Politiebonden stellen cao-ultimatum
Het kabinet Rutte III heeft van de politiebonden tot en met vrijdag 12 februari de tijd gekregen om met een acceptabele loonsverhoging voor de politiemedewerkers over de brug te komen. Gebeurt dat niet, dan worden de onderhandelingen over een nieuwe politie-cao afgebroken en gaan de bonden over tot acties. Een ruime meerderheid van hun leden heeft zich eind januari voor deze koers uitgesproken.
Afgelopen vrijdag (5 februari) heeft het kabinet het ultimatum toegestuurd gekregen. Dat gebeurde nadat de besturen van de vier politiebonden zich hadden gebogen over de uitkomst van een digitale ledenpeiling over het accepteren van een loonsverhoging van 1,3 procent voor de komende anderhalf jaar. Deze peiling werd gehouden van maandag 25 januari tot maandag 1 februari. In die acht dagen kwamen er 9.948 reacties binnen.
Volop afspraken mogelijk
Op de eerste pagina van het stemformulier werd de stand van zaken nog eens uiteengezet. Eind 2020 hebben de werkgever en de bonden acht weken onderhandeld over een nieuwe politie-cao. Daarbij is duidelijk geworden dat er op een stuk of 25 punten afspraken te maken zijn over verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden. Over één cruciaal onderwerp kunnen beide partijen het echter niet eens worden en dat is de omvang van een structurele verbetering op beloningsgebied.
Impasse op beloningsgebied
Het ultieme aanbod van minister Grapperhaus van Justitie is een loonsverhoging van 1,3 procent en twee eenmalige uitkeringen van € 300 in een periode van anderhalf jaar (tot 1 juli 2022). De bonden houden vast aan een loonsverhoging van 2,5 procent en twee eenmalige uitkeringen van € 350 en € 300 in een periode van zestien maanden (tot 1 mei 2022).
De deelnemers aan de ledenpeiling kregen drie opties voorgelegd:
- Het aanbod van de werkgever accepteren.
- Het aanbod niet accepteren en zo snel mogelijk starten met vakbondsacties.
- Het aanbod niet accepteren en na de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart starten met vakbondsacties.
De uitslag van de ledenpeiling was als volgt:
Ruime meerderheid voor acties
In totaal bleek van de gezamenlijke achterban van de NPB en de ACP dus 77 procent voor het verwerpen van het voorliggende afsprakenpakket en het starten van vakbondsacties. Van de deelnemende ANPV-leden bleek maar liefst 85 procent die mening toegedaan en van de deelnemende Equipe-leden 66 procent. Over de hele linie een ruime meerderheid dus.
Laatste kans
Na overleg met het Landelijk Actie Centrum (LAC) en de regionale actieteams hebben de bonden het kabinet afgelopen vrijdag een ultimatum gestuurd. ‘Daarmee is de eerste stap op weg naar acties gezet,’ aldus actieleider Maarten Brink. ‘De spelregels schrijven voor dat bonden daar niet zomaar mee kunnen beginnen, maar de werkgever altijd nog een duidelijke laatste kans moeten geven om aan hun eisen te voldoen. Als minister Grapperhaus dit officiële ultimatum aan zijn laars lapt, zijn we zorgvuldig genoeg geweest om het overleg te kunnen afbreken en de politieke druk te gaan opvoeren via vakbondsacties.’
Actieteams aan de slag
De voorbereidingen voor de eerste acties zijn inmiddels in gang gezet, want de bonden streven ernaar zo snel mogelijk uit de startblokken te komen. Tegelijkertijd zijn ze zich ervan bewust dat actievoeren tijdens de COVID 19-pandemie extra vindingrijkheid en zorgvuldigheid vereist. ‘Er zijn ook dit keer genoeg collega’s die het liefst meteen harde acties zouden zien,’ aldus actieleider Alwin de Kok. ‘Maar dat is een riskante aanpak die de maatschappelijke steun voor onze eisen snel kan doen afbrokkelen. Wat ons betreft wordt het dus beheerst beginnen, daardoor begrip en draagvlak opbouwen en dan opschalen naar steeds hardere acties tijdens de formatie van het nieuwe kabinet.’