Deze gelden voor alle politiemedewerkers met een salaris. Ze werken ook allemaal door in de aanvullende werkgeversuitkeringen wegens ziekte. Politievrijwilligers en vakantiewerkers komen niet in aanmerking voor deze verhogingen.
De huidige manier van belonen voor aspiranten komt te vervallen. De beloning van aspiranten wordt verbeterd en vereenvoudigd. Er worden twee nieuwe salarisschalen voor aspiranten toegevoegd aan de reguliere beloningssystematiek van de politie:
● Basispolitieonderwijs (niveau 2 t/m 4)
● Schaal voor Hoger Politieonderwijs (niveau 5 t/m 7)
Dit betekent dat de huidige tegemoetkoming voor aspiranten zonder werkervaring in het eerste leerjaar komt te vervallen. Deze wordt vervangen door een salaris dat duidelijk hoger is dan de huidige tegemoetkoming. De tegemoetkoming in het eerste leerjaar voor het basispolitieonderwijs is nu € 1.222,01 per maand en voor het hoger politieonderwijs € 1.333,09 per maand.
Met de aanpassing in de reguliere salarisschalen wordt dit voor een 18-jarige die start met de basispolitieopleiding en geen werkervaring heeft € 1.457,59 per maand. Voor een 19-jarige wordt dit € 1.942,88 per maand en vanaf 20 jaar € 2.411,84 per maand.
Voor een aspirant die hoger onderwijs gaat volgen, wordt dit respectievelijk € 1.523,84, € 2.031,16 en € 2.519,72 per maand. Deze bedragen worden nog verhoogd met het afgesproken percentage loonontwikkeling in deze cao.
Voor aspiranten met minimaal een jaar werkervaring wordt de manier van belonen vereenvoudigd. Afhankelijk van het aantal jaren werkervaring vindt de inschaling in de aspirantenschaal plaats. Bijbaantjes en stages tellen voor de werkervaring niet mee. Zie het onderstaande document voor de nieuwe aspirantenschalen en de wijze van inschaling met werkervaring.
De ingangsdatum is 1 augustus 2026. Dat betekent dat aspiranten die per 1 augustus 2026 een tegemoetkoming ontvangen op dat moment overgaan naar het aspirantensalaris. Aspiranten die op 1 augustus 2026 een salaris ontvangen op grond van de huidige aspirantenschalen, gaan op dat moment over naar het nieuwe aspirantensalaris.
Voor de aspiranten die op 1 augustus 2026 een salaris ontvangen op grond van de reguliere salarisschalen, wijzigt niets.
De insteek van de bonden bij deze onderhandelingen was om structurele verbeteringen af te spreken voor de ORT. Over de manier waarop dit moest gebeuren, konden vakbonden en werkgever het echter niet eens worden. Daarom is er uiteindelijk voor gekozen om akkoord te gaan met een structureel goede salarisverhoging die voor alle politiemedewerkers geldt én die ook doorwerkt in de toelages zoals de ORT, consignatievergoeding, ME-vergoeding, overwerkvergoeding en verschuivingsvergoeding.
De ORT stijgt de komende twee jaar als volgt:
- vanaf 1 december 2025 met 1%;
- vanaf 1 maart 2026 met 2%;
- vanaf 1 september 2026 met 2%;
- vanaf 1 januari 2027 met 2%;
- vanaf 1 januari 2027 met 1,4% vanwege de invoering van de inwisselbare feestdagen;
- vanaf 1 juli 2027 met 1,5%.
Hierdoor stijgt de ORT in totaal met ongeveer 10%:
- laag tarief (doordeweekse nachten / weekend overdag): van € 5,04 naar € 5,56 per uur
- hoog tarief (weekendnachten): van € 7,57 naar € 8,35 per uur
- consignatievergoeding: van € 2,54 naar € 2,76 per uur
Bovenstaande bedragen zijn nog niet officieel berekend op basis van 3 cijfers achter de komma. Er kan hierdoor een marginale afwijking in de definitieve bedragen zitten.
Ontvang je een WIA-uitkering, dan wordt die na ontvangst van een eenmalige extra uitbetaling door de werkgever eenmalig verlaagd door het UWV. Je houdt ongeveer een derde van het extra bedrag over. Er komt geen structurele verlaging van je WIA-uitkering. Houd dus wel rekening met een eenmalige lager WIA-uitkering na ontvangst van de eenmalige uitkering vanuit de werkgever.
