Veelgestelde vragen RVU-overbruggingsregeling

Filter: Alle
Filter
Er is actie gevoerd voor een permanente RVU. Waarom nemen de bonden nu genoegen met een overbruggingsregeling voor collega’s uit 1961?

De politiemedewerkers die geboren zijn in 1961 worden volgend jaar 64. Ze zouden dan in aanmerking komen voor de politie-RVU als die volledig in lijn zou liggen met de fiscale ruimte in de tijdelijke landelijke RVU. Deze mogelijkheid voor een overbruggingsregeling laten liggen en stug doorgaan met actievoeren voor een permanente regeling zou neerkomen op onzorgvuldig omgaan met de belangen van de collega’s uit 1961.   

Bovendien waren op het moment van afsluiten van de overbruggingsregeling de gesprekken tussen de vakcentrales, de werkgevers en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een permanente RVU voor zware beroepen serieus hervat. De steeds hardere acties van de politiebonden waren daarvoor mede de aanleiding geweest. 

De politiebonden en de werkgever hadden afgesproken dat de gesprekken over een vroegpensioenregeling voor collega’s geboren na 1961 van start zouden gaan zodra daarover landelijke afspraken waren gemaakt. Dat laatste is op 18 oktober gebeurd. Inmiddels is het overleg over een sectorale RVU vanaf 2026 dan ook begonnen. 

Mochten de onderhandelingen over een vroegpensioenregeling voor de politie vastlopen, dan zullen de politiebonden opnieuw actie gaan voeren. Het actiecentrum blijft dan ook in stand.

Wat zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de overbruggingsregeling RVU?

De overbruggingsregeling geldt voor de collega’s geboren in 1961. Het gaat dan om het hele jaar 1961. Dat heeft gevolgen, want vanaf 2028 wordt de AOW-leeftijd verhoogd naar 67 jaar en drie maanden. Dat betekent dat de fiscale vrijstelling op basis van de tijdelijke RVU drie maanden eerder ophoudt dan de RVU-uitkering van de laatste groep rechthebbenden. 

De huidige fiscale vrijstelling loopt namelijk tot en met 31 december 2028. Collega’s geboren in het laatste kwartaal van 1961 bereiken de AOW-leeftijd in 2029. De werkgever heeft geaccepteerd dat hij over een deel van de RVU-uitkeringen dus de fiscale boete van 52 procent zal moeten betalen - tenzij er tijdig een nieuwe landelijke RVU uit de bus komt.

Om aanspraak te kunnen maken op een RVU-uitkering moet je 35 politiedienstjaren op je naam hebben, waaronder minstens 25 ‘zware jaren’. Onder zware jaren vallen jaren in een executieve functie of in een administratieve, huishoudelijke of technische functie in het LFNP-domein Uitvoering.

  • Om te beginnen zijn dit de medewerkers die sinds 2006 een Toelage Bezwarende Functie (TBF) toegewezen hebben gekregen. 
  • Daarnaast ook de collega’s in de schalen 12 en hoger die van TBF uitgezonderd waren maar wel executieve functies hadden. 
  • Tot slot alle andere collega’s die aannemelijk kunnen maken dat ze 25 ‘zware jaren’ hebben volgemaakt (mede) door het vervullen van een of meer voorlopers van functies in het huidige LFNP-domein Uitvoering.
Wat houdt de overbruggingsregeling RVU in?

Op basis van de overbruggingsregeling RVU kunnen politiemedewerkers direct voorafgaand aan hun AOW-gerechtigde leeftijd maximaal 24 keer het maximaal fiscaal vrijgestelde RVU-maandbedrag ontvangen. Je mag ervoor kiezen dit maximale bedrag te spreiden over maximaal 36 maanden zodat je vanaf drie jaar voor je AOW-leeftijd met RVU kunt. 

Het maximaal fiscaal vrijgestelde RVU-maandbedrag is in 2024 € 2.182 bruto per maand, maar zal in januari 2025 meestijgen met de AOW-indexatie. Als je ervoor kiest om je RVU te spreiden over een periode van meer dan 24 maanden wordt het maandbedrag lager.

