Nu de tweede coronagolf in Nederland een feit is, maken collega’s zich toch (weer) zorgen over de mogelijkheid dat ze tijdens een Integrale Beroepsvaardigheidstraining (IBT) besmet raken omdat daarbij het houden van anderhalve meter afstand van andere mensen nagenoeg onmogelijk is. Afgelopen maandag (26 oktober) heeft de NPB deze signalen overgebracht aan de korpsleiding.
De werkgever heeft toegezegd dat er op korte termijn nieuwe landelijke richtlijnen komen om trainingen op het gebied van geweldsbeheersing en aanhoudings- en verdedigingstechnieken aan te passen of tijdelijk te schrappen. Schietvaardigheidstoetsen kunnen veilig plaatsvinden en blijven dus doorgaan.
Ook kwamen bij de NPB vragen binnen over de inzet van politievrijwilligers en de daarmee verband houdende besmettingsrisico’s. Het algemene beleid is dat de inzet van politievrijwilligers juist in coronatijd een welkome aanvulling kan zijn op de operationele sterkte – die onvermijdelijk terugloopt doordat medewerkers toch besmet raken of thuis moeten blijven in afwachting van de uitkomst van een coronatest.
Tegelijkertijd moet de wenselijkheid van de inzet van politievrijwilligers zorgvuldig worden afgewogen tegen andere belangen, aldus het officiële beleidsadvies. Belangrijke factor is bijvoorbeeld welk(e) ander(e) beroep(en) de politievrijwilliger nog meer uitoefent en welke besmettingsrisico’s die met zich meebrengen voor zijn teamgenoten binnen het korps. Omgekeerd kunnen andere werkgevers van politievrijwilligers ook bezwaar maken tegen de besmettingsrisico’s die zijn inzet binnen het korps met zich meebrengt voor zijn collega’s binnen andere werkorganisaties.
Deze in acht te nemen zorgvuldigheid kan leiden tot verschillen in de inzet van politievrijwilligers, bijvoorbeeld doordat andere werkgevers een eenheidsleiding uitdrukkelijk laten weten dat ze voorlopig niet meer willen dat hun medewerkers binnen het korps worden ingezet.
PolitievrijwilligersZorgvuldige afweging