De onderhandelaars van minister Grapperhaus van Veiligheid en Justitie, de korpsleiding en de politiebonden zijn het eens geworden over een pakket concrete afspraken om de generatiewisseling binnen het politiepersoneel in goede banen te leiden. Aan de ene kant wordt het op peil houden van de capaciteit bevorderd, met name door een versnelde instroom van nieuwe collega’s. Aan de andere kant komt er extra vroegpensioenruimte voor collega’s die tientallen jaren het meest zware en risicovolle politiewerk hebben gedaan. De volgende stap voor de bonden is het onderhandelingsresultaat voorleggen aan hun achterban.
Het bereikte concept-akkoord is een uitwerking van een aantal principe-afspraken in de politie-cao 2018/2020. De officiële onderhandelingen begonnen eind november vorig jaar en verliepen aanvankelijk vrij moeizaam. Eind januari zagen de bonden zich genoodzaakt de werkgever een ultimatum op te leggen en begin maart riepen ze zelfs maar vast hun regionale actieteams bijeen voor landelijk beraad.
Niet lang daarna kwam er toch wat schot in de zaak, met als gevolg dat de onderhandelingen de afgelopen anderhalve maand ondanks alle coronabeperkingen toch zoveel mogelijk (digitaal) zijn doorgegaan. Volgens alle partijen was het noodzakelijk om nu dan toch spijkers met koppen te slaan, gezien het grote belang van het afsprakenpakket voor zowel individuele medewerkers als de volledige politieorganisatie.
Vandaag heeft de ministerraad de benodigde extra financiering voor het onderhandelingsresultaat goedgekeurd. Daarmee is politiek groen licht gegeven voor een intelligente en op solidariteit gebaseerde generatiewisseling binnen de politie, bestaande uit de volgende drie componenten:
De werkgever en de bonden zijn het eens geworden over een intensivering van de basisopleiding van instromende medewerkers. In nauwe samenwerking met de Politieacademie is een geconcentreerde versie van het huidige leerprogramma uitgewerkt, waardoor studenten sneller dan voorheen (na twee in plaats van drie jaar) volledig inzetbaar zijn binnen het korps.
Coronabeperkingen
De nieuwe opleiding bestaat uit een schoolperiode (met de nadruk op theoretische vorming) van een jaar en een praktijkdeel van eveneens een jaar. Hoewel tijdens deze tweejarige opleiding het leren centraal staat, wordt de student in het tweede jaar onder begeleiding ook al ingezet bij het reguliere politiewerk. Een deel van de nieuwe collega’s begint bij de opsporing, de overigen in de Gebiedsgebonden Politiezorg (GGP). Afgesproken is dat ze voor deze bijdrage voortaan beter beloond zullen worden dan nu het geval is.
Drie componentenNieuwe basispolitieopleiding
Tijdens de cao-onderhandelingen in 2018 hebben de bonden de werkgever een Herstelplan aangeboden met een stuk of dertig suggesties om de onderbezetting binnen het korps – en dus de veel te hoge werkdruk – aan te pakken. Dit heeft geleid tot een in de cao opgenomen samenwerkingsconvenant, gericht op het vrijspelen van uitvoerende capaciteit door organisatorische verbeteringen. Daarvoor zijn nu een aantal praktisch uitgewerkte maatregelen afgesproken. Zo wordt het de komende jaren mogelijk om politievrijwilligers tijdelijk als bezoldigd politiemedewerker aan te stellen, waardoor ze meer uren per jaar inzetbaar zijn. Ook wordt de regelgeving aangepast om te zorgen dat medewerkers die dat willen ook na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd nog een tijdje bij de politie kunnen blijven werken.