Bij een dienstverband van minder dan 36 uur wordt het maandelijks uitgekeerde bedrag naar rato aangepast. Om recht te doen aan het arbeidsverleden van de potentiële RVU-deelnemers geldt daarbij als uitgangspunt de gemiddelde omvang van hun dienstverband in de tien jaar voor de mogelijke vervroegd pensioen-datum.

Hoe kan ik vaststellen of ik aan de RVU-eis van 25 zware jaren voldoe?

Waaraan herken je binnen de politie de medewerkers die het meest zware en risicovolle werk doen? Sinds 2006 is dat aan de Toelage Bezwarende Functie (TBF) die ze maandelijks van de werkgever ontvangen, al dan niet in combinatie met een inhaal-Toelage Bezwarende Functie (i-TBF). 

In de vijf jaar daarvoor ((2001 -2005) kon je ze herkennen aan hun extra vroegpensioenopbouw via AFUP-specifiek. Bij de invoering van het AFUP-stelsel in 2001 kreeg iedere politiemedewerker van de werkgever garantierechten toegekend voor zijn eerdere zware jaren waarover hij geen vroegpensioenkapitaal had kunnen opbouwen.

Voor een totaalbeeld van iemands zware jaren moet je bij zijn TBF-jaren dus zijn AFUP-specifiekjaren en zijn garantierechtjaren optellen. Zowel in 2001 als in 2006 hebben alle politiemedewerkers van de werkgever een brief gehad met daarin een overzicht van hun toenmalige garantiejaren.

Politiemedewerkers krijgen uitsluitend een TBF voor hun eerste 25 zware jaren – inclusief garantiejaren en AFUP-specifiekjaren. Is jouw TBF inmiddels stopgezet omdat je het maximale aantal uitkeringsjaren hebt bereikt, dan is de melding daarvan door de werkgever ook een bewijs dat je aan de RVU-eis voldoet.

Welke dienstjaren bij een andere werkgever tellen mee voor de RVU?

Als politiedienstjaren gelden ook de jaren genoemd in artikel 29c lid 6 van het Besluit bezoldiging politie. Dit zijn jaren waarin je aantoonbaar een van de volgende aanstellingen had.

  • Algemeen of buitengewoon opsporingsambtenaar van de Koninklijke Marechaussee;

  • Algemeen of bijzonder opsporingsambtenaar van de Douane, de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, de ECD of de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst;

  • Algemeen of bijzonder opsporingsambtenaar van het Korps Spoorwegpolitie van de Nederlandse Spoorwegen voor zover het principeakkoord van 14 oktober 1999, gesloten tussen de vakorganisaties, FNV Bondgenoten, FSV, CNV Bedrijvenbond, VHS en het Ministerie van Justitie, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Nederlandse Spoorwegen, op jou van toepassing was en je een AFUP- garantieregeling toegekend hebt gekregen voor de jaren dat je bij de Spoorwegpolitie hebt gewerkt;

  • Onbezoldigd algemeen of bijzonder opsporingsambtenaar van het Korps Rijkspolitie, werkzaam voor een krachtens de Wet op de weerkorpsen toegestane particuliere beveiligingsorganisaties van de luchthaven Schiphol in de periode van 15 februari 1974 tot en met datum 31 december 1992;

  • Een functie die door het bevoegd gezag voor inwerkingtreding van de Politiewet 2012 voor een bepaalde tijd is aangemerkt als politiedienstjaar, hetgeen kan worden bewezen door het overleggen van een schriftelijk besluit daaromtrent.
Ik ben geboren in 1961, wanneer kan ik een RVU-aanvraag indienen?

Dat proces wordt zo snel mogelijk ingericht na de officiële ondertekening van het akkoord door de werkgever en de bonden. Die kan pas plaatsvinden nadat de bonden hun leden hebben geïnformeerd en een besluit hebben genomen.  

Er zal voor gezorgd worden dat alle medewerkers uit 1961 op tijd de RVU kunnen aanvragen. De eerste uitkeringen aan collega’s uit dat jaar kunnen pas plaatsvinden vanaf april 2025. Dat is namelijk drie jaar voor hun AOW-leeftijd (vanaf 2028 67 jaar en drie maanden). 

Ik ben geboren in 1962, wat voor vroegpensioenvoorziening geldt er voor mij?

