Hoeveel dienstjaren moet je op je naam hebben om in aanmerking te komen voor vroegpensioengeld (RVU-uitkeringen) van de werkgever? Binnen de politie is de norm: minstens 35 dienstjaren waarvan minstens 25 zwaar – dat wil zeggen: in een uitvoerende politiefunctie. Mag je KMar- en douanejaren daarbij als zware jaren meetellen?
Eén definitie was van begin af aan duidelijk. Onder de vereiste 35 dienstjaren vallen niet alleen gewerkte jaren binnen de politie, maar ook dienstjaren bij andere instanties met opsporingsbevoegdheden, zoals de Koninklijke Marechaussee of de douane. Een volledig overzicht van deze instanties staat in artikel 8a van het Landelijk Sociaal Statuut Politie.
De vervolgvraag is dan natuurlijk: tellen deze dienstjaren bij andere instanties ook mee voor de 25 zware (politie)jaren? Het antwoord is van belang voor alle huidige collega’s die op enig moment naar de politie zijn overgestapt vanuit een functie binnen de douane of de KMar.
De Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechter in ambtenarenzaken – heeft (definitief) bepaald dat het meetellen bij douanejaren voor een RVU-aanspraak niet gerechtvaardigd is. Douanemedewerkers zijn buitengewoon opsporingsambtenaar (boa), aldus de Raad. Voor de uitoefening van die functie krijgen ze door de minister van Justitie en Veiligheid een deel van de bevoegdheden toegekend waarover uitvoerende politiemedewerkers op basis van de Politiewet beschikken.
Daarbij is één cruciaal verschil overduidelijk: boa’s zijn niet belast met de politietaak en beschikken ook niet over de bijbehorende bevoegdheden. Dat maakt douanejaren wezenlijk anders dan de beoogde zware jaren die politiemensen aanspraak geven op vroegpensioen.
Douanejaren
De argumentatie van de CRvB zorgt ervoor dat deze uitspraak niet alleen geldt voor douanejaren. Feitelijk heeft de Raad juridisch vastgesteld dat dienstjaren als buitengewoon opsporingsambtenaar in geen enkel geval kunnen meetellen als zware politiejaren.