Ja, deze extra toeslag wordt ook uitbetaald aan medewerkers die hun overwerktoeslag normaal gesproken in vrije tijd (levensfase-uren) laten uitkeren.
Onderhandelaarsakkoord politie-cao 2022-2024
De nieuwe cao-afspraken over de politiesalarissen hebben geen gevolgen voor de beloning van politievrijwilligers. Die krijgen namelijk vrijwilligersvergoedingen in plaats van een salaris/beloning.
Dat wil niet zeggen dat de beloning van politievrijwilligers in 2022 niet verbetert. Hun vergoedingen worden jaarlijks aangepast overeenkomstig de afgeleide consumentenprijsindex (CPI), zoals het Centraal Planbureau die in het Centraal Economisch Plan (CEP) publiceert. (Dit is geregeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling vergoedingen politievrijwilligers.
Op basis van het CEP 2022 bedraagt de afgeleide CPI voor het jaar 2021 2,5 procent.
- Per 1 juli 2022 wordt de vaste vergoeding voor politievrijwilligers per kalenderjaar dan ook verhoogd van € 186,22 naar € 190,87.
- De vergoeding per uur voor politievrijwilligers wordt vanaf 1 juli verhoogd van € 7,77 naar €7,96.
Iedereen die is aangesteld in het domein uitvoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) tot en met schaal 9 komt hiervoor in aanmerking. Of je onder uitvoering valt kun je vinden op http://www.7n.nl/lfnp/domein/Uitvoering.
Door wijziging van wetgeving komt er € 2,5 miljoen extra beschikbaar voor ouderschapsverlof. Het arbeidsvoorwaardengeld dat hierdoor vrijvalt, zal ten goede komen aan andere regelingen op het gebied van arbeid en zorg. De invulling daarvan is nog onbekend. Het streven is om die medio 2022 in de betreffende werkgroep nader te bepalen en te laten accorderen in het formele overleg.
Er zijn geen afspraken gemaakt over een verhoging van de thuiswerkvergoeding. Mocht de wettelijke (belastingtechnische) mogelijkheid uitgebreid worden, dan treden we in overleg met de werkgever.
Het is nog onbekend welke materiële voorzieningen beschikbaar zullen komen vanuit de werkgever. De regeling moet nog nader uitgewerkt worden. De verwachte ingangsdatum is de eerste helft van 2023.
Het gaat om een bedrag van € 100 bruto, zoals gebruikelijk bij beloningsafspraken. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet om een eenmalige uitkering, maar om een blijvende verhoging van de loonschalen. De bonden zijn erg blij met deze structurele verbetering, want daar blijven onze leden dus de rest van hun loopbaan profijt van hebben.
Bovendien is het ook nog eens een verbetering in de vorm van een bedrag (een zogenaamde nominale verbetering), waardoor de collega’s in de lagere schalen er relatief meer op vooruit gaan dan de rest. Zeker in deze tijd is dat een vorm van solidariteit waar de politiebonden zich graag sterk voor maken.
Tot slot komt deze afspraak ook tegemoet aan een andere wens van veel van onze leden: terugwerkende kracht tot 1 januari 2022. Daardoor sluit deze politie-cao qua beloningsafspraken naadloos aan op de vorige – iets waar veel collega’s waarde aan hechten.
LET OP: De verhoging van €100 is van toepassing op alle loonschalen. Hieronder slechts enkele voorbeelden.
Voor de salarisschalen 5 t/m 8 zijn de procentuele verhogingen door de nominale stijging van de salarissen met € 100 als volgt:
- Schaal 5 maximumbedrag wordt € 3.073 = structurele verbetering van 3,25 %
- Schaal 6 maximumbedrag wordt € 3.200 = structurele verbetering van 3,13 %
- Schaal 7 maximumbedrag wordt € 3.469 = structurele verbetering van 2,88 %
- Schaal 8 maximumbedrag wordt € 3.972 = structurele verbetering van 2,54 %
Collega's die zijn ingeschaald in een aspirantenschaal ontvangen vanaf december 2022 alsnog de structurele cao-salarisverhoging van € 100 bruto per maand - die eerste keer met terugwerkende kracht tot uiterlijk 1 januari 2022. Ben je na 1 januari 2022 in dienst getreden? Dan ontvang je in december de salarisverhoging met terugwerkende kracht vanaf het moment van indiensttreding.
