Ook tijdens het uitvoeren van reguliere politietaken (zoals aanhoudingen) kunnen zulke gevaarlijke situaties ontstaan dat politiemedewerkers die daarbij letsel oplopen achteraf recht hebben op een VOLLEDIGE schadevergoeding door de werkgever. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechter in ambtenarenzaken – bepaald in drie door de NPB en de ACP aangespannen rechtszaken.
In de loop der jaren hebben de bonden steeds meer afspraken met de werkgever weten te maken over een betere (= meer volledige) schadevergoeding aan medewerkers die door een dienstongeval of beroepsziekte blijvend letsel oplopen. Tot 2017 waren er in de rechtspositie allerlei inkomensgaranties vastgelegd en ook het recht op vergoeding van medische kosten en smartengeld. Daarmee was nog geen volledige schadevergoeding geregeld. Misgelopen inkomsten door verminderde carrièrekansen na een dienstongeval of beroepsziekte bleven bijvoorbeeld voor eigen rekening.
Eind 2015 spraken de werkgever en de bonden af dat politiemedewerkers die het slachtoffer worden van een dienstongeval of een beroepsziekte een volledige schadevergoeding krijgen in geval van een ‘beroepsincident’. Dat wil zeggen: als het dienstongeval of de beroepsziekte rechtstreeks is voortgekomen uit politiewerk in gevaarlijke of riskante omstandigheden.
Deze afspraak (vastgelegd in de politie-cao 2015/2017) leidde tot een aanpassing van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) met een bijbehorende Nota van Toelichting. Daarin stelt de minister van Justitie en Veiligheid dat een volledige schadevergoeding wordt toegekend als een politiemedewerker letsel heeft opgelopen doordat hij ambtshalve moest optreden en daardoor in belandde.
Ter verduidelijking noemt hij een aantal voorbeelden. ‘Hierbij kan worden gedacht aan inzet van de ambtenaar (eventueel als lid van de Mobiele Eenheid) bij ernstige verstoring van de openbare orde, de motorrijder die bij het begeleiden van een konvooi het overige verkeer moet stilzetten en daarbij wordt aangereden, de arrestantenverzorger die een weerspannige arrestant onder controle moet brengen, of de ambtenaar die vanwege een dringende taak met hoge snelheid aan het verkeer deelneemt.’
De nieuwe afspraken werden op 1 januari 2017 van kracht. Toen de eerste praktijksituaties zich voordeden, bleek over de interpretatie van het begrip beroepsincident toch een belangrijk verschil van inzicht te bestaan. De korpsleiding van de Nationale Politie stelde zich namelijk op het standpunt dat het letsel moet zijn ontstaan in een gevaarzettende situatie, dat wil zeggen: een riskante situatie die niet bij het normale politiewerk hoort.
Riskante situaties
Om de beoordeling te vergemakkelijken had het korps een gedragslijn opgesteld met negen voorbeelden van situaties waarin zich een beroepsincident met blijvend letsel kon voordoen (onder andere een brandend huis ingaan) – en dus eventueel het recht op volledige schadevergoeding kon ontstaan.
Uitzonderlijk gevaarlijk