Een goede politie-cao afsluiten zonder een fase met vakbondsacties om extra verbeteringen af te dwingen. Zou dat haalbaar zijn als werkgever en werknemers zich vooraf in een vroeg stadium samen buigen over de problemen die het functioneren/presteren van de politie belemmeren – ook op het gebied van de arbeidsvoorwaarden? Op donderdag 1 juni zetten beide partijen een eerste stap in het uitproberen van deze alternatieve route.
Dat gebeurde op initiatief van NPB-vicevoorzitter en cao-onderhandelaar Albert Springer. Begin dit jaar was die zich gaan afvragen of het geen goed idee zou zijn om het Rijnlands model van organiseren en besturen toe te passen op het cao-proces bij de politie. Eén van de uitgangspunten van dat model is dat aangenomen vakmensen het beste weten aan welke voorwaarden een organisatie moet voldoen om de gewenste resultaten te bereiken.
Stel dat je over deze professionele inzichten (gebaseerd op kennis van het dagelijks werk) een brainstorm zou organiseren met de werkgever (topambtenaren van het ministerie van Justitie en Veiligheid en HR-deskundigen binnen de korpsleiding), aldus Springer. Dan moet dat toch een positief effect hebben op de totstandkoming van door beide partijen gewenste afspraken over betere arbeidsvoorwaarden/werkomstandigheden? Extra pluspunt zou kunnen zijn dat er een cao tot stand komt zonder dat de bonden eerst acties moeten organiseren om betere afspraken los te krijgen.
Albert Springer wist zowel de werkgever als de andere politiebonden ervan te overtuigen de nieuwe benadering op donderdag 1 juni een kans te geven. Hij organiseerde op die dag een ontmoeting tussen veertig politiemedewerkers en zo’n vijftien professionals die voor de bonden en de werkgever dagelijks met de arbeidsvoorwaarden bij de politie bezig zijn. Als gespreksleider had hij organisatie-adviseur Harold Janssen gevraagd, een prominent voorvechter van het Rijnlands model.
Serieuze gedachtewisselingProfessionals bij elkaar