Paul Lathouwers NPB-eenheidsbestuurder

Jaar met een kater

Voor mij als NPB-bestuurder eindigde 2019 professioneel gezien behoorlijk in mineur. Als je ziet met welke problemen NPB-leden zich de laatste maanden van dat jaar bij onze bond hebben gemeld, dan is er maar één conclusie mogelijk: door de personeelstekorten neemt de druk op de rechtspositie en de privélevens van politiemensen nog altijd toe. Dat irriteert me enorm.

Natuurlijk was 2019 niet op alle fronten een mislukt jaar. De NPB wist opnieuw de nodige successen te boeken, waaronder extra geld voor zeden, het pensioenakkoord (dat het in ieder geval fiscaal weer betaalbaar maakt een vroegpensioenregeling voor de politiesector af te spreken met de werkgever) en natuurlijk de rechtshulp voor talloze individuele collega’s, waaronder opvallend veel PTSS-slachtoffers. Ook heel positief vind ik televisieprogramma’s als Bureau Burgwallen en Dienders, die de burgers op een aantrekkelijke en realistische wijze kennis laten maken met het mooie politievak.

Verlof en modaliteiten
Op deze prestaties mogen we best trots zijn met zijn allen. Toch ben ik behoorlijk negatief over het einde van 2019. Natuurlijk is al langer bekend dat de politie kampt met enorme capaciteitsproblemen en dat we al een paar keer noodgedwongen grenzen hebben verlegd als het gaat om de bezetting. Maar de laatste tijd lijkt het wel alsof er geen heilige huisjes meer bestaan. Ondanks de grote bezettingsproblemen kwamen we er tot voor kort meestal wel uit met het korps als het ging om bijvoorbeeld verlofverzoeken en modaliteiten (werkweekpatronen).

Momenteel worden we echter geconfronteerd met een vloedgolf aan afwijzingen van verlofaanvragen, zowel voor losse dagen als voor vakantie. Daarnaast zien we modaliteiten waarvan wordt afgeweken of die worden afgewezen of ingetrokken – zonder dat deze besluiten ter goedkeuring aan de modaliteitencommissie worden voorgelegd.

Goed overleg
Enorm vervelende en ingrijpende besluiten, die ten koste gaan van het privéleven en de familievakanties van collega’s. En hoe moet dat bijvoorbeeld met de alleenstaande moeder van wie de 4x9-werkweek plots wordt ingetrokken, terwijl ze geen oppas kan krijgen/betalen voor de extra werkdag? Deze door het korps genomen besluiten zijn vaak slecht gemotiveerd en dus voer voor juristen. Maar wij willen juist zoveel mogelijk via goed overleg aan de voorkant tot een oplossing komen. Het is erg jammer als je door dit soort besluiten in een rechtszaak tegenover je leidinggevende komt te staan. Bovendien zijn er ook veel collega’s die er uit loyaliteit (soms ook uit angst) voor kiezen geen procedure te starten.

Het is trouwens ook voor leidinggevenden en planners niet prettig om onder operationele druk dit soort beslissingen te moeten nemen. Zij willen de collega’s natuurlijk ook zoveel mogelijk tegemoet komen en zorgen voor een goede balans tussen werk en privé. Voor hen moet het ook lastig zijn dat ze niet altijd ten gunste van het personeel kunnen beslissen.

Belabberde planning
De werkvloer krijgt nu de rekening gepresenteerd voor de belabberde strategische personeelsplanning van de afgelopen jaren en het ontbreken van de politieke wil om te investeren in nieuw personeel en daarmee het korps gezond te houden. Het personeel is daar niet verantwoordelijk voor, maar wordt wel de dupe van de gevolgen. Ik kan me daar erg over opwinden.

Wat gaat de toekomst ons brengen? Uit alle berekeningen blijkt dat de personele krapte tot 2023 sowieso alleen maar erger zal worden. Dat is zorgwekkend en ik vraag me dan ook regelmatig af of we de afgelopen jaren misschien niet te mild zijn geweest voor de politiek en of daar in 2020 geen verandering in zou moeten komen.

Ondanks dit alles wens ik iedereen een gezond en voorspoedig 2020. Eén ding is zeker: bij problemen op het gebied van werk en inkomen kun je ook in het nieuwe jaar weer rekenen op de best mogelijke hulp van de bond.

Meer over:
Blog