17 januari 2023

Maximaal RVU-bedrag volgt AOW-verhoging

Politiemedewerkers die gebruik maken van de tijdelijke regeling voor vervroegde uittreding (RVU) krijgen vanaf januari 2023 maximaal € 2.037 in plaats van maximaal € 1.874 per maand door de werkgever uitbetaald. In het Pensioenakkoord uit 2019 is namelijk afgesproken dat het RVU-maximum de jaarlijkse ontwikkeling van de netto AOW-uitkering voor een alleenstaande volgt - en die stijgt vanaf 2023 flink.

De tijdelijke Regeling vervroegde uittreding (RVU) voor de politiesector geeft collega’s die voor 2026 de leeftijd van 65 jaar bereiken onder voorwaarden aanspraak op een maandelijkse uitkering van de werkgever om eerder stoppen met werken financieel (mede) mogelijk te maken. 

Historische verhoging
Het maximale jaarbedrag dat mag worden uitgekeerd (uitsluitend in maandelijkse porties) is vastgelegd in het landelijke pensioenakkoord uit 2019 tussen de overheid, de werkgevers en de vakbonden. Ook is daarin afgesproken dat de hoogte van het maximum jaarbedrag wordt gekoppeld aan de hoogte van de netto AOW-uitkering voor een alleenstaande. De historische stijging van deze uitkering (bruto) met 10,13 procent vanaf 1 januari 2023 leidt daardoor tot een stijging van het RVU-maximumbedrag met 8,7 procent naar € 24.444. 

Deze stijging wordt doorgevoerd voor politiemedewerkers die in 2023 van de RVU gebruik gaan maken en voor de oud-collega's die al met RVU zijn. 

Vroegpensioen vanaf 2026
Volledigheidshalve: de RVU is een voorlopige regeling, bedoeld om tijd te winnen voor het uitwerken van blijvende (structurele) afspraken om met fiscale steun van de overheid sectorale vroegpensioenregelingen voor mensen in zware beroepen weer financieel mogelijk te maken. Helaas blijken deze besprekingen tot nu toe weinig duidelijkheid of zekerheid op te leveren. Iets dat steeds meer politiemensen steeds onrustiger begint te maken. 

Een van de laatste daden van Wouter Koolmees als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid was het politiek afschieten van de optie om iedereen met 45 dienstjaren een aanspraak op vroegpensioen te geven. Daarna is het stil gebleven over wat er politiek dan wel haalbaar is.

Kamerbrede steun voor motie zware beroepen
Dat leidde tijdens het Kamerdebat over de Wet toekomst pensioenen op 15 december 2022 tot een motie van de PvdA en GroenLinks, die de regering oproept ‘met een nieuwe regeling te komen die meer gericht is op mensen met zware beroepen, zodat zij de mogelijkheid krijgen om ook na 2025 eerder met pensioen te gaan of minder dagen te werken’. Op 20 december werd deze motie met Kamerbrede steun aangenomen (150 stemmen voor). 

De NPB zal zich er in 2023 sterk voor blijven maken dat de politiek de verantwoordelijkheid neemt voor een verantwoorde, tijdige uitstroom van politiemensen die tientallen jaren zwaar werk hebben gedaan. Dat wil zeggen: een uitstroom voordat ze volledig versleten zijn. En uiteraard zijn de collega’s die vanaf 2026 de leeftijd van 65 jaar bereiken de eerste groep voor wie de tijd dringt en duidelijkheid op relatief korte termijn geboden is.

Cao-afspraak
In de politie-cao 2022-2024 is de afspraak met de werkgever opgenomen dat het ontstaan van nieuwe politieke ruimte voor vroegpensioenregelingen meteen tot hernieuwde besprekingen zal leiden. Daarbij zal dus niet gewacht worden tot de volgende onderhandelingsronde over een nieuwe politie-cao. 

Meer over:
Vroegpensioen