Waarom alleen een RVU voor collega's uit 1961 & meer FAQs
Het nieuwe akkoord is een overbruggingsregeling. De landelijke onderhandelingen over een nieuwe Regeling vervroegd uittreden (RVU) vanaf 2026 hebben vertraging opgelopen, waardoor in 2025 bijna een hele jaargang politiemedewerkers (collega’s geboren voor 1 oktober 1961) buiten de boot dreigde te vallen. De politiebonden hebben dat weten te voorkomen door...
...met de minister van Justitie en Veiligheid en de korpsleiding af te spreken dat de doelgroep voor de lopende (tijdelijke) RVU voor de politiesector alsnog met één jaargang (het HELE geboortejaar 1961) wordt uitgebreid.
-------------------
Pensioenakkoord
In juni 2019 sloten de overheid, de werkgevers en de vakbeweging een landelijk pensioenakkoord. Belangrijke afspraak daarin was de herinvoering van sociale voorzieningen om te zorgen dat mensen die jarenlang zwaar en slijtend werk hebben gedaan - zoals politieagenten - een aantal jaren eerder konden stoppen met werken dan op hun AOW-gerechtigde leeftijd.
Tijdelijke landelijke RVU
Om tijd te winnen voor het uitwerken van een PERMANENTE regeling werd voor de periode 2021-2025 een TIJDELIJKE Regeling vervroegd uittreden (RVU) overeengekomen. Voor die jaren stelde de overheid een maandelijks vroegpensioenbedrag vrij van de fiscale RVU-boete van 52 procent. Dat bedrag is vergelijkbaar met de AOW-uitkering voor alleenstaanden. Voor 2024 is dat € 2.182 bruto per maand.
Dit bedrag mag maandelijks worden uitgekeerd in maximaal de 36 maanden voorafgaand aan iemands AOW-gerechtigde leeftijd. Die leeftijd wordt vanaf 2028 verhoogd tot 67 jaar en drie maanden. Daardoor zijn de laatste werknemers die onder de tijdelijke landelijke RVU kunnen vallen degenen die op 30 september 2025 de leeftijd van 64 jaar bereiken. Ze kunnen vanaf die datum nog drie jaar maandelijks een RVU-uitkering krijgen, zonder dat de werkgever daarover een boete hoeft te betalen.
Tijdelijke politie-RVU
Tijdens de onderhandelingen over een specifieke politie-RVU in 2019/2020 blokkeerde toenmalig minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus het benutten van de volledige doelgroep van de landelijke fiscale vrijstelling. Dat zorgde ervoor dat onder de huidige politie-RVU alleen de collega’s vallen die uiterlijk op 31 december 2025 65 jaar zijn. De collega’s met geboortejaar 1961 vielen dus in eerste instantie buiten de boot.
Opvolger landelijke RVU
Dat was geen probleem geweest als de tijdelijke landelijke RVU op tijd vervangen zou zijn door een permanente regeling op dat gebied. Maar in december 2023 liepen de gesprekken daarover tussen vakcentrales en werkgeversorganisaties vast. Daarmee kwam ook de tijdige invoering van een permanente vroegpensioenregeling voor de politiesector (vanaf 2025) op losse schroeven te gaan.
De politiebonden begonnen actie te voeren om dat te voorkomen. In afwachting van een nieuw RVU-akkoord op landelijk gebied en mede onder druk van de steeds hardere acties van de politiebonden, begonnen de werkgever en de politiebonden gesprekken over een overbruggingsregeling. Begin oktober werd met de kersverse politieminister David van Weel afgesproken om alle collega's met het geboortejaar 1961 alsnog onder de huidige tijdelijke politie-RVU te laten vallen (als ze aan de andere voorwaarden voldoen).
Drie maanden erbij
Dat is bijzonder als je bedenkt dat de AOW-leeftijd vanaf 2028 wordt verhoogd naar 67 jaar en drie maanden. Dat betekent dat de fiscale vrijstelling op basis van de tijdelijke RVU drie maanden eerder ophoudt dan de RVU-uitkering van de laatste groep rechthebbenden uit 1961. De huidige fiscale vrijstelling loopt namelijk tot en met 31 december 2028. Collega’s geboren in het laatste kwartaal van 1961 bereiken de AOW-leeftijd in het eerste kwartaal van 2029. De werkgever heeft dus geaccepteerd dat hij over een deel van de RVU-uitkeringen de fiscale boete van 52 procent zal moeten betalen - tenzij er tijdig een nieuwe landelijke RVU uit de bus komt.
Geboren na 1961
Zoals gezegd is dit een eenmalige overbruggingsregeling. De vroegpensioenopties van collega’s die zijn geboren in 1962 of daarna hangen af van de nieuwe landelijke afspraken op RVU-gebied. Op vrijdag 18 oktober hebben de vakcentrales en werkgevers met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een akkoord bereikt over een permanente RVU-vrijstelling voor zware beroepen. De politiebonden hebben hun acties opgeschort zodat met de politiewerkgever onderhandeld kan worden over een vroegpensioenregeling voor de politiemedewerkers geboren vanaf 1962. De gesprekken daarover zijn inmiddels gestart.