Meer werkenden met pensioenopbouw
Het Nederlandse pensioenstelsel is van oudsher gebaseerd op solidariteit. Het uitgangspunt is samen op zo groot mogelijke schaal rendement vergaren en beleggingsrisico’s delen. Dat fundament wordt ondermijnd als steeds meer werknemers geen pensioen opbouwen. Vandaar de eis van de bonden dat in het nieuwe pensioenstelsel ook flexwerkers en ZZP’ers pensioen moesten kunnen opbouwen.
In het pensioenakkoord uit 2019 is geen verplichting op dat gebied afgesproken, maar wel een inspanningsverplichting voor het kabinet. Concreet is in het Besluit toekomst pensioenen een pakket maatregelen opgenomen dat ervoor moet zorgen dat Nederland op 1 januari 2028 nog maar 450.000 werkenden zonder pensioenopbouw telt. Dat is een halvering van het aantal werkenden zonder pensioenopbouw in 2019.
Aanpak wachttijden en leeftijdsgrenzen
Werkgevers moeten voortaan bijvoorbeeld op de loonstrook vermelden of iemand wel of niet pensioen opbouwt. Ook wordt het hanteren van wachttijden voor deelname aan een pensioenregeling verboden, net als het stellen van leeftijdsgrenzen voor toelating hoger dan 18 jaar (nu nog 21 jaar).
De nagestreefde halvering van het aantal werknemers zonder pensioenopbouw komt als stok achter de deur in de Wet toekomst pensioenen te staan. Een jaarlijkse evaluatie moet zorgen dat de vermindering op koers blijft.