NPB steunt nieuwe spelregels werknemerspensioen

De Nederlandse Politiebond kan zich vinden in de uitwerking van het pensioenakkoord waarmee een ruime meerderheid van het FNV Ledenparlement op zaterdag 4 juli heeft ingestemd. ‘Er is nog veel werk aan de winkel,’ zegt NPB-voorzitter Jan Struijs, ‘Maar hierdoor kunnen we een pensioenvoorziening behouden die gebaseerd is op solidariteit, met als groot pluspunt meer mogelijkheden om de koopkracht en stabiliteit van de uitkeringen te waarborgen en pech- en gelukgeneraties te voorkomen.’

De nieuwe spelregels zijn een uitwerking van de principe-afspraken over de vernieuwing van het pensioenstelsel in het landelijk pensioenakkoord van 5 juni vorig jaar.

Het dagelijks bestuur van de NPB en ook de vertegenwoordigers van de NPB-leden in het FNV Ledenparlement (Hans Beurskens en Karl Verlaan) vinden dat het resultaat voldoet aan de vooraf geformuleerde doelen. De nieuwe afspraken met de werkgevers en de overheid bieden in hun ogen een realistische blauwdruk voor , waarbij voor de bonden een actieve rol is weggelegd als bewaker van een zorgvuldige uitvoering.

Op vrijdag 4 juli stemt het Ledenparlement van de FNV – de grootste vakbondskoepel van Nederland, waarbij ook de NPB aangesloten is – over het bereikte onderhandelingsresultaat.

De belangrijkste vernieuwing waarover de bonden, de werkgevers en de politiek het eens zijn geworden zijn is een regelmatige inflatiecorrectie mogelijk maken door het loslaten van de buffereisen voor de pensioenfondsen. De huidige spelregels schrijven voor dat een fonds voldoende kapitaal (bezittingen) achter de hand moet hebben om alle deelnemers hun pensioenen te kunnen betalen PLUS nog een flinke buffer (ruim een kwart extra). Pas bij een ‘dekkingsgraad’ van 128 procent mogen de fondsen ertoe overgaan om geld te steken in het verhogen van de pensioenen om de prijsstijgingen volledig te compenseren (indexeren).

De afgelopen tien jaar hebben de pensioenfondsen grote moeite gehad om zelfs de vereiste buffers te halen om de pensioenen gedeeltelijk te mogen indexeren (dekkingsgraad van 110 procent). Dat kwam mede doordat ze wettelijk verplicht waren bij het waarderen van hun bezittingen een om politieke redenen kunstmatig laag gehouden ‘rekenrente’ te hanteren. Het gevolg is dat de werknemerspensioenen in Nederland al een decennium niet verhoogd zijn om de inflatie te corrigeren en daardoor inmiddels 15 tot 20 procent aan koopkracht hebben ingeboet.

Buffereisen

In de nieuwe spelregels komen de fenomenen dekkingsgraad en rekenrente niet meer voor. Pensioenfondsen krijgen de ruimte om behaalde rendementen eerder te gebruiken om de koopkracht van de pensioen op peil te houden. Daar staat tegenover dat (zwaar) tegenvallende rendementen ook eerder tot kortingen leiden. Dat is onvermijdelijk de andere kant van de medaille als je geen buffers aanhoudt. Als schokdemper is echter de nieuwe spelregel bedacht dat zowel verhogingen als verlagingen telkens in stukjes worden gehakt en in de loop van meerdere jaren worden toegekend. Hierdoor kunnen plussen en minnen elkaar dempen.

Geen inflatiecorrectie

Dit bericht is gepost in Nieuws. Bookmark de link.