Die harde toezegging kregen de politiebonden op 6 oktober van de werkgever (minister van Justitie en Veiligheid + korpsleiding) tijdens hun maandelijkse arbeidsvoorwaardenoverleg. Inmiddels zijn definitieve afspraken gemaakt over de uitbetaling hiervan en dus kunnen aspiranten in december de extra uitbetaling verwachten.
In augustus concludeerde de NPB dat er in de nieuwe politie-cao een onrechtvaardigheid was geslopen. De loonsverhoging met €100 (bruto) per maand was wel afgesproken voor aspiranten met werkervaring (die een salaris krijgen op basis van een ‘gewone’ politieschaal), maar niet voor de collega’s in de speciale salarisschalen voor aspiranten. Volgens de NPB komt dit juridisch neer op willekeur. Daarom zijn we met de werkgever in gesprek gegaan over een (collectieve) oplossing. Die is op 6 oktober dus bereikt.
Aanpassing toelagen/vergoedingen
De bedragen die op het salaris zijn gebaseerd - zoals de vakantietoeslag - worden vanwege de loonsverhoging opnieuw berekend en met terugwerkende kracht aangepast en/of uitbetaald of gereserveerd. Inkomenscomponenten als de operationele toelage en piketvergoeding stijgen niet mee met de verhoging vanaf 1 januari 2022.
Werkgeversverklaring
Collega's die een werkgeversverklaring nodig hebben (bijvoorbeeld voor het aanvragen van een hypotheek), kunnen die aanvragen na 21 december aanstaande. Vanaf dat moment zijn alle verhogingen in de verklaring verwerkt.
Tegemoetkoming eerste studiejaar
Voor alle duidelijkheid: de cao-loonsverhoging van € 100 bruto per maand geldt (nog) niet voor aspiranten die in hun eerste studiejaar geen salaris ontvangen maar een tegemoetkoming. Vanaf het moment dat deze collega's overgaan naar een salarisschaal, krijgen ze uiteraard ook de extra € 100 bruto per maand betaald.
Ja, bij mensen in de WIA worden alle extra inkomsten voor twee derde in mindering gebracht op hun uitkering. Daar is geen technische bypass voor te regelen in de CAO, zo werken de WIA en de belastingwetgeving. Deze korting wordt toegepast bij zowel eenmalige uitkeringen als structurele loonsverhogingen.
Dat is niet in algemene zin te zeggen. Anders dan de WIA werkt de WAO met arbeidsongeschiktheidsklassen. De uitwerking van een loonsverhoging op een WAO-uitkering hangt af van het exacte arbeidsongeschiktheidspercentage dat binnen die klasse is toegekend. Daarnaast is het effect afhankelijk van de indexatie van je maatman, die meestijgt met de algemene loonstijging in plaats van de cao-verhoging binnen de politie.
Stel je zit in de arbeidsongeschiktheidsklasse 45-55 procent en je percentage is 54 procent. Dan zal een loonsverhoging binnen de politie niet snel gevolgen hebben. Dat kan anders zijn als je percentage net binnen deze klasse valt (zoals 46 procent) en de loonsverhoging binnen de politie hoger is dan de algemene salarisstijging in Nederland.
De tegemoetkoming bestaat uit een verdubbeling van de uitbetaalde bedragen aan operationele toelage (OT), verschuivingsvergoeding en overwerktoeslag – ook als deze in tijd (levensfase-uren) is uitgekeerd. Het maximumbedrag aan tegemoetkoming dat in 2022, 2023 en 2024 jaarlijks in december wordt uitbetaald is € 2.500 bruto.
Voor de tegemoetkoming die in december 2022 wordt uitgekeerd tellen de uitbetaalde bedragen in de periode november 2021 tot en met oktober 2022 als grondslag voor de verdubbeling mee. Deze wijze van berekenen geldt ook voor 2023 en 2024.
LET OP: In het geval van ‘ziektemiddeling’ zonder dat er OT is gedraaid, vindt over dat bedrag geen verdubbeling plaats. Dat geldt alleen voor de toelagen vanwege daadwerkelijk gedraaide onregelmatigheid.
Stel je draait alleen OT en die is elke maand € 250. Dan heb je over de maanden november 2021 tot en met oktober 2022 in totaal € 3.000 aan OT uitgekeerd gekregen die meegerekend wordt voor de financiële tegemoetkoming. Aangezien daarvoor het maximum van € 2.500 bruto is afgesproken, krijg je dat bedrag uitgekeerd in december 2022.
Dit is een eenmalige extra uitkering net zoals het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering. Die vallen onder het zogenaamde bijzondere belastingtarief. In de maand van uitbetaling betaal je over de tegemoetkoming daardoor iets meer belasting dan normaal. Het verschil krijg je in 2023 weer terug via de integrale belastingaangifte over 2022.