Ontvang je een WAO-uitkering, dan zijn de (financiële) gevolgen erg afhankelijk van je individuele situatie. Naast een blijvende korting op je WAO-uitkering kan de ontvangst van eenmalige uitkeringen ongunstig zijn voor je invaliditeitspensioen of herplaatsingstoelage. Het korps heeft daar geen invloed op. Dit is landelijke regelgeving vanwege het sociale zekerheidsstelsel.
Om ongewenste blijvende effecten te voorkomen, kunnen collega’s met een WAO-uitkering gebruikmaken van de optie om af te zien van de eenmalige uitkeringen. Er is helaas geen algemeen advies te geven wat verstandig is om te doen. De gevolgen zijn afhankelijk van jouw individuele uitkeringssituatie.
Voor de duidelijkheid: de hierboven genoemde ongunstige gevolgen van de inrichting van ons sociale zekerheidsstelsel zijn niet te voorkomen. De uitkeringen zijn op grond van de cao voor alle medewerkers geregeld en daarin mag vervolgens geen onderscheid meer worden gemaakt.
Nee, deze uitkeringen zijn uitsluitend bedoeld voor collega’s die in deze maanden in dienst zijn van het korps. Vanaf het moment dat je RVU in gaat, ben je officieel met ontslag en heb je als voormalig ambtenaar geen aanspraak meer op deze extra beloning.
Uit ervaring weten we dat je de waarde van cao-salarisafspraken beter kunt beoordelen door ze op middellange termijn te vergelijken met de ontwikkeling van de inflatie. Mede door het langjarige karakter van de meeste cao’s zitten de salarisverbeteringen de ene keer boven en de andere keer onder de inflatiepercentages.
De loonstijgingen uit de vorige CAO (+5% per 1 juli 2024 en +2% per 1 januari 2025) compenseren samen de inflatie over 2024 en 2025. Deze inflatie wordt door het CBS en DNB geraamd op in totaal circa 6,3%. Met een cumulatieve loonstijging van +7% is in deze periode de inflatie dus gedekt en is er sprake van een lichte verbetering van de koopkracht.
In de nieuwe CAO is een loonstijging van in totaal 8,5% afgesproken voor december 2025 tot en met 15 december 2027. Daar staat tegenover een verwachte inflatie van circa 4,6% in diezelfde periode. Op basis van deze cijfers zal de nieuwe CAO de inflatie dus ruim compenseren. Politiemedewerkers kunnen dus rekening houden met verbetering van de koopkracht, als de inflatie zich ontwikkelt zoals nu voorspeld wordt.


Nee, er zijn geen nadelige gevolgen voor huidige aspiranten. Het uitgangspunt is dat ze, met de invoering van dit nieuwe beloningsbeleid, niet worden benadeeld.
Ja dat klopt. In de overbruggingsregeling RVU uit 2024 is afgesproken dat de doorwerkbonus wordt toegekend aan medewerkers uit de jaargang 1961 die tot hun AOW-leeftijd blijven doorwerken. Voor de medewerkers geboren in 1962, 1963, 1964 en het eerste kwartaal van 1965 geldt er geen doorwerkbonus.
De enige voorwaarde om voor deze eenmalige uitkeringen in aanmerking te komen, is dat je in de maand van uitbetaling in dienst bent van de Nationale Politie. Ook alle aspiranten kunnen dus een of meer van deze uitkeringen tegemoet zien.
Ben je in december 2025 of september 2026 met (gedeeltelijk) onbezoldigd buitengewoon verlof, dan heb je minder of helemaal geen aanspraak op deze eenmalige uitkeringen. De enige uitzonderingen hierop zijn de politievrijwilligers en vakantiewerkers. Omdat deze eenmalige uitkeringen incidenteel zijn, werken ze door in de aanvullingen van de werkgever op uitkeringen wegens ziekte. De hoogte daarvan is namelijk exclusief gekoppeld aan het structurele beloningssysteem (= de salarisschalen).
De hoogte van de eenmalige uitkering is gebaseerd op een dienstverband van 36 uur. Bij een andere omvang van het dienstverband is het bedrag naar rato, ook als de omvang van het dienstverband meer dan 36 uur is. Bij een dienstverband van 38 uur is de eenmalige uitkering € 1.161,11 en bij een dienstverband van 40 uur € 1.222,22.