De NPB vindt al jarenlang dat de Nationale Politie meer moet doen aan de preventie van beroepsziekten zoals PTSS. In april 2018 zijn in het NPB-boek ‘Zie me staan’ zeven verbijsterende verhalen gepubliceerd over hoe de politieorganisatie omgaat met collega’s die last krijgen van mentale blessures. De ervaringen van Karin Pril – nu 56 jaar – zouden daar moeiteloos als achtste verhaal aan toegevoegd kunnen worden.
Karin trad op 1 januari 1982 in dienst bij de voormalige Rijkspolitie en heeft altijd goed gefunctioneerd als generalist GGP (Gebiedsgebonden Politiezorg) in Twente, eenheid Oost. Tijdens haar loopbaan heeft ze veel ellende meegemaakt, waaronder de vuurwerkramp in Enschede in 2000. Hoewel haar PTSS werkgerelateerd is, kwam voor Karin het ‘gevaar’ vooral vanuit het korps. In 2012 begon de strijd die Karin heeft moeten voeren tegen leidinggevenden die haar situatie negeerden of niet goed onderkenden. Hij eindigde in wezen pas met haar ontslag op medische gronden in februari 2018.
Jarenlang kreeg Karin niet de hulp aangeboden die ze dringend nodig had. In plaats daarvan werd ze door leidinggevenden geïntimideerd en gepest, waardoor ze zich steeds onveiliger begon te voelen. Zo kreeg Karin in 2013 een schriftelijke berisping omdat ze een bij herhaling fout parkerende taxichauffeur had bekeurd – na talloze vriendelijke verzoeken en waarschuwingen. Een disciplinaire maatregel die op 15 september 2016 door de Centrale Raad van Beroep werd vernietigd. Er was helemaal geen sprake van strafwaardig plichtsverzuim en dus had de werkgever geen straf mogen opleggen.
Het voert te ver om alle negatieve ervaringen van Karin hier te beschrijven. Niet onvermeld mag echter blijven dat de werkgever – alvorens over te gaan tot ontslag op medische gronden – enthousiast geprobeerd heeft om haar met een oneervol en onvoorwaardelijk strafontslag op straat te zetten. In juni 2016 kreeg ze een voornemen tot dat besluit uitgereikt. Uiteindelijk kwam de werkgever tot inkeer en trok zijn voornemen begin 2017 weer in, maar voor Karin was het leed toen al geschied.
In mei 2019 diende NPB-advocaat Willem de Klein een aanvraag tot erkenning van volledige aansprakelijkheid in bij de werkgever. Doel: een volledige (im)materiële schadevergoeding voor Karin zien te bereiken. In augustus werd vervolgens een vaststellingsovereenkomst gesloten tussen Karin en het korps. Hierdoor hoeft er niet nog jarenlang geprocedeerd te worden bij de rechter. Dat geeft Karin de ruimte om te gaan werken aan haar gezondheid, ook al zit volledig herstel er niet meer in en is ze blijvend invalide. Volgens de verzekeringsarts van het Uwv heeft ze geen enkel vooruitzicht meer om ooit nog aan het werk te komen.
Intimidatie
Ter afsluiting van haar loopbaan bij het korps heeft de eenheidsleiding van Oost Karin op 8 november in een persoonlijk gesprek excuses aangeboden. Dat was afgesproken in de vaststellingsovereenkomst, net als het geven van een rectificatie. Dat laatste is eind november ook gebeurd op het intranet van de eenheid Oost. Helaas konden partijen het niet helemaal eens worden over de tekst. Bovendien werd de wens van Karin om de rectificatie binnen het hele korps te communiceren niet gehonoreerd.
Aansprakelijkheid
Om die redenen wordt de door Karin zo vurig gewenste rectificatie hiernaast afgedrukt – een tekst die dus op onderdelen afwijkt van de tekst van de werkgever. Met deze publicatie door de NPB kan Karin het hoofdstuk ‘politie’ – meer dan de helft van haar leven! – definitief afsluiten en beginnen aan de broodnodige deskundige behandelingen om te redden wat er nog te redden valt als het gaat om lichaam en geest.
Rectificatie