De tijdelijke landelijke RVU voor zware beroepen loopt af op 31 december 2025. Op 18 oktober hebben de vakcentrales en werkgevers met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een akkoord bereikt over een structurele opvolger van deze overkoepelende regeling. 

De politiebonden en de werkgever zijn daarom nu het gesprek aangegaan over een politiespecifieke RVU voor medewerkers die na 1961 geboren zijn. De intentie is om hierover uiterlijk in het eerste kwartaal van 2025 met een resultaat te komen. 

Zijn er verbeterde afspraken gemaakt voor zij-instromers zoals militairen?

De overbruggingsregeling RVU kent dezelfde voorwaarden als de geldende politie-RVU. Er zijn geen aanvullende afspraken gemaakt voor collega’s die op latere leeftijd zijn ingestroomd vanuit bijvoorbeeld Defensie of de Douane. 

Dit onderwerp is wel besproken, maar het verbeteren van de huidige regeling op dit punt bleek een stap te ver, mede gezien het overbruggingskarakter van de nieuwe afspraken.  Wat de bonden betreft komt het aanpassen van de aanspraken van zij-instromers wel op tafel te liggen bij de onderhandelingen over een opvolger van de huidige politie-RVU.

Is er gesproken over het versoepelen van de criteria zoals de 25/35 jaren-eis?

De overbruggingsregeling RVU kent dezelfde voorwaarden als de geldende politie-RVU. Er is dus geen versoepeling van de toekenningscriteria afgesproken. Wat de bonden betreft komt een aanpassing daarvan wel op tafel te liggen bij de onderhandelingen over een opvolger van de huidige politie-RVU.

Waarom zijn de acties opgeschort en is afgesproken dat deze niet meer voor 1 juli 2025 worden hervat?

De politiebonden hebben over een lange periode steeds hardere acties gevoerd. Dit heeft ertoe geleid dat de werkgever alsnog bereid bleek om voor de collega’s geboren in 1961 de huidige RVU-voorwaarden toe te passen en af te spreken dat we voor het vervolg in gesprek gaan zodra er een akkoord over een nieuwe landelijke RVU vanaf 2026 is. 

Mede dankzij de acties van de politiebonden is het overleg tussen de vakcentrales, de werkgevers en de minister van Sociale Zaken over een nieuwe RVU voor zware beroepen vlotgetrokken. Wij hebben er vertrouwen in dat het landelijke akkoord dat op 18 oktober is bereikt over een permanente RVU-vrijstelling voor zware beroepen ook voor de politie tot een acceptabel resultaat zal leiden. 

Het landelijk actiecentrum van de politiebonden blijft operationeel voor het geval de gesprekken tussen politiebonden en werkgever over een structurele vroegpensioenregeling voor de politie mislukken.Daarover wordt nu eerst het gesprek aangegaan. Al met al lijkt juli 2025 een redelijke termijn om de acties op te schorten. De collega's geboren in 1962 zullen immers pas vanaf april 2026 drie jaar voor hun AOW-gerechtigde leeftijd zitten.

Kan ik meer informatie krijgen tijdens een digitale meeting?

Ja, de politiebonden hebben vier digitale meetings georganiseerd om hun achterban nader te informeren over de verlenging van de huidige RVU. Klik op een van de onderstaande opties om je daarvoor aan te melden. Uiterlijk een uur voor het begin ontvang je dan een link waarmee je toegang krijgt tot de digitale bijeenkomst.

Donderdag 17 oktober 2024 om 11:00 uur

Maandag 21 oktober 2024 om 15:30 uur

Maandag 21 oktober 2024 om 18:00 uur

Donderdag 24 oktober 2024 om 16:00 uur

 

Ik kom in aanmerking voor de RVU, maar wil daar pas in 2026 of later gebruik van maken. Kan dat?

Jazeker, je kunt de tijdelijke RVU 2021-2025 maximaal 36 maanden en minimaal 1 maand voor de AOW-leeftijd laten ingaan. Wel vereist de landelijke fiscale regeling dat je je afspraak met de werkgever over het benutten van de RVU in 2026, 2027 en/of 2028 uiterlijk op 31 december 2025 in een besluit hebt laten vastleggen.

