19 juni 2018

Aanpak ziekteverzuim veel te oppervlakkig

Waarom zitten er sinds een jaar of vier zo opvallend veel politiemedewerkers ziek thuis? Dat heeft volgens minister Grapperhaus niets te maken met de organisatorische opzet van en de structurele onderbezetting binnen de Nationale Politie. Politiemensen moeten beter op elkaar en zichzelf gaan letten, dan komt alles goed. Meer dan dit slappe recept heeft het kabinet de komende vijf jaar helaas niet te bieden.

Op woensdag 20 juni bespreekt de Tweede Kamer met minister Grapperhaus het plan van aanpak van korpschef Akerboom voor het terugdringen van het hoge ziekteverzuim bij de Nationale Politie. De minister ziet dat plan helemaal zitten, hoewel het vooral bestaat uit symptoombestrijding en het wegmasseren van ongunstige cijfers.

Andere registratiemethode
Om met dat laatste te beginnen: het ziekteverzuim binnen de Nationale Politie ligt sinds 2015 op 7 procent. Uitgaande van de totale politiesterkte van 60.000 voltijdsbanen is dus op jaarbasis een capaciteit van 4.200 fte’s niet inzetbaar vanwege ziekte. Probeer die maar eens met z’n allen op het Binnenhof neer te zetten – dat gaat je niet lukken.

In zijn brief aan de Tweede Kamer meldt Grapperhaus doodleuk dat Akerboom en hij besloten hebben over te stappen op een andere registratiemethode, waarbij al het ziekteverzuim van langer dan twee jaar buiten beschouwing wordt gelaten. Daardoor zakt het verzuimpercentage in één klap van 7 naar 6,5 procent!

Botox-ingreep
NPB-voorzitter Jan Struijs: 'Een schaamteloze botox-ingreep, waardoor de cijfers er meteen wat prettiger uitzien, zonder dat er iemand extra tijd, aandacht of geld aan de gezondheidsproblemen van de betreffende collega’s heeft hoeven besteden. En per saldo wordt de afwezigheid wegens ziekte er natuurlijk totaal niet minder door!'

Het streven van Grapperhaus en Akerboom is om het ziekteverzuim (vanaf dit jaar nog maar 6,5 procent dus) in vijf jaar tijd met tien procent (lees: 0,65 procent) omlaag te krijgen naar 5,9 procent. Dat zou een terugkeer betekenen naar de percentages in de jaren 2007, 2008 en 2009: respectievelijk 5,6, 5,6 en 5,7. Het gemiddelde ziekteverzuim in Nederland is 4 procent, maar de politiesector zal daar natuurlijk altijd (flink) boven zitten gezien het uitzonderlijke karakter van het werk: volcontinu, hoog risico. De vraag is wel hoe ambitieus het is om vijf jaar uit te trekken voor het verminderen van het ziekteverzuim met 390 meldingen – zeker als je jezelf eerst 300 gevallen cadeau hebt gedaan door ze doodleuk weg te strepen.

Leidinggevende centraal
Ook andere keuzes in het plan van aanpak maken een te vrijblijvende indruk en lijken verdacht veel op het afschuiven van verantwoordelijkheid. Als centrale figuur is bijvoorbeeld gekozen voor de leidinggevende. Die moeten effectiever worden in het voorkomen van ziekmeldingen en het begeleiden van uitgevallen collega’s (lees: hen zo snel mogelijk weer aan het werk krijgen). Ze worden daarvoor ‘beter toegerust’, aldus de minister, ‘via training en bewustwordingscampagnes’. Ook wordt onderzocht of leidinggevenden in de praktijk eigenlijk wel tijd genoeg hebben om de gewenste ‘steun en aandacht’ aan collega’s te geven.

‘Warme aandacht’
Struijs: 'Hier zien we een schrijnend voorbeeld van de maakbare beleidswerkelijkheid waarin politici bij voorkeur hun werkzame leven doorbrengen. In de echte wereld is het iedereen al lang duidelijk dat leidinggevenden binnen de Nationale Politie geen tijd hebben om ‘warme aandacht’ aan hun medewerkers te geven – op welk punt dan ook. Niet voor niets werd dat probleem eind mei tijdens het NPB-congres in Enschede aan de orde gesteld via een congresvoorstel van de afdeling Noord-Nederland. Wij kennen genoeg gevallen van leden die al heel lang thuis zitten (soms ook ziek vanwege een arbeidsconflict) zonder ooit iets horen. Er komt ook best wat bij kijken om uitgevallen collega’s goed te begeleiden: alleen bellen is echt niet genoeg. Om dat deel van hun werk met toewijding inhoud te kunnen geven moeten leidinggevenden andere dingen over de rand laten vallen. En er valt al zoveel over de rand…'

Onvoldoende tijd en ruimte
Het cruciale punt is dat de overbelasting van de leidinggevenden het rechtstreekse gevolg is van de organisatorische opzet van de Nationale Politie. Wil je deze collega’s een serieuze rol laten spelen bij het terugdringen van het ziekteverzuim, dan zul je ze meer moeten geven dan een opleidingsmodule en opfriscursussen. Dan moeten ze de professionele tijd en ruimte krijgen om zich op een geloofwaardige manier namens de werkgever te bekommeren om het functioneren van hun medewerkers – en om tijdig en zorgvuldig te kunnen reageren als hun gezondheid daarbij voor problemen zorgt of dreigt te gaan zorgen.

