De Nationale Politie zou als werkgever meer moeten doen om partners en familieleden van politiemensen bij hun werk(omgeving) te betrekken. Die oproep deed Lonia Kassi, de vrouw van een collega uit Den Haag, begin dit jaar op Facebook. Veel collega’s en hun partners zijn het met haar eens, zo blijkt uit de opiniepeiling die de NPB deze zomer heeft gehouden. En ze hebben ook een duidelijke voorkeur voor de maatregel die het korps als eerste moet nemen.
Onze digitale vragenlijst werd geheel of gedeeltelijk ingevuld door 381 mensen. Van de 251 respondenten die dat bekend wilden maken was twee derde (66 procent) gezins- of familielid van een politieambtenaar. De overgrote meerderheid daarvan (60 procent) was partner van een politiemedewerker; in een paar gevallen de weduwe. Daarnaast deden (volwassen) kinderen van een politieambtenaar mee (3 procent), ouders (2 procent) en een broer of zus (1 procent). Ruim 10 procent van de respondenten werkte zelf ook bij de politie of had dat ooit gedaan.
Een derde van de respondenten was thuis de enige die op dit moment bij de politie werkte of dat ooit gedaan had. In ruim twee derde van de gevallen had hij of zij een uitvoerende functie (gehad). In ruim 15 procent van de gevallen vervulde hij of zij een ondersteunende of een leidinggevende functie.
Van de ondervraagde gezins- en familieleden is 40 procent ontevreden over hun huidige betrokkenheid bij het politiewerk van hun partner, ouder of kind. Deze respondenten willen graag meer weten over de inhoud van dat werk (31 procent) en over hoe hun geliefde dat ervaart (35 procent). Ook stellen ze prijs op meer contact met zijn/haar collega’s (35 procent) en met hun thuisfront (32 procent). Er is echter één verbetering die verreweg het meest genoemd wordt, twee keer zo vaak als de rest. Twee derde (65 procent) van de ontevreden respondenten wil graag de zekerheid dat ze snel worden geïnformeerd als er iets misgaat tijdens het werk.
Een aantal respondenten greep deze vraag aan om nadrukkelijk te pleiten voor meer betrokkenheid van het korps bij het privéleven van zijn medewerkers. De hectische en onvoorspelbare werkroosters van politiemensen veroorzaken veel onrust in hun thuissituatie.
Ook volgens de ondervraagde politiemedewerkers is het thuisfront in 40 procent van de gevallen ontevreden over hun betrokkenheid bij het politiewerk. Opvallend genoeg meldt maar liefst 30 procent geen idee te hebben hoe het thuisfront hierover denkt (onder de thuisfront-respondenten zelf was dat bij 14 procent het geval).
Betrokkenheid bij het politiewerk – volgens het thuisfront
Wat betreft mogelijke verbeteringen zijn ook politiemedewerkers ervan overtuigd dat hun partners, ouders en kinderen vooral de zekerheid willen dat ze snel worden ingelicht als er iets misgaat op het werk (58 procent). Ook wat meer voorlichting over de inhoud van het vak zou het thuisfront waarderen, meldt 35 procent. Politiemensen lijken minder (vaak) overtuigd van de noodzaak dat het thuisfront meer te weten moet komen over hun ervaringen tijdens het werk (20 procent) of meer contact krijgt met collega’s (19 procent) en hun thuisfront (14 procent). Eén collega meldt dat zijn vrouw zeker niet alles wil weten: ‘Ze is tevreden, zolang ik maar thuiskom met een goed humeur.’
Betrokkenheid bij het politiewerk – volgens de politiemensen