Ik sprak daar met Karel Doorman (niet zijn echte naam), sinds 2005 in dienst van de politie en werkzaam binnen het TAT. Eerst viel dat team onder het regiokorps Haaglanden; sinds de komst van de Nationale Politie onder de eenheid Den Haag. Het team heeft een bezetting van 234 voltijdbanen (fte’s) en werkt op vijf locaties binnen drie verschillende operationele processen (arrestantenzorg, parket en coördinatie executietaken). Dat maakt het werk soms wel wat lastig en complex. Maar Karel is er gek op en straalt wanneer hij erover vertelt. In het verleden werkte hij op de rechtbank en sinds anderhalf jaar op het cellencomplex. Hij en zijn collega’s staan altijd voor elkaar klaar en hij noemt de club zelfs één grote familie.

Aan de rechtspositie van de huidige politie-boa’s valt echter nog wel wat te verbeteren. Grootste steen des aanstoots van Karel en zijn collega’s is het boa-examen dat ze iedere vijf jaar opnieuw moet afleggen om hun bevoegdheid te behouden. De meeste andere uitvoerende politiemedewerkers danken hun opsporingsbevoegdheid aan een eenmalig behaald basis politiediploma. Boa-collega’s moeten iedere vijf jaar opnieuw door een examenhoepeltje springen. Dat is om allerlei redenen erg vervelend voor zowel de medewerkers als voor het korps.

Om te beginnen is het natuurlijk gewoon een weinig efficiënte aanpak, die beide partijen onnodig veel tijd, geld en energie kost. Dat wordt in de hand gewerkt doordat het af te leggen boa-examen is toegespitst op de praktijk van de gemeentelijke handhaving. Een van de onderdelen is bijvoorbeeld het opmaken van een proces-verbaal – iets dat helemaal niet behoort tot het takenpakket van arrestantenbewakers. Daarnaast kost het veel administratieve handelingen om het behaalde boa-examen weer om te zetten op de boa-akte. Wanneer een collega het examen niet haalt of te laat is met overzetten (dat komt door de bureaucratische rompslomp regelmatig voor), dan mag hij vrijwel geen werkzaamheden meer verrichten.

Andere rechtspositionele minpunten waar de huidige politie-boa’s mee worstelen zijn het gebrek aan interne doorstroomkansen en de praktisch zeer geringe verschillen tussen het werk van collega’s in de schalen 5 en 6 binnen Bewaken & Beveiligen. Ook maakt menigeen zich zorgen over de kans dat ze in de toekomst niet langer het operationele uniform mogen dragen.

Examenhoepeltje

Gelukkig kon ik Karel melden dat anno 2021 niet alleen de politiebonden maar ook het korps graag af wil van het elke vijf jaar terugkerende boa-examen. De nieuwe politie-cao voor het jaar 2021 bevat dan ook de afspraak om het nieuwe vakgebied ondersteuning van de politietaak in te voeren, bedoeld voor medewerkers die (zoals bij het TAT) op een beperkte manier worden ingezet voor het uitvoeren van de politietaak. Onderdeel van deze afspraak is het ontwikkelen van een eenmalige politiespecifieke opleiding met een diploma dat een blijvende (beperkte) opsporingsbevoegdheid oplevert.

Rompslomp

Wat betreft het loopbaanperspectief van de huidige politie-boa’s: in de cao 2018/2021 zijn allerlei loopbaangaranties afgesproken voor medewerkers binnen de Gebiedsgebonden Politiezorg (GGP). De NPB streeft naar het afspreken van soortgelijk beleid voor de andere vakgebieden. We maken ons daar onophoudelijk sterk voor binnen bijvoorbeeld de Werkgroep ontwikkeling, waarin deskundigen namens de bonden en de werkgever verstandig doorstroombeleid voor de politiesector uitstippelen. Over de uitkomst daarvan is momenteel nog niets te zeggen, maar wij doen in ieder geval ons uiterste best om ook voor de huidige politie-boa’s verbeteringen ingebouwd te krijgen.

Politiespecifieke opleiding

Dit bericht is gepost in Nieuws. Bookmark de link.