Vijftig jaar ‘NPB-er in hart en nieren’
Op woensdag 16 december ontving oud-bondssecretaris Frans van der Heiden uit handen van Albert Springer (de huidige vicevoorzitter) een gouden NPB-speld met robijn vanwege zijn 50-jarig lidmaatschap van de bond. Een mooie aanleiding voor een terugblik op zijn lange staat van dienst binnen de Nederlandse politie en natuurlijk binnen de NPB – de bond waarvoor hij ook op 72-jarige leeftijd nog altijd actief is.
De cirkel was rond: aan het eind van de eerste dag van het bondscongres in 2011 nam de NPB met een langdurige staande ovatie afscheid van bondssecretaris Frans van der Heiden – op dezelfde plek waar hij in 1987 voor het eerst tot lid van het hoofdbestuur werd gekozen. Toenmalig bondsvoorzitter Han Busker bedankte hem namens de NPB-leden voor het vele werk dat hij voor de vereniging had gedaan – de laatste tien jaar als bondssecretaris. En het liedje is nog niet uit: tot op heden is Frans nog altijd binnen de bond actief als coördinator van het in 1988 door hem opgerichte NPB-belastingnetwerk.
Begonnen in Den Haag
Frans van der Heiden: ‘Ik ben in 1970 in dienst getreden bij de politie, om precies te zijn bij wat toen nog het gemeentelijke politiekorps van Den Haag was. Ik heb daar vier jaar gewerkt, toen ben ik overgestapt naar het politiekorps van Baarn. Dat was voornamelijk om privé-redenen: ik wilde niet langer met mijn gezin in Den Haag blijven wonen. Eerder overstappen kon niet: er bestond in die tijd een gentleman’s agreement tussen de korpschefs over de acceptabele termijn waarna ze een door een ander korps opgeleide agent mochten ‘wegkopen’. Die termijn was toen vier jaar.’
Vijf jaar Baarn
‘Voor het korps van Baarn heb ik daarna vijf jaar gewerkt – onder andere als motorrijder. Helaas functioneerde dat korps niet goed. Er was altijd een hoop rotzooi en ellende, met als gevolg een groot verloop op de werkvloer: het was echt jaar in jaar uit een komen en gaan van collega’s. Dat beviel me niks en in 1979 heb ik de knoop doorgehakt en gezegd: jullie zoeken het allemaal maar uit hier, ik ga ook pleite. Ik was inmiddels actief geworden binnen de NPB-afdeling Baarn. Vanaf 1975 maakte ik onder andere deel uit van het bestuur van die afdeling en van de gelijknamige FNV-afdeling.’
Paplepel
'Een concrete aanleiding voor mijn activiteiten binnen de NPB was er niet; ik heb me altijd sterk betrokken gevoeld bij de vakbeweging. Een affiniteit die me met de paplepel is ingegoten. Mijn ouders waren ook vrij actief binnen de vakbeweging – toen nog het NVV. Mijn vader heeft altijd gewerkt in de bouw en zich als lid van de toenmalige bouwbond niet onbetuigd gelaten. Ik heb als kind ook meegelopen met 1 mei-optochten met rode vlaggen en bossen rode tulpen. Dan gingen we naar de Stadsgehoorzaal in Leiden, daar was een grote 1 mei-manifestatie. Het was voor mij min of meer vanzelfsprekend dat ik op een gegeven moment zelf ook een actieve bijdrage zou gaan leveren aan de vakbeweging.’
Twaalf jaar Utrecht
‘Van 1979 tot 1991 heb ik als hoofdagent in Utrecht gewerkt – met name in de surveillancedienst en bij de recherche. Binnen de NPB ben ik al die tijd actief gebleven als kaderlid, met name in het bestuur van de afdeling Utrecht en als secretaris van de dienstcommissie – zeg maar de voorloper van de huidige ondernemingsraad. In 1987 werd ik door mijn afdeling kandidaat gesteld voor een zetel in het NPB-hoofdbestuur en vervolgens door het NPB-congres (bijeen in Maastricht) als één van de nieuwe hoofdbestuurders gekozen. In totaal heb ik drie termijnen van drie jaar in het hoofdbestuur volgemaakt. In die periode ben ik naast HB-lid ook nog lid van het dagelijks bestuur geweest, waarvan een aantal jaren als vice-voorzitter van de NPB.’
