Minister Yesilgöz, show us the money!

Politiemensen die worden ingezet voor het bewaken en beveiligen van bedreigde personen moeten nog altijd veel te veel improviseren – met alle risico’s van dien. Oorzaak: het uitblijven van investeringen in opleiding, capaciteit, uitrusting (ict) en (strategische) aansturing. NPB-voorzitter Jan Struijs: ‘Net als haar voorganger stuurt minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid elk half jaar een veelbelovende brief naar de Tweede Kamer, maar het benodigde geld overmaken ho maar.’

Vandaag (woensdag 1 maart 2023) presenteerde de onafhankelijke Onderzoeksraad voor veiligheid haar rapport over de beveiligingssituaties van drie personen die de afgelopen jaren door criminele moordaanslagen om het leven kwamen: Reduan B., de broer van kroongetuige Nabil B. (2018), advocaat Derk Wiersum (2019) en journalist Peter R. de Vries (2021).

De conclusies in het rapport zijn duidelijk en pijnlijk. Na de moord op Pim Fortuyn (2001) en Theo van Gogh (2004) heeft de Nederlandse overheid een voorziening in het leven geroepen om bedreigde personen optimaal te beveiligen. Dit is het zogenaamde stelsel Bewaken en beveiligen: een samenwerkingsverband tussen de Nationale Politie, de Koninklijke Marechaussee (KMar), het Openbaar Ministerie (OM) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).

De bevindingen van de Onderzoeksraad tonen (nogmaals) aan dat de opzet en werkwijze van BenB al jaren achterhaald zijn door maatschappelijke ontwikkelingen. De Raad noemt met name de toegenomen gewelddadigheid waarmee de georganiseerde criminaliteit in het publieke domein zijn belangen probeert te verdedigen. Ook technologisch loopt het stelsel behoorlijk achter de (misdadige) feiten aan. Het delen van informatiebestanden laat veel te wensen over; interessante ict-mogelijkheden op dat gebied worden niet gebruikt.

SamenwerkingsverbandAchterhaalde opzet en werkwijze

Dit bericht is gepost in Nieuws. Bookmark de link.