn en Sport afspraken te maken over het ontlasten van de wijkagenten door het realiseren van extra mogelijkheden om signalen over personen met verward gedrag vroegtijdig op te pikken en naar zorginstanties door te geleiden. Daarnaast wordt zowel de minister als de korpschef geadviseerd zich serieus te beraden over de vastgestelde ontwikkeling van de Nationale Politie sinds 2013 en de vraag of met zo’n sociaal ontworteld en op strafrechtelijke vervolging gefixeerd korps de veiligheid van de Nederlandse burgers het best gediend is.

Lokale verankering cruciaal
Voor de NPB is het antwoord op die vraag duidelijk. Jan Struijs: ‘Zoals ook de Inspectie constateert is het van belang dat de politie sterk lokaal verankerd is. Niet alleen om in noodgevallen tijdig te kunnen optreden, maar juist ook om problemen te signaleren en zo nodig op te treden om onveilige situaties te voorkomen. De politiek zal de Nationale Politie op dat punt moeten bijsturen en zich ook bereid verklaren de preventieve slagkracht van het korps in ere te herstellen.’

Struijs: ‘Ik roep de politieke partijen op zich in de komende verkiezingsstrijd positief te onderscheiden op dit punt. Ik roep de burgers op de visie en de initiatieven van de politieke partijen op de toekomst van de Nationale Politie zwaar te laten meewegen bij het uitbrengen van hun stem. Lees de verkiezingsprogramma’s en kijk wat partijen met de politie van plan zijn. Dat zegt veel over de omvang en de richting van hun maatschappelijke betrokkenheid.’