Belastingnetwerk
‘In 1988 heb ik samen met Coen Ricken het NPB-belastingnetwerk opgericht. De NPB ontving steeds meer klachten van leden over de belastingadviseurs van de FNV: die hadden te weinig verstand van de toen nog aftrekbare kosten voor politieambtenaren, waardoor hun dienstverlening bij het invullen van de belastingpapieren voor NPB-leden niet om over naar huis te schrijven was. Toen ben ik eens gaan praten met Coen – die net als ik al jaren in FNV-verband als belastingadviseur werd ingezet – en ik heb gezegd: joh, we moet dat als NPB wat beter gaan aanpakken. In mijn hoedanigheid als hoofdbestuurslid heb ik alle afdelingen een brief geschreven en geïnformeerd naar eventuele kaderleden die op fiscaal gebied deskundig waren. Daar kregen we zoveel respons op, dat we enthousiast zijn begonnen met het op poten zetten van een eigen NPB-belastingnetwerk. En drieëndertig jaar later bestaat dat nog steeds.'
Regiopolitie
‘Op 1 mei 1991 (Dag van de Arbeid) werd ik door de korpschef van Utrecht volledig vrijgesteld voor vakbondswerk. Dat gebeurde op persoonlijk aandringen van de legendarische NPB-voorzitter Leen van der Linden. De regionalisering van het Nederlandse politieapparaat was van start gegaan en de NPB kon wel wat extra mankracht gebruiken, wilde hij overal de vakbondsvinger aan de pols kunnen houden. Ik ben toen in de gelegenheid gesteld bij te springen. Dat deed ik met name door in zes regio’s namens de NPB deel te nemen aan het toenmalige regionale arbeidsvoorwaardenoverleg met korpsleiding (het RGO) en door als NPB-vertegenwoordiger zitting te nemen in bezwarencommissies. Daarnaast nam ik ook een gedeelte van de individuele belangenbehartiging voor mijn rekening.’
Belangenbehartiger
‘In 1996 heb ik gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bij de NPB in dienst te komen als fulltime individueel belangenbehartiger. De daaropvolgende vier jaar heb ik me dan ook uitsluitend beziggehouden met IB-zaken door het hele land. Daar kwam verandering in nadat de NPB en ABVAKABO in 1999 besloten hun samenwerking te intensiveren. Een proces dat mij vanaf 1 januari 2000 een nieuwe functie opleverde: regiobestuurder op het regiokantoor van ABVAKABO/NPB in Weert – niet ver van mijn woonplaats. Met in mijn portefeuille zowel de sector Politie als de sectoren Rijk en Onderwijs.’
Bondssecretaris
‘Toen ik een klein jaar later door het NPB-hoofdbestuur gevraagd werd als kandidaat-bondssecretaris, heb ik daar wel een tijdje over zitten nadenken. Moest ik dat eigenlijk wel doen? Ik was net een beetje behoorlijk ingewerkt in de voor mij geheel nieuwe sectoren Rijk en Onderwijs, had een netwerk opgebouwd, contact met allerlei leden en kaderleden gelegd. Als ik dat allemaal weer uit mijn handen liet vallen, was er dan niet erg veel energie verspild – zowel door mij als door de (kader)leden en de collega’s op het regiokantoor? Ik had daar eerlijk gezegd wel enige moeite mee. Uiteindelijk heb ik me toch kandidaat gesteld, omdat ik nu eenmaal een NPB-er in hart en nieren ben. Ik voel me zeer verknocht aan deze bond met zijn sociaal-democratische, humanistische invalshoek – met zijn gevoel voor maatschappelijke verantwoordelijkheid.'
Turbulente jaren
Op dinsdag 19 december 2000 stemde de bondsraad van de NPB in met de benoeming van Frans tot bondssecretaris en op 2 januari 2001 ging hij aan de slag als opvolger van Peter Gortzak, die op dezelfde dag zijn eerste werkdag als penningmeester van de ABVAKABO FNV beleefde. Frans zou die functie nog tien jaar lang blijven vervullen, steevast met de van hem bekende passie en inzet. Daardoor maakte hij vanaf 2004 nog een reeks turbulente jaren mee: de NPB koos voor hernieuwde zelfstandigheid, vestigde zich met een nieuwe eigen werkorganisatie in Woerden en begon aan een lange reeks acties tegen minister Remkes (onder andere de Blauwe Belegering) en later minister Ter Horst (de eerste stakingsacties in de geschiedenis van de Nederlandse politie).
Han Busker meldde op het congres van Maastricht dat hij Frans had leren kennen als duidelijk, direct en goudeerlijk – een echte vakbondsman. De woorden waarmee hij een eind maakte aan zijn afscheidspraatje lagen geheel in die lijn: ‘En laten we dan nu maar een lekker potje bier gaan drinken met z'n allen. Lijkt me een goed plan.’