Op dinsdag 7 maart vond in het gebouw van het Europees Parlement in Brussel een conferentie plaats over geweld tegen de politie. Dat gebeurde op initiatief van EU.Pol – het in 2021 opgerichte samenwerkingsverband van Europese politiebonden, waarbij ook de NPB is aangesloten. Onder de 70 deelnemers bevonden zich vier parlementsleden, afkomstig uit België, Nederland en Duitsland.
Goede contacten en doorzettingsvermogen zijn belangrijk als je iets wilt bereiken in de politiek. Dat blijkt wel uit het resultaat dat EU.Pol-voorzitter Peter Smets na een aantal lange discussies wist te boeken: een bijeenkomst in het gebouw van het Europese Parlement om over het geweld tegen politiemensen te spreken. Bedoeld als eerste stap om dat onderwerp in Europa op de politieke agenda te krijgen.
De conferentie werd georganiseerd in nauwe samenwerking met Assita Kanko, een Belgisch lid van het Europees Parlement. Naast mevrouw Kanko namen ook drie andere parlementsleden deel: Lena Düpont uit Duitsland en Jeroen Lenaers en Malik Azmani uit Nederland. Hun aanwezigheid was een belangrijk signaal dat er voor het geweld tegen de politie politieke belangstelling bestaat in Europa. Zij kunnen eraan bijdragen dat het onderwerp in het Europees parlement (meer) aandacht krijgt.
Tijdens de conferentie voerden niet alleen politici het woord, maar ook politiemedewerkers die tijdens hun werk met ernstige vormen van geweld waren geconfronteerd.
De Portugees Artur Mato vertelde hoe hij tijdens een dienst samen met een collega bijna doodgeslagen was. Ze waren aangevallen door een groep mannen, die hun radio’s stuk trapten en hun schedels dreigden te kraken met bakstenen. Uiteindelijk wisten hun belagers hun dienstwapens af te pakken en begonnen die op hen te richten. Slechts met grote moeite lukte het Artur en zijn collega weg te komen. Artur kampt nog altijd met de verwondingen die hij toen opliep aan zijn hoofd en in zijn hersens.
Belangrijk signaalVerwondingen