Weeffout
Marjan zit in een dienstvoertuig met een collega. Ze is docent rijopleiding en begeleidt collega’s met rijangst en verkeerstrauma’s. In uniform en bewapend gaat ze met hen de straat weer op. De collega naast haar heeft in korte tijd meerdere ongevallen met dodelijke afloop meegemaakt. Ze zijn nog maar net onderweg of ze zien een auto frontaal tegen een boom botsen.
Marjan legt het verkeer stil, begeleidt het slachtoffer en geeft haar getraumatiseerde collega alle aandacht. Zo’n gebeurtenis hakt er mentaal in, ook bij Marjan. Toch krijgt Marjan geen toelage vanwege ‘belastend werk’, zoals haar andere collega’s op straat die wel ontvangen.
De korpschef plaatst alle docenten in een ondersteunende functie, zonder toelage. Hij vergeet dat er ook politiedocenten executief werkzaam zijn en vooral op straat te vinden. Marjan loopt daardoor niet alleen geld mis, maar beschouwt het ook als een miskenning van haar werk. Alsof ze ‘voor de klas staat’. Alsof de praktijk in vele gevallen niet de beste leerschool is.
Het verhaal van Marjan en andere docenten brengt de korpschef tot andere gedachten. Er is hier sprake van een ‘weeffout’. ‘Die fout gaan we rechtzetten’, aldus de korpschef. ‘Het kan even duren, maar het komt goed. In de tussentijd gewoon je werk blijven doen.’
Marjan vertrouwt daarop. Vijf jaar verandert er niets. Ambtelijke molens, u kent dat. Maar dan wordt de functie van Marjan gewijzigd in die van operationeel begeleider. Met een toelage. Praktisch verandert er niets: ze blijft doen wat ze al die jaren doet.
Voor de toekomst is het daarmee geregeld. Maar hoe zit het met de vijf jaren dat Marjan samen met collega’s ook de straat op ging? Terwijl collega’s in die periode wel gewoon hun toelage ontvingen? Voor die periode ontvangt ze een schamele vergoeding die in geen enkele verhouding staat tot de misgelopen toelagen en de gepleegde inzet. Dat was toch niet de afspraak? Marjan is het er niet mee eens en gaat in bezwaar. Het zou toch allemaal goed komen? Daar mocht ze toch op vertrouwen?
Ex-korpschef Gerard Bouman kan er helaas niets meer aan doen. Erik Akerboom, de nieuwe korpschef, kan dat wel. Kom op Erik: doe wat al veel eerder had moeten gebeuren. Zet deze fout echt recht!
Marjan en haar collega’s worden daar zelf ook op afgerekend: recht doen en doen wat je hebt beloofd.