7 februari 2023

Verbetering pensioenstelsel grote stap dichterbij

Op 22 december 2022 is een ruime meerderheid in de Tweede Kamer akkoord gegaan met nieuwe wettelijke spelregels bij het collectief opbouwen van pensioenen. 93 van de 150 volksvertegenwoordigers stemden voor, 48 tegen. De nieuwe spelregels – vastgelegd in de Wet toekomst pensioenen – moeten leiden tot verbeteringen in de pensioencontracten, zoals die voor politiemensen bij pensioenfonds ABP.

Zo geeft de nieuwe wet pensioenfondsen meer ruimte om de koopkracht van pensioenen in stand te houden door tijdige inflatiecorrectie (= verhoging van de pensioenbedragen om prijsstijgingen te compenseren). Ook hoeven pensioenfondsen niet langer te werken met een gegarandeerde jaarlijkse opbouw van pensioenkapitaal die voor alle deelnemers in alle leeftijdscategorieën hetzelfde is. Het loslaten van deze doorsnee-opbouw biedt nieuwe mogelijkheden om de pensioenopbouw optimaal te laten verlopen, ook als je niet je hele leven bij dezelfde baas blijft werken.  

Solidariteit
Deze verbeteringen maken onderdeel uit van het pensioenakkoord dat de overheid, de werkgevers en de vakbonden in 2019 hebben gesloten. Een harde eis van de vakbonden was daarbij dat niet getornd zou worden aan het principiële fundament van het pensioenstelsel. Het opbouwen van voldoende pensioenkapitaal voor iedereen moest gebaseerd blijven op (wettelijk verplichte) solidariteit, oftewel op grootschalige premie-inleg en collectieve risicodeling. Dat is gelukt, tegen de neoliberale politieke windrichting in.  

Meer weten over de Wet toekomst pensioenen en hoe dat eigenlijk in zijn werk gaat: het collectief opbouwen van pensioenen? Op de NPB-website hebben we daarover IN BUFFETVORM een flinke berg informatie verzameld. Kom vooral eens langs om wat KENNIS NAAR KEUZE op te scheppen! Resterende vragen zijn welkom bij Wendie van der Schuur!

Vroegpensioen
Volledigheidshalve: het pensioenakkoord uit 2019 bevat ook afspraken die niet via de Wet toekomst pensioenen lopen, zoals het nemen van structurele belastingmaatregelen om sectorale vroegpensioenregelingen voor mensen met zware beroepen financieel (weer) mogelijk te maken. Over de praktische uitwerking daarvan zijn politiek nog geen knopen doorgehakt. De tijdelijke fiscale maatregelen die op dat gebied in het pensioenakkoord zijn afgesproken bieden slechts soelaas tot en met 2025.

Wetsontwerp
Bij het uitwerken van de nieuwe spelregels bij collectieve pensioenopbouw is niet over één nacht ijs gegaan. Eerst heeft het kabinet in overleg met de werkgevers en de vakbonden een zogenaamd wetsontwerp geschreven en tegelijkertijd een concept-Besluit toekomst pensioenen, waarin sommige onderdelen van de beoogde nieuwe wet praktisch worden uitgewerkt. Beide documenten werden ingediend op 30 maart 2022, waarna de volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer erop konden schieten en desgewenst met suggesties voor verbeteringen komen.

Moties en amendementen
Dat is ruimschoots gebeurd. Na een technische briefing door het ministerie van Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid (SZW) en drie rondetafelgesprekken met experts kreeg minister Carola Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) vanuit de Kamer honderden vragen over het wetsontwerp toegestuurd. Na beantwoording daarvan werden in de tweede fase 175 moties en amendementen (verbetervoorstellen) ingediend, waarvan er uiteindelijk 41 werden aangenomen.

De belangrijkste zorgpunten van de Kamer waren:

  • Behoud van de opgebouwde pensioenrechten bij het ‘invaren’ in het nieuwe stelsel
  • Het (maximale) aandelen- of beleggingsrisico dat individuele deelnemers voortaan lopen
  • Het garanderen van een nabestaandenpensioen binnen het nieuwe stelsel
  • Terugdringen van het aantal werkenden zonder pensioenopbouw (draagvlak solidariteit)
  • Toezicht op en informatie over verloop (jarenlange) overgangsfase

Compromis bereikt
Na meer dan honderd uur debatteren heeft de Tweede Kamer het (aangepaste) wetsontwerp én het (aangepaste) Besluit toekomst pensioenen op 22 december aangenomen. Dat gebeurde met een ruime meerderheid van stemmen: 62 procent. Daarmee werd een cruciale stap gezet in het wetgevingsproces: het bereiken van een inhoudelijk compromis.

Kwaliteitsoordeel
Ons democratische bestel kent echter ook nog een Eerste Kamer, bestaande uit 75 senatoren. Hun taak is het zorgvuldig keuren van door de Tweede Kamer aangenomen wetten op hun bestuurlijke en juridische kwaliteit. Zit het politieke resultaat ook logisch in elkaar? Is het praktisch uitvoerbaar?

Op 17 januari 2023 is de Eerste Kamer gestart met de behandeling van de Wet toekomst pensioenen. Net als bij de Tweede Kamer bestaat de eerste fase uit technische briefings, deskundigenbijeenkomsten en schriftelijke vragenrondes.

Nieuwe sectorale pensioenregelingen
Gaat dit voorjaar ook in de senaat een meerderheid akkoord, dan zou de Wet toekomst pensioenen op 1 juli 2023 in werking kunnen treden. Vanaf dat moment hebben vakbonden, werkgevers en pensioenuitvoerders dan 3,5 jaar de tijd om de huidige pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving – uiterlijk tot 1 januari 2027.

Ook de huidige pensioenregeling voor politiemedewerkers bij pensioenfonds ABP zal in die periode herzien moeten worden, een proces waarbij de werkgever (minister van Justitie & Veiligheid en het korps Nationale Politie) en de politiebonden uiteraard nauw betrokken zijn. Tenslotte gaat het om wat er gebeurt met het geld dat door deze partijen als (opbouw)premie wordt ingelegd. Pensioenen zijn immers een vorm van ‘uitgesteld loon’.

Ruimte voor indexatie
De minister heeft laten weten dat het aannemen van de Wet toekomst pensioen door het parlement gepaard zal gaan met het verlengen van de zogeheten vrijstellingsregeling, waardoor fondsen met lage dekkingsgraden in 2023 minder snel hoeven te korten. Ook de Algemene maatregel van bestuur op indexatie-gebied zal dan met terugwerkende kracht worden verlengd, waardoor fondsen ook in de overgangsperiode alvast eerder tot inflatiecorrectie kunnen overgaan.

MEER LEZEN OVER DE NIEUWE WET TOEKOMST PENSIOENEN? KLIK HIER!

Meer over:
Pensioen