Wat wordt mijn RVU-bedrag als ik pas in of na 2026 een beroep op deze regeling doe?

De fiscaal vrijgestelde RVU-uitkering is in 2024 maximaal € 2.182 bruto per maand. Dat bedrag is vergelijkbaar met de AOW-uitkering voor alleenstaanden. De hoogte wordt jaarlijks in januari aangepast aan de stijging van de AOW-uitkering. 

Het is nog niet bekend welk bedrag gaat gelden voor de jaren 2025, 2026, 2027 en 2028 (het laatste jaar dat valt onder de uitloop van de tijdelijke RVU-regeling). De hoogte van de RVU-uitkering wordt jaarlijks automatisch door de werkgever aangepast aan de stijging van het maximaal fiscaal vrijgestelde bedrag.

Welke AOW-leeftijd geldt voor mij?

Geboortejaar 1958
AOW-leeftijd 67 jaar
---- AOW vanaf 2025

Geboortejaar 1959
AOW-leeftijd 67 jaar
---- AOW vanaf 2026

Geboortejaar 1960
AOW-leeftijd 67 jaar
---- AOW vanaf 2027

Geboortejaar 1961
AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden
---- AOW vanaf april 2028

Geboortejaar 1962
AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden
---- AOW vanaf april 2029

Bouw ik nog pensioen op tijdens vroegpensioen op basis van de RVU?

Nee, het gebruik van de RVU betekent dat je ontslag neemt. Daarmee stopt ook de bijdrage aan je pensioenopbouw van het korps.

Welke financiële voorziening biedt de RVU?

De RVU biedt een bijdrage aan iemands maandelijkse inkomsten tijdens een periode van vroegpensioen die direct voorafgaat aan zijn AOW-gerechtigde leeftijd. In het landelijk pensioenakkoord is bepaald dat deze periode maximaal drie jaar mag zijn. Het niveau van het maximale uitkeringsbedrag wordt jaarlijks vastgesteld. Voor 2024 is dit bedrag €26.184 per jaar (€ 2.182 bruto per maand).

In de onderhandelingen met de minister van Justitie en Veiligheid over een politie-RVU is het maximaal aantal maanden RVU-bijdrage vastgesteld op 24 maanden. Daardoor is het maximale RVU bedrag € 52.368 (niveau 2024 en uitgaande van een dienstverband van 36 uur). Wil je langer gebruik maken van de RVU, bijvoorbeeld 36 maanden, dan wordt je maandelijkse RVU-bedrag € 1.455 bruto in 2024.

Voor aanvullend inkomen kunnen de collega’s in de RVU-doelgroep gebruikmaken van hun ouderdomspensioen bij ABP - oftewel hun pensioenkapitaal eerder aanspreken. Dat leidt niet tot een veel lager ouderdomspensioen gedurende de rest van hun leven. Na de eerste politieke aanval op het vroegpensioen hebben deze collega’s bij ABP een aantal jaren extra pensioenkapitaal opgebouwd – en die reserve komt nu goed van pas. 

Wil je advies over het eerder laten ingaan van je ouderdomspensioen of over de hoogte van het te kiezen bedrag aan pensioen naast je RVU? Neem dan contact op met een pensioenambassadeur. Op het intranet van de Nationale Politie vind je daarvoor de benodigde gegevens.

Ik werk deeltijd sinds een paar jaar. Wat betekent dat voor de hoogte van de RVU?

Bij het berekenen van iemands maximale RVU-bedrag wordt uitgegaan van zijn gemiddelde dienstverband in de tien jaar voorafgaande aan zijn ontslag wegens RVU. Daarbij wordt gekeken naar het dienstverband op 31 december van die jaren.

Kan ik naast de RVU nog gedeeltelijk bij de politie blijven werken?

Nee, gebruik maken van de RVU is alleen mogelijk in combinatie met een definitief vertrek (ontslag) bij het korps. Dat is niet zo vreemd, aangezien de bijdrage uitdrukkelijk bedoeld is om eerder stoppen met werken bij de politie mogelijk te maken. Je kunt wel blijven werken als vrijwilliger, maar niet meer als beroepskracht.

Krijg ik een hogere maandelijkse RVU-bijdrage als ik korter dan 24 maanden voor AOW-leeftijd stop?

