Laat politie geen zorgtaken uitvoeren
Doordat de politie de gaten in de jeugdzorg en de ggz moet vullen, komen kwetsbare mensen te veel in de knel. Dit betogen Louis de Mast, coördinator Lijm de Zorg – voor betere jeugdzorg en ggz, en Nine Kooiman, bondssecretaris van de Nederlandse Politiebond, in een opiniërend artikel in Trouw.
Een praktijkverhaal van politieagenten uit de avonddienst. Na een melding pikken agenten een suïcidale dame op. De hele dag hebben ze getracht een plek te vinden binnen de ggz. Die geschikte plek was er niet, geen enkele instelling had ruimte om haar op te vangen en de nodige zorg te bieden. Toen de jongedame in kwestie weer buiten het politiebureau stond, kregen diezelfde collega’s binnen tien minuten weer een melding. Of zij dezelfde dame wederom van het spoor konden oppikken.
Dit verhaal staat niet op zichzelf. In 2018 is de politie in totaal 96.000 keer uitgerukt naar aanleiding van een melding ‘verwarde personen’, zoals dit wordt genoemd. Het gaat vaak over mensen in acute psychische nood, die wanhopig vragen om hulp of niet in staat zijn om de zorg te vragen die nodig is. Het kabinet kan niet de jeugdzorg uithollen, het aantal opnameplekken in de psychiatrie drastisch verminderen en vervolgens naar de politie kijken om op te draaien voor de ingrijpende gevolgen van een falend zorgsysteem. Zo ontstaan er onrealistische verwachtingen van het politieapparaat. Dat is bedoeld om veiligheidstaken uit te voeren en kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor de zorg voor kwetsbare mensen in psychische nood, die thuishoren in ggz en jeugdzorg.
Afbraak van de verzorgingsstaat
Dat de politie kampt met grote personeelstekorten en dat de zorgsector kampt met hetzelfde probleem, is geen nieuws. Toch doet het kabinet te weinig om dit vraagstuk aan te pakken. Tel daarbij op dat de afbraak van de verzorgingsstaat heftige consequenties heeft voor de politie en andere betrokkenen, en er ontstaat een negatieve spiraal van een publieke sector onder druk.
Die ‘verwarde mensen’ uit de nieuwsberichten, hebben voor de agenten en hulpverleners een gezicht. Er spreekt wanhoop uit en hulpverleners voelen zich onmachtig, omdat ze niet de zorg en nabijheid kunnen bieden die noodzakelijk is. De korpschef van de Nationale Politie deelde onlangs cijfers, waaruit blijkt dat meldingen van overlast door verwarde personen in een jaar met 10 procent is toegenomen. En 113 Zelfmoordpreventie presenteerde afgelopen donderdag een onderzoeksrapport met schokkende conclusies. Er is een directe relatie tussen meerdere zelfdodingen en het gebrek aan passende zorg en opnameplekken. Oftewel, het verlies van een dierbare was wellicht te voorkomen geweest, als er niet zo’n crisis was ontstaan in de ggz en de jeugdzorg.
Waterbedeffect
De jarenlange uitholling van de zorg is verantwoordelijk voor het waterbedeffect dat gevolgen heeft voor de politie. Van politieagenten wordt verwacht dat zij oppakken wat de zorg niet kan bieden. Maar deze verwachting kan nooit waargemaakt worden. Ook de wijkagent, die voor 80 procent van de tijd in de wijk moet zijn, draait nu niet zijn dienst volledig in de wijk, maar werkt ook bij noodhulp of heeft extra beveiligingstaken. Hiermee trekt de politie niet alleen weg uit de wijk, maar komt die ook niet meer achter de voordeur. Een belangrijke rol in de vroege signalering van mogelijke problemen gaat daardoor verloren.
Hoe kan het dat in een welvarend en beschaafd land de zorg aan de kwetsbaarste mensen zo tekort schiet? Dat de politie mensen in nood moet oppikken, omdat er geen plek is bij een hulpverleningsinstantie? Het kabinet moet de grootste prioriteit geven aan het lijmen van de breuken in ons zorgsysteem en stoppen met taken op het bordje van de politie te schuiven die daar niet in eerste instantie thuis horen.
Zorg ervoor dat agenten en zorgprofessionals weer gezamenlijk de wijken in kunnen trekken, achter de voordeur kunnen komen waar dat nodig is en kinderen op tijd de zorg kunnen bieden, om te voorkomen dat mensen ontsporen.
Louis de Mast, coördinator Lijm de Zorg – voor betere jeugdzorg en ggz
Nine Kooiman, bondssecretaris van de NPB.