Volgens de huidige planning wordt volgend jaar een nieuwe pensioenwet van kracht, die de basis vormt voor een meer eigentijds en socialer pensioenstelsel. Onderdeel daarvan zal zijn dat de overheid via fiscale vrijstellingen weer gaat meewerken aan betaalbare afspraken tussen werkgevers en bonden over structurele vroegpensioenregelingen op sectoraal niveau – dus bijvoorbeeld voor de politiesector.
De politiek, werkgevers en bonden hebben echter tijd nodig om dat nieuwe stelsel praktisch uit te werken. Als voorschot zijn tot en met 2025 fiscale vrijstellingen afgesproken om alvast tijdelijke vroegpensioenregelingen mogelijk te maken.
Zonder nieuwe (landelijke) afspraken worden nieuwe vroegpensioenregelingen vanaf 2026 weer fiscaal beboet met een belastingheffing van vijftig procent. Het is deze boete die alle voormalige sectorale vroegpensioenregelen veel te duur maakte en de das om heeft gedaan. (Bewust overheidsbeleid, want zoveel mogelijk mensen langer laten doorwerken was jarenlang het Haagse mantra.)
Het wachten is dus op de concrete invulling van de structurele vroegpensioen-afspraak in het pensioenakkoord. Het heeft geen zin om voor die tijd bij de werkgever aan te dringen op een sectorale vroegpensioenregeling voor de periode vanaf 2026. Zonder duidelijkheid over het toekomstige fiscale beleid is dat onbegonnen werk.
Het maximaal haalbare in de huidige situatie is de afspraak dat de werkgever en de bonden serieus gaan onderhandelen over een structurele vroegpensioenregeling voor de politiesector vanaf 2026 zodra de praktische (politieke) uitwerking van het pensioenakkoord daarbij vaste (financiële) grond onder de voeten biedt. Die afspraak is nu gemaakt.
In de tussentijd blijven de politiebonden zich onverminderd sterk maken voor een spoedige invoering van de nieuwe (fiscale) mogelijkheden voor vroegpensioenregelingen – en dan natuurlijk in een zorgvuldige aansluiting op de tijdelijke RVU, zodat de collega’s die vanaf 1 januari 2026 65 jaar worden niet buiten de boot vallen.
De tijdelijke tegemoetkoming voor extra onregelmatige inzet in jaren van onderbezetting is inderdaad een eenmalige extra uitkering, net zoals het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering. Die vallen onder het zogenaamde bijzondere belastingtarief. In de maand van uitbetaling betaal je over de tegemoetkoming daardoor iets meer belasting dan normaal. Het verschil krijg je in 2023 weer terug via de integrale belastingaangifte over 2022.
Vanwege de opbouw van het startbedrag LFU (levensfase-uren) en het al genoten voordeel, is destijds een knip gemaakt bij 55 jaar of ouder. Viel je in die groep, dan kreeg je geen keuze en bleef je onder de oude regeling vallen. Dat blijft nu dus ook zo. De huidige afspraak is alleen voor mensen die een keuze hebben gemaakt om onder de RPU (Regeling Partieel Uittreden) te blijven vallen en daar spijt van hebben. Voorwaarde hierbij is dat je nog niet daadwerkelijk gebruik hebt gemaakt van RPU.
Nee. Het gaat om de doelgroep die destijds bij invoering LFU bij nader inzien voor de LFU had kunnen en willen kiezen.
De tijdelijke RVU is zoals het woord al zegt ‘tijdelijk’ en loopt per 31-12-2025 af. Volgens het landelijk pensioenakkoord moet er vanaf 2026 een structurele vroegpensioenregeling voor zware beroepen van kracht worden. De politiebonden zullen zich daar onverminderd sterk voor blijven maken – en dan natuurlijk voor een zorgvuldige aansluiting op de tijdelijke RVU, zodat de collega’s die vanaf 1 januari 2026 65 jaar worden niet buiten de boot vallen.
Als er politieke besluitvorming komt tijdens de looptijd van deze cao (01-01-2022 t/m 30-06-2024) die leidt tot een aanvullende afspraak op het pensioenakkoord 2019 met betrekking tot een vorm van vroegpensioen voor bepaalde beroepsgroepen met een zwaar of hoog-risicoberoep, dan zullen partijen met elkaar in overleg treden om de gevolgen daarvan voor de politiesector te bespreken.