Op woensdag 31 juli komen de politiebonden en minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid bij elkaar voor een eerste verkenning van de mogelijkheden die het in juni gesloten pensioenakkoord biedt voor nieuwe afspraken over eerder stoppen met werken binnen de politiesector.
De politie-CAO 2018/2020 (van 1 november 2018) bevat daarover een duidelijke afspraak. Mocht een pensioenakkoord leiden tot nieuwe politieke en financiële ruimte voor afspraken over eerder stoppen met werken, dan zouden de werkgever en de bonden de CAO-onderhandelingen op dat punt hervatten. Direct na het sluiten van het pensioenakkoord hebben de politiebonden de minister aangesproken op deze CAO-afspraak. De minister heeft gehoor gegeven aan deze oproep door de bonden uit te nodigen voor een overleg komende woensdag.
Het pensioenakkoord biedt meerdere mogelijkheden om werknemers in zware beroepen eerder te laten stoppen met werken. Aangezien het kabinet het pensioenakkoord mede heeft ondertekend, verwachten de politiebonden dat met minister Grapperhaus afspraken te maken zijn voor de politie. Woensdag zal duidelijk worden welk tijdpad beide partijen voor ogen hebben voor een nadere uitwerking.
Aan de binnengekomen vragen van leden merkt de NPB dat niet voor iedereen duidelijk is welke onderdelen van het akkoord op korte en langere termijn relevant zijn als het gaat om eerder kunnen stoppen met werken. Hieronder zetten we de gemaakte afspraken nog een keer op een rij in volgorde van toepasbaarheid.
Het minder snel stijgen van de AOW-leeftijd zorgt ervoor dat collega’s die binnenkort met pensioen gaan te maken krijgen met een minder groot AOW-gat. Daardoor hoeven ze minder eigen pensioengeld in te zetten om dit gat te overbruggen. Dat betekent praktisch dat ze vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd levenslang een hoger pensioenbedrag ontvangen of kunnen besluiten door gebruik te maken van het ABP Keuzepensioen een paar maanden eerder met pensioen te gaan. Inmiddels heeft ABP mijnABP aangepast aan de nieuwe AOW-leeftijden: .
Maatregelen uit het akkoordAftopping stijging AOW-leeftijd
De afgelopen vijftien jaar heeft de politiek het afspreken van vroegpensioenregelingen in CAO’s zoveel mogelijk ontmoedigd, vooral door het instellen van een fiscale boete van 52 procent bovenop het vroegpensioenbedrag, de zogenaamde RVU-heffing. Daardoor zijn deze regelingen in veel gevallen onbetaalbaar geworden.