Veelgestelde vragen

Filter: Pensioen (17)
Filter
Klopt het dat de brandweer nog wel een FLO kent?

Nee, dat is een misverstand. Bij de brandweer heeft het Functioneel Leeftijdsontslag weliswaar vijf jaar langer bestaan dan bij de politie, maar sinds 1 januari 2006 is het FLO ook in die overheidssector definitief afgeschaft.

Tot 2006 hadden veel brandweer- en ambulancemedewerkers op 55-jarige leeftijd recht op functioneel leeftijdsontslag (FLO): een vervroegde uittreding met behoud van inkomen. De eerste vijf jaar kregen ze dan een FLO-uitkering van 80 procent van hun salaris. Hadden ze dertig of meer dienstjaren dan was de uitkering zelfs nog iets hoger. De tweede vijf jaar was de uitkering 70 procent. Op 65-jarige leeftijd ging de medewerker met pensioen.

Per 1 januari 2006 werd dit FLO afgeschaft, met name doordat de politiek de oorlog had verklaard aan het fenomeen vroegpensioen – zeker als dat gefinancierd werd met belastinggeld. Nederlanders moesten langer blijven werken en dat werd vanuit Den Haag aangemoedigd door ingrijpende fiscale maatregelen om uitkeringen voor vroegpensioen te ‘ontmoedigen’. Vanaf 2006 kregen werkgevers over dit soort uitkeringen een fiscale boete van 26 procent opgelegd; vanaf 2011 werd die boete verhoogd tot 52 procent.

Voor brandweermensen die op 1 januari 2006 al in dienst waren (en al FLO-rechten hadden opgebouwd) werd een FLO-overgangsrecht afgesproken. Daarbij werd gebruik gemaakt van twee nieuwe financieringsbronnen.

Na de aankondiging van het fiscale ontmoedigingsbeleid waren het pensioenfonds voor de ambtenarensector (ABP), de ambtenarenbonden en de overheidswerkgevers gezamenlijk op zoek gegaan naar manieren om binnen de nieuwe wettelijke (fiscale) kaders toch een vorm van collectief gefinancierd vroegpensioen overeind te houden. In de zomer van 2005 sloten ze een akkoord. Met ingang van 1 januari 2006 gingen ambtenaren sparen voor een ‘versterkt’ ouderdomspensioen vanaf 65 jaar. Voorheen was het opbouwdoel een inkomen vanaf 65 jaar (AOW-uitkering plus aanvullend pensioen) van 70 procent van het middelloon. Nu werd dat doel 82 procent. Er werd dus voortaan meer kapitaal opgebouwd.

Tegelijkertijd werd afgesproken de ingangsdatum van het aanvullend pensioen te flexibiliseren. Vanaf 2006 kon iedereen zijn opgebouwde pensioenkapitaal ook eerder aanspreken voor maandelijkse uitkeringen dan vanaf zijn 65-ste. De ondergrens van dit ABP Keuzepensioen was 60 jaar. Wilde je niet interen op je aanvullende pensioenuitkeringen? Dan was op basis van het Keuzepensioen – de sinds 2006 door extra opbouw ‘versterkte’ pensioenvoorziening – maximaal drie jaar eerder met pensioen gaan mogelijk.

De tweede nieuwe financieringsbron was het toen kersverse levensloopsparen. Als goedmakertje voor het drastisch beperken van de collectieve mogelijkheden om belastingvrij een vroegpensioen op te bouwen konden Nederlanders vanaf 2006 op individuele basis belastingvrij wat kapitaal opbouwen om extra verlof te financieren. Dat verlof kon je tijdens de gehele loopbaan opnemen, maar ook opsparen voor een (extra) vervroegde uittreding aan het eind van je loopbaan. Het gestelde maximum was 210 procent van het salaris – goed voor bijvoorbeeld drie jaar lang uitkeringen van zeventig procent van het salaris voorafgaand aan het ABP Keuzepensioen.

In het FLO-overgangsrecht voor brandweer- en ambulancemedewerkers werd onderscheid gemaakt tussen medewerkers met minder dan twintig dienstjaren en medewerkers met twintig dienstjaren of meer. Die laatste groep kreeg de gunstigste garantierechten: zij behielden de mogelijkheid om vanaf 55 jaar te stoppen met werken, maar de eerste vijf jaar wel tegen maximaal 80 procent van hun salaris. De overige medewerkers moesten tussen hun 55-ste en 59-ste bijvoorbeeld nog enige tijd in deeltijd blijven doorwerken. In alle gevallen bestond de mogelijkheid om meer of langer te blijven werken en zo meer kapitaal over te houden voor de resterende (vroeg)pensioenjaren.

Deze en andere afspraken in het FLO-overgangsrecