Politie en drugs: uit de kast
Ik wil 65 jaar na dato een misdrijf bekennen. Op mijn negende heb ik bij Gallerie Moderne aan de Hoogstraat in Rotterdam een gum en een inktlapje gegapt. Mijn broer was erbij en verlinkte me bij mijn moeder. Die was slechts 1 meter 57, maar kon heel goed met de mattenklopper overweg. Dat heb ik dus geweten.
Wel eens te grazen genomen met een mattenklopper? Ik zal jullie de details besparen. Het stufje en inktlapje moest ik terugbrengen. Op warme zomerdagen ben ik aan de Boezembocht wel eens met vriendjes over het hek van het spooremplacement tegenover de Algemene Begraafplaats geklommen. Daar werden dagelijks verse groenten aangevoerd, die zeer verleidelijk waren voor dorstige jongens zonder geld en op enige afstand van water uit de kraan. Over het hek dus en komkommers en tomaten meenemen. Ze smaakten voortreffelijk.
Dilemma
Toen ik in 1967 bij de politie solliciteerde, heb ik deze jeugdzonden niet gemeld. Er werd ook niet naar gevraagd. Geen probleem dus. Met drugs, op de lijsten I en II, is het andere koek. Het gebruik daarvan is niet verboden, maar er wordt wel naar gevraagd als je bij de politie solliciteert. Iedereen voelt aan dat dat niet zomaar gebeurt. Je kans op een succesvolle sollicitatie vermindert waarschijnlijk zienderogen als je laat weten dat je drugs hebt gebruikt en dat misschien nog wel (eens) doet.
Menig sollicitant komt daardoor in een dilemma terecht, want zo'n 40 procent van de ‘jongeren’ in ons land heeft wel eens recreatief drugs gebruikt. De overgrote meerderheid daarvan beschouw ik als hele normale mensen. Mensen die de talenten en kwaliteiten kunnen hebben om prima dienders te zijn. Daar kan hun plezier in de uitwerking van een pilletje of een jointje in hun vrije tijd helemaal los van staan.
Gedwongen te liegen
Er lopen inmiddels duizenden collega’s rond die de vraag over hun ervaringen met drugs hebben omzeild of daarop ontkennend hebben beantwoord, wetende dat ze min of meer gedwongen werden om te liegen. Ze hebben zichzelf dus geweld moeten aandoen (liegen over gedrag dat niet verboden is), uitsluitend om in hun favoriete baan – waar ze verder aantoonbaar geschikt voor zijn – aan de slag te kunnen. In feite kennen we bij de Nederlandse politie dus een verborgen, nergens op gebaseerd Berufsverbot, afgedwongen door de (vooral christelijke) hardliners in de politiek en de top van de politie. Discriminatie dus.
Moreel verwerpelijk
Hardliners (onder wie premier Rutte) vinden ‘drugsgebruik’ moreel foute boel. Ze verwerpen het als inherent slecht – zowel op individueel als op maatschappelijk niveau. Ze juichen het toe dat in Nederland het bezit van harddrugs strafrechtelijk verboden is. Dat geldt eigenlijk ook voor softdrugs, maat tot hun verdriet zit in dat laatste verbod een gat: het bezit van softdrugs wordt boven de achttien gedoogd tot maximaal vijf gram voor eigen gebruik. Dat is in hun ogen het jammerlijke gevolg van politieke toegeeflijkheid (‘slapheid’) in de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Gecreëerd probleem
Hardliners lijken niet te beseffen dat het illegaal verklaren van drugsgebruik ook een politiek besluit is – en dus een gecreëerd probleem. Vele eeuwen lang heeft dat verbod NIET bestaan en was het volkomen geaccepteerd dat drugs een rol speelden in het sociale leven, vaak ingebed in culturele milieus of als onderdeel van ceremonies bij religieuze activiteiten. Begin vorige eeuw is dat veranderd, door toedoen van mensen en groeperingen die moeite hadden met drugsgebruik en zich (politiek) zijn gaan inzetten voor een algemeen verbod.
Vrijheid volgens het opperwezen
Tussen twee haakjes: het heeft mij altijd verbaasd hoe vaak de voorvechters van zo’n verbod mensen van (orthodox-)christelijke huize zijn. Dat zijn dezelfde medeburgers die zelf met de regelmaat van de klok hun religieuze vrijheden opeisen. Prima, ik gun ze die graag. Ik gun ze die zelfs uit principe. Maar hoe valt die vrijheidsdrang voor eigen gedrag te rijmen met het fanatisme waarmee ze bereid zijn hun denkbeelden – bijvoorbeeld op het gebied van drugsgebruik – op te leggen aan anderen? Ik vind dat onbegrijpelijk, want daardoor ondergraven ze hun eigen aanspraak op de vrijheid om te mogen leven zoals ze willen.
Andere visie
Ik vind het hoog tijd dat de klok weer wordt teruggezet naar meer liberale tijden. Weg met de huidige insteek van het drugsbeleid (= gebruik strafrechtelijk de kop indrukken). Veel beter is het accepteren van de individuele verantwoordelijkheid voor drugsgebruik in combinatie met het collectief reguleren van de drugshandel, het geven van duidelijke voorlichting over de gezondheidsrisico’s van drugsgebruik (om te beginnen op scholen) en het zorgzaam medisch behandelen van de mensen bij wie het (toch) misgaat.
Stop de war on drugs
Alle dienders die ervaring hebben met het roken van joints en/of het slikken van pilletjes op feestjes: kom vooral uit de kast. Hoewel… wacht nog maar even tot het verstand bij de politietop zegeviert. In de tussentijd kun je je wel vast GRATIS aansluiten bij LEAP Nederland, onze eigen tak van het internationale Law Enforcement Action Partnership.
LEAP is een beweging die zich inzet voor het beëindigen van de zinloze, hopeloze, uitzichtloze, geld, tijd en mensen verslindende war on drugs. Steun de normalisering van het drugsbeleid. Een politiek doel dat ook voor politiemedewerkers van groot belang is! LEAP Nederland is deze zomer opgericht en heeft vooralsnog als uitvalsbasis een pagina op LinkedIn.
Onder de radar blijven
Voor dienders die de beweging wel willen steunen maar niet bekend willen worden, bestaat de optie om onder de radar ‘stealth-supporter’ te worden. Dat kun je in werking zetten door een mailtje naar LEAP-NL@proton.me. Honderd procent gegarandeerd vertrouwelijk!