Nee, bij een latere start dan 24 maanden voor de AOW-leeftijd komen de niet uitgekeerde bedragen over de eerdere maanden te vervallen. Je kunt het maximale RVU-bedrag dus niet ‘opsparen’ om het vlak voor je AOW-gerechtigde leeftijd in bijvoorbeeld een periode van vier maanden te laten uitkeren.

Ik heb een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO/WIA). Wat zijn de gevolgen voor mijn uitkering als ik met RVU ga?

Een RVU-bijdrage van de werkgever wordt aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking en uitbetaald onder de groene tabel. Het UWV kort de RVU-bijdrage daardoor niet op de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Geldt de doorwerkbonus ook als je geboren bent in 1961 en doorwerkt tot je AOW-leeftijd?

In 2020 spraken de bonden en de werkgever een doorwerkbonus af voor de toenmalige zestigplussers bij de Nationale Politie die geen aanspraak kregen op de tijdelijke politie-RVU. In de overbruggingsregeling RVU is afgesproken dat deze bonus ook wordt toegekend aan de collega’s uit de eerstvolgende jaargang (1961) die tot hun AOW-leeftijd (moeten) blijven doorwerken.

De doorwerkbonus bedraagt € 6.000 bruto en is naar rato van het dienstverband. Om recht te doen aan het arbeidsverleden geldt daarbij als uitgangspunt de gemiddelde omvang van het dienstverband in de tien jaar voor de AOW-leeftijd. Gekeken wordt dan naar het dienstverband op 31 december van elk jaar.

Waarom sloten de politiebonden negen dagen voor het bereiken van een landelijk vroegpensioenakkoord een apart vroegpensioenakkoord voor de politiesector?

Dat was noodzakelijk om te voorkomen dat door een ongunstige samenloop van (politieke) omstandigheden politiemensen uit 1961 minder vroegpensioenopties zouden krijgen dan vergelijkbare collega’s die de jaren daarvoor of de jaren daarna zijn geboren. 

Hoe zit die vork in de steel? Op basis van de tijdelijke Regeling vervroegd uittreden (RVU) die momenteel van kracht is (van 2021 tot en met 2025) kunnen werknemers maximaal drie jaar voor hun AOW-leeftijd belastingvrij een bepaalde maandelijkse bijdrage van de werkgever ontvangen om een vervroegde uittreding te (helpen) financieren.

Vanaf 2028 gaat de AOW-leeftijd met drie maanden omhoog. Voor werknemers met geboortejaar 1961 wordt die leeftijd daardoor 67 jaar en drie maanden. Op basis van de landelijke tijdelijke RVU 2021-2025 kunnen werknemers uit 1961 dus vanaf 1 april 2025 in aanmerking komen voor een RVU-uitkering.

Jaargang 1961
Helaas gold dat tot 9 oktober niet voor politiemensen uit 1961. Bij de onderhandelingen in 2019/2020 over een tijdelijke politie-RVU 2021-2025 legde de werkgever een harde leeftijdseis op tafel. Hij wilde sowieso alleen betalen voor medewerkers die voor 2026 de leeftijd van 65 jaar bereikten. Daarmee werd de jaargang 1961 uit de doelgroep van de tijdelijke politie-RVU gehouden. (Die worden immers pas 65 in 2026.)  

Structurele regeling vanaf 2026
De politiebonden konden daarmee leven zolang het vooruitzicht bestond dat de overheid, de werkgevers en de vakbeweging het op tijd eens zouden worden over een structurele landelijke RVU vanaf 2026 - zoals afgesproken in het pensioenakkoord uit 2019. Dat zou het mogelijk maken om binnen de politiesector alsnog op tijd vroegpensioenopties voor de jaargang 1961 af te spreken.  

Voor alle duidelijkheid: bij de onderhandelingen over het landelijke vroegpensioenbeleid zitten geen bestuurders van de politiebonden aan tafel. Namens de vakbonden worden die gesprekken gevoerd door onderhandelaars van de vakcentrales FNV, CNV en VCP. 

Akkoord nog niet in zicht
In de eerste helft van 2024 werd duidelijk dat de totstandkoming van een nieuw landelijk akkoord best nog wel eens lang op zich kon laten wachten. Misschien te lang om de politiemensen uit 1961 de optie te geven al vanaf april 2025 te stoppen met werken.

