Geachte premier Rutte!
Bent u alweer een beetje bijgekomen van het tweedaagse debat over de regeringsverklaring? Mooi, dan zou ik u als voorzitter van de NPB-afdeling Den Haag graag even mijn ongerustheid overbrengen over de uitholling van ons mooie politievak door politieke besluiten van uw eerste twee kabinetten. Ik hoop dat uw derde kabinet bereid zal zijn de ongewenste gevolgen van eerdere keuzes onder ogen te zien en herstelmaatregelen te nemen.
Laat ik een paar voorbeelden noemen van ernstige knelpunten in het huidige politiewerk, veroorzaakt door fouten in de opzet en inrichting van de Nationale Politie.
Eenheidsworst
Sinds de komst van de Nationale Politie wordt het werken aan veiligheid centraal aangestuurd. Inspringen op de couleur locale is niet of nauwelijks meer mogelijk. Ik betreur dat, want het benaderen en aanspreken van mensen is echt maatwerk. Dat geldt zelfs binnen de eenheden. In Den Haag bijvoorbeeld maakt het voor je aanpak van allerlei zaken echt verschil of je in de Schilderswijk werkt of in het Westland.
Idealiter zou het zo moeten zijn dat de politiek bepaalt wat er gebeurt en de agent hoe het gebeurt. In de praktijk hebben politiechefs en burgemeesters echter nauwelijks nog invloed op wat er gebeurt. Dat wordt bepaald door de landelijke politiek en centraal aangestuurd vanuit de Nieuwe Uitleg. Daardoor beslist Den Haag in feite over de inzet van de buurtagent. Ook moeten de dienders zich houden aan zoveel protocollen, dat er niet veel ruimte overblijft voor het tonen van verworven vakmanschap.
Het is tijd dat de politiechefs en de burgemeesters weer meer mandaat krijgen over de inzet van hun dienders. Zij weten welk maatwerk er nodig is voor de veiligheid van hun burgers.
Centrale ondersteuning
Sinds 2013 is de ondersteuning weggehaald uit de bureaus. De politiek heeft gekozen voor het ondersteunen vanuit drie centrale torens, omdat dat efficiënter en dus goedkoper zou zijn. Belangrijker is echter de uitwerking van deze centralisatie op de werkvloer. Collega’s kennen elkaar niet meer; de menselijke maat is verdwenen. Het indienen van declaraties, het aanvragen van materialen, het stellen van vragen over het personeelsbeleid – het moet nu zoveel mogelijk digitaal, via een zogenaamd click/call/face-systeem.
Uit persoonlijke ervaring kan ik u vertellen dat dit niet functioneert en veel ontevredenheid heeft opgeroepen. Het heeft er ook toe geleid dat dat dienders dan maar zelf allerlei reparaties en klusjes gaan zitten uitvoeren. Ook is door het centraliseren de papieren rompslomp weer toegenomen. Voor alle duidelijkheid: dit ligt absoluut niet aan de mensen die werken bij de ondersteunende diensten. Het ligt aan het systeem waarin ook zij moeten meedraaien.
Onderbezetting
Als anderen een stap terug doen, zetten wij een stap voorwaarts. Geen diender in Nederland die daar moeite mee heeft. Maar belangrijke voorwaarden zijn dan wel dat je met voldoende mensen bent, die allemaal goed zijn bewapend en getraind. Op al deze punten is er het nodige mis binnen de Nationale Politie.
De afgelopen jaren hebben politieambtenaren een aantal keren stevige vakbondsacties moeten voeren om fatsoenlijke nieuwe arbeidsvoorwaarden af te dwingen. De vraag is of het binnenkort zover gaat komen dat er spontaan actie gevoerd gaat worden uit protest tegen de bovengenoemde knelpunten in de bedrijfsvoering. Ik constateer dat daarvoor bij veel collega’s flink wat animo bestaat.
Valse start
Wij willen ons vak terug en dat vereist een doortastende aanpak van de organisatorische problemen van het korps. Eén ding is duidelijk: daarvoor heeft de korpsleiding politieke steun nodig. Er zal financiële ruimte moeten komen om de gevolgen de valse start van de Nationale Politie in 2013 (niet goed doordacht en met een veel te krap budget) te herstellen.
De hierboven genoemde knelpunten en frustraties op de werkvloer kan ik met talloze voorbeelden aanvullen. Mocht u daarin geïnteresseerd zijn, dan ben ik graag bereid deze blog tijdens een persoonlijke ontmoeting mondeling toe te lichten!