NPB: Agenten verdienen recht op anonieme aangifte
De NPB roept de politiek op agenten het recht te geven ALTIJD anoniem aangifte te kunnen doen van geweld door burgers. De noodzaak daartoe is opnieuw duidelijk door een rechterlijk tussenvonnis dat 23 procederende politiemensen dwingt zich alsnog te identificeren. Zo niet, dan verliezen ze het uitzicht op een schadevergoeding. NPB-voorzitter Nine Kooiman: ‘Dit doet geen recht aan de bescherming die agenten verdienen.’
Het tussenvonnis is op vrijdag 20 december geveld in de strafzaak tegen 57 burgers die nauw betrokken waren bij de rellen die op 26 mei 2024 na de voetbalwedstrijd FC Utrecht – Go Ahead Eagles ontstonden nabij stadion Galgenwaard.
‘Oorlogsgebied’
Een groep van zo’n vierhonderd relschoppers besloot toen uitsupporters van Go Ahead Eagles te lijf gaan. Door ingrijpen van de politie mislukt dat, maar vervolgens keerde de groep zich tegen agenten, stewards en omstanders. Fietsen, stenen, straattegels, vuurwerk en putdeksels vlogen door de lucht. Meer dan tien agenten liepen gehoorschade op, één agent eindigde op de intensive care na bewusteloos te zijn geraakt door een steen. Agenten spraken van een ‘oorlogsgebied’ en vreesden voor hun leven, drie van hen losten waarschuwingsschoten.
Na afloop deden 23 agenten onder nummer (anoniem) aangifte tegen de 57 burgers die door het Openbaar Ministerie zijn aangeklaagd. De collega’s eisen een schadevergoeding van in totaal ongeveer € 120.000.
Geen automatisme
Politiemedewerkers en hulpverleners kunnen in Nederland niet automatisch anoniem aangifte doen. Het Openbaar Ministerie heeft de bevoegdheid om dat toe te staan, maar die afweging wordt dan door de rechter getoetst. In dit geval luidde het oordeel dat een aangifte onder nummer de belangen van de verdediging te veel zou schaden. Door een anonieme aangifte is niet te controleren welke (medische) stukken bij welke agent horen, aldus de rechtbank, en dat is wel nodig bij vorderingen en onderbouwingen. ‘Daarnaast kunnen vergissingen, die niet ondenkbaar zijn bij het aantal vorderingen in deze zaak, niet worden gesignaleerd.’
Doxing
De NPB betreurt het dat de betreffende agenten door de nalatigheid van de politiek opnieuw in een situatie zijn gebracht waarin ze zichzelf moeten beschermen en ook nog eens voor eigen rekening – bijvoorbeeld door af te zien van een mogelijkheid tot schadevergoeding. Politiemensen vragen al heel lang om een goede wettelijke regeling om anoniem aangifte te kunnen doen. De behoefte daaraan is enorm toegenomen door het fenomeen doxing: het naspeuren en verspreiden van persoonsgegevens van agenten op internet en de dreiging van represailles in de privésfeer die dat oproept.
Hoog tijd voor betere bescherming
NPB-voorzitter Kooiman: ‘Het tussenvonnis laat zien dat de huidige regelgeving tekort schiet en het belang van bescherming van politiemensen op informatiegebied onvoldoende onderkend. Het is niet duidelijk hoeveel agenten zich door het tussenvonnis uit de procedure zullen terugtrekken. Zeker is wel dat de collega's die volhouden het enorm lastig zullen vinden om alsnog met naam en toenaam in de gerechtelijke stukken te staan.’