5 maart 2021

Gezocht: een nieuwe generatie politieleiders

Het komende kabinet doet er verstandig aan het jaarlijkse budget van de Nationale Politie structureel te verhogen. Maar extra geld zal de structurele overbelasting van het korps door overvraging en prestatiedruk niet oplossen. Daarvoor is het opstaan van een nieuwe generatie leidinggevenden noodzakelijk. Dat betoogt NPB-voorzitter Jan Struijs in een opiniestuk voor de NRC, geschreven samen met ACP-voorzitter Gerrit van de Kamp en CDA-Kamerlid (woordvoerder politie) Chris van Dam (FOTO).

Het is verkiezingstijd. Tijd om wensen, noden en ambities helder op tafel te leggen. Eind januari meldde de korpsleiding zich: er is zeker 600 miljoen euro extra nodig. Extra budget is altijd welkom, maar het lost de onderliggende problemen van de politie – overvraging en prestatiedruk – niet op.

De waardering voor de politie in de samenleving blijft hoog, maar we zien een organisatie die permanent overbelast is. Ook al vóór corona. Met de vorming van de nationale politie is de aanwezigheid van de politie in de wijken en dorpen van ons land achteruit gehold.

De basisteams zijn niet de robuuste teams die ons beloofd waren. De belofte dat wijkagenten 80 procent van hun tijd daadwerkelijk voor hun wijk konden werken, wordt niet gehaald. Terwijl ‘er zijn’ voor de politie heel belangrijk is.

Pleisters plakken
De politie is langzaamaan overgestapt van een probleemgerichte, preventieve aanpak naar een incidentgerichte, meer reactieve en punitieve werkwijze. Dat geldt voor blauw, politie in uniform, en dat geldt voor de opsporing. Veel meer dan pleisters plakken lukt niet. Zowel binnen als buiten de organisatie is er een beweging, een trek omhoog.

In Den Haag – op het hoofdkantoor, het ministerie van Justitie en Veiligheid – lijkt een magneet te staan die alle energie omhoog laat stromen. De zeggenschap van het lokaal gezag, de burgemeester voorop, is de afgelopen jaren zeer klein geworden. Té klein. Landelijke prioriteiten winnen het altijd van lokale prioriteiten. De ruimte die medewerkers hebben om zelf te beslissen in welk tempo zij werken, in welke volgorde en met welke prioriteiten wordt ervaren als buitengewoon gering. Dat geldt ook voor het mandaat om in de lagere echelons van het korps initiatief te nemen en te innoveren.

Geen cultuurverandering
Maar er zijn meer problemen. Een onderzoek in 2018 toonde aan dat het slecht gesteld is met de tevredenheid van politiemensen over hun eigen organisatie. Het ziekteverzuim in de operationele dienst blijft onverminderd hoog, interne onderzoeken dragen bij aan een angstcultuur en met het fors reduceren van het aantal leidinggevenden is de gehoopte cultuurverandering in negatieve zin gerealiseerd.

Personeel wordt niet meer geleid en begeleid op de inhoud van hun werk – daar waar voor velen nog steeds de passie ligt – maar op bedrijfskundige staatjes en normen, op incidenten en klachten.

Achterblijvende urgentie
Ook op landelijk niveau staat de organisatie onder hoogspanning. De al langer bestaande problemen bij de Landelijke Eenheid staan niet op zichzelf. Ze zijn de resultante van een achterblijvende urgentie op de aanpak van zware criminaliteit met internationale dimensies. Bij gebrek aan visie heeft die Landelijke Eenheid niet de plek die binnen ons politiebestel nodig is. Een plek die een fundamentele systeembreuk in ons politiebestel zou rechtvaardigen.

Herbezinning vereist
De politie is in nood. Velen zien het, weinigen spreken er over. We zijn toe aan een herbezinning – niet een reorganisatie – die de vrijheid en de vrijmoedigheid terug brengt in de organisatie. Die ertoe moet leiden dat al die enthousiaste, getalenteerde en kundige dienders op de werkvloer de geborgenheid en het vertrouwen ervaren om te mogen experimenteren, fouten te mogen maken, terug te mogen naar de voorkant van het probleem. In de wijk, in de opsporing en bovenal: het hervinden van de menselijke maat.

Wat daarvoor nodig is? Een nieuwe, jonge generatie leidinggevenden die durft op te staan. Veranderingen in het politiedomein zijn altijd gekomen van angry young men and women. Die voelden dat de tijden veranderd waren, dat er een nieuw perspectief nodig was. Als er al extra budget komt, laat dat dan één van de voorwaarden zijn. Daar begint het. Het heeft geen zin dat de oudere generatie bedenkt hoe het verder moet. Hooguit kunnen zij met hun kennis, ervaring en macht dat proces faciliteren. En dat doet die oudere generatie vast heel graag!

-------------------------

Reageren op dit opiniestuk? KLIK HIER!