Maar ja, om die ambitie waar te maken heb je uiteraard meer leidinggevenden en/of kleinere teams nodig. Dat kost geld. En het is strijdig met de (politieke) keuze om de werkverbanden binnen de Nationale Politie uit efficiency-overwegingen zo grootschalig mogelijk te maken.

Efficiency?
Het is uiteraard zeer de vraag hoe efficiënt deze ‘zuinige’ aanpak is – bijvoorbeeld als het gaat om ziekteverzuim. Genoeg tijd voor persoonlijke aandacht per medewerker kan voor een organisatie zeer kostenbesparend uitpakken. Aan de ene kant is niet iedereen die zich (kortstondig) ziek meldt ook echt ziek. Vaak zit daar een sociaal probleem achter waar je als organisatie attent op moet zijn. Aan de andere kant is het riskant om als organisatie af te wachten totdat iemand zichzelf ziek meldt. Sommige collega’s lopen met een kwakkelende gezondheid veel te lang door, wat op termijn kan leiden tot chronische of ernstigste ziekte.

Verplichte keuringen
In hun plan van aanpak leggen Grapperhaus en Akerboom de verantwoordelijkheid voor het ziekteverzuim ook voor een deel bij de medewerkers. NPB-voorzitter Jan Struijs: 'En dan moet je natuurlijk gaan oppassen. Aan de ene kant kondigen ze een ‘communicatiecampagne’ aan, die het personeel zal aanmoedigen actief te investeren in de ‘duurzame inzetbaarheid’ binnen het korps. Bijvoorbeeld door hun conditie op peil te houden, hun eetgewoonten in acht te nemen en meer op (beginnende) gezondheidsproblemen bij collega’s te letten. Daar is niets mis mee uiteraard; je zou het zelfs aan de vrijblijvende kant kunnen noemen. Dat wordt anders als je vervolgens leest dat het korps extra bedrijfsartsen gaat aannemen om preventieve medische onderzoeken en verplichte medische keuringen uit te voeren. Bij dat soort teksten krijg ik een onprettig gevoel. Wat gebeurt er met collega’s die niet door zo’n onderzoek of keuring heen komen?'

Ongezonde praktijken
De maatregelen die de Tweede Kamer krijgt voorgelegd gaan geheel voorbij aan de mogelijkheid dat de gekozen opzet en operationele sterkte van de Nationale Politie voor extra ziekteverzuim zorgen. Grapperhaus en Akerboom kijken in hun plan willens en wetens weg van de jarenlange onderbezetting en de daardoor structureel veel te hoge rooster- en werkdruk. Neem bijvoorbeeld de vele nachtdiensten die jongeren momenteel achter elkaar moeten draaien. Het is algemeen bekend dat nachtdiensten leiden tot (onder andere) overgewicht, hartklachten, suikerziekte, slaapstoornissen – en dus op termijn in veel gevallen tot ziekteverzuim. Mogelijke interventies om deze effecten te beperken zijn lang en breed bekend, maar het korps doet er niets mee. Want dat kost geld.

Managementrituelen
Ook de korpsleiding gaat laten zien dat zij de strijd tegen het ziekteverzuim serieus neemt. Er is inmiddels een portefeuillehouder verzuim benoemd en ook een programmamanager. Die krijgt een programmabureau (‘klein en slagvaardig’ uiteraard) en een klankbordgroep van in- en externe deskundigen. De programmamanager ondersteunt de eenheden bij de analyse van het verzuim en het opstellen van de specifieke eenheids- en teamplannen.

Controledrang
NPB-voorzitter Jan Struijs: 'Kortom: de gebruikelijke rituele stappen in de maakbare beleidswerkelijkheid. In het echte leven hebben leidinggevenden in de eenheid Zeeland/West-Brabant het ziekteverzuim weten terug te dringen van 7,6 naar 5,5 procent door de sturing van bovenaf en alle bestaande protocollen ‘uit te zetten’ en op hun eigen kompas met de zieke collega’s om te gaan. Ik zie echter nog niet zo gauw gebeuren dat deze succesvolle aanpak landelijk wordt overgenomen. Dat zou immers betekenen dat de Nationale Politie zijn ingebouwde controledrang moet loslaten en er binnen het korps echt meer ruimte zou komen voor medewerkerparticipatie – een van die andere beloften van minister Opstelten in 2011/2012.'

Struijs: 'Dat is wel de culturele beweging die vereist is voor een structurele verlaging van het ziekteverzuim naar het laagst mogelijke niveau. Daarvoor is namelijk nodig dat eindelijk eens serieus met de medewerkers gesproken wordt over de stijl van leidinggeven, het gebrek aan eigen invloed op het werk en/of de werkorganisatie, het oplopen van mentale blessures/PTSS, frustraties door (politieke of bedrijfsmatige) stapeling van ‘zinloos’ werk of administratie, gebrekkig onderhoud van kennis en vaardigheden, zinloze en contraproductieve reorganisaties – en nog veel meer waar de collega’s boekdelen over kunnen schrijven.'

Meer over:
VGW