In hun belang zijn de politiebonden toen met de politiewerkgever gaan praten over het openbreken van de tijdelijke politie-RVU 2021-2025. Met andere woorden: over het alsnog toelaten van de jaargang 1961 tot de beoogde doelgroep van die regeling.

Dreigende onrechtvaardigheid
De kersverse minister van Justitie en Veiligheid, David van Weel, bleek daartoe bereid. Ook hij zag de onrechtvaardigheid die deze groep collega’s anders dreigde te treffen doordat er niet snel genoeg een nieuw landelijk RVU-akkoord was bereikt.

Dat leidde tot de opmerkelijke opeenvolging van twee RVU-akkoorden binnen twee weken. Belangrijk om daarbij te beseffen is dat de politiebonden en de politiewerkgever op het moment dat zij hun overbruggingsregeling troffen dus niet wisten/konden weten dat er negen dagen later een landelijk RVU-akkoord zou volgen. Dat had net zo goed nog weken of maanden kunnen duren.

Is de RVU-overbruggingsregeling door het landelijk RVU-akkoord overbodig geworden?

Nee, want de nu overeengekomen permanente RVU gaat pas in vanaf 2026. Om dat praktisch mogelijk te maken zijn allerlei aanpassingen in de (fiscale) regelgeving en procedures vereist. Een van de afspraken in het akkoord van 18 oktober is dat die wijzigingen uiterlijk volgend voorjaar moeten zijn gerealiseerd.

Met andere woorden: zonder het akkoord over een RVU-overbruggingsregeling zouden politiemensen uit 1961 sowieso geen aanspraak kunnen maken op RVU-uitkeringen voor de maximale periode van drie jaar. Die periode start voor deze collega’s immers al in april 2025, terwijl het landelijke RVU-akkoord pas van kracht wordt vanaf 2026.

Op basis van de RVU-overbruggingsregeling hebben ze nu wel de maximale mogelijkheid van 36 maanden een RVU-uitkering.

Lopen politiemensen uit 1961 die gebruik maken van de RVU-overbruggingsregeling een € 300 hogere maandelijkse RVU-uitkering mis?

Dat is nog maar de vraag. Vergeleken bij de tijdelijke RVU 2021-2025 voorziet het landelijke RVU-akkoord van 18 oktober inderdaad in een hoger maximum maandbedrag dat niet wordt bestraft met een fiscale boete van 52 procent.  Dat belastingvrije bedrag was de bruto AOW-uitkering in een bepaald jaar. Daar komt vanaf 2026 € 300 bovenop.

Deze afspraak betekent echter niet dat vanaf 2026 in alle beroepssectoren het maandelijkse RVU-bedrag automatisch € 300 hoger zal uitvallen. De sectorale RVU-bedragen vanaf 2026 moeten namelijk per beroepssector door de werkgever en vakbonden worden uitonderhandeld binnen het nu overeengekomen landelijke RVU-kader.

Inzet werkgever
Het is denkbaar dat de politiewerkgever daarbij inzet op een lager bedrag dan op basis van het landelijke RVU-kader (belastingvrij) mogelijk is. Dat gebeurde bij de onderhandelingen over de tijdelijke RVU-politie in 2019/2020 ook. Toenmalig politieminister Grapperhaus weigerde per RVU-gerechtigde 36 keer het fiscaal vrijgestelde maandbedrag beschikbaar te stellen. Hij wilde niet verder gaan dan 24 keer dat maandbedrag per persoon. Ook dat bleek een harde eis en uiteindelijk hebben de bonden hun knopen geteld en zich daarbij neergelegd. (Het totaalbedrag kon wel worden uitgekeerd in 36 maandelijkse porties.)

Fiscaal-juridische overgangsregeling
Het is dus afwachten welke uitkomsten de onderhandelingen tussen de werkgever en de politiebonden op dit punt gaan opleveren. Daarbij is ook van belang welke fiscaal-juridische afspraken de komende maanden op landelijk niveau gemaakt worden om een rechtvaardige overgang van de tijdelijke naar de permanente RVU-regeling te realiseren.