Het uitgewerkte verlofspaarplan LFU vertoont één belangrijk verschil met de regeling die in de politie-CAO 2015/2017 was afgesproken. Die had als uitgangspunt dat het beoogde verlofspaarplan vanaf de begindatum alleen verplicht zou worden voor nieuwe medewerkers. Volgens de uiteindelijke versie moeten ook alle huidige medewerkers onder de 45 jaar vanaf het begin verplicht meedoen – en daarvoor onder andere hun levenslooptoelagen inleveren.

Gezien deze verandering was het onvermijdelijk dat de bonden het onderhandelingsresultaat opnieuw aan hun leden zouden voorleggen. Om te beginnen organiseerden we in april zesentwintig informatiebijeenkomsten over het uitgewerkte spaarplan. Daarna hield elke politiebond een eigen digitale ledenpeiling, in ons geval van 12 tot en met 31 mei.

Op dinsdag 6 juni kon ik de bondsraad laten weten dat 1.235 NPB-leden een geldige stem hadden uitgebracht. Dat is dus vijf procent van de leden. Hiervan had gestemd en . (Zes procent had ‘Weet niet/geen mening’ aangekruist.) Opmerkelijk genoeg stemde in de lagere leeftijdsgroepen (jonger dan 45 jaar) een hoger percentage TEGEN dan in de hogere leeftijdsgroepen (45 jaar en ouder). In de hogere leeftijdsgroepen waren dus relatief meer VOOR-stemmers dan in de lagere.

De bondsraad moest afwegen in hoeverre zij de lage deelname afbreuk vond doen aan de op zich duidelijke uitkomst: 63 procent tegen. Uiteindelijk kregen de NPB-onderhandelaars (Albert Springer en ik) de opdracht niet met de regeling akkoord te gaan, tenzij uit een nieuwe opiniepeiling (bijvoorbeeld via het korps) duidelijk zou worden dat een representatieve meerderheid van de collega’s de regeling positief beoordeelde.

De afgelopen periode hebben we bij collega’s op de werkvloer navraag gedaan over de achtergronden van hun negatieve oordeel. Wat wij duidelijk terug krijgen is dat veel leden momenteel weinig vertrouwen hebben in de organisatie. De werkdruk is hoog, maar er wordt niet gewerkt aan het terugdringen van het capaciteitsgebrek. Sterker nog: het tekort aan personeel zal de komende jaren naar verwachting alleen maar toenemen. In die situatie wordt over gewone verlofaanvragen al vaak moeilijk gedaan. Waarom zou dat bij het opnemen van het extra verlof via de LFU anders zijn?

Opmerkelijke uitkomst

Ook hebben veel collega’s onder de 45 jaar moeite met hun alsnog verplichte deelname, wat praktisch gezien neerkomt op het inleveren van twee procent van hun vrij besteedbare inkomen (de huidige levenslooptoelagen).

Serieuze bezwaren

Dit bericht is gepost in Nieuws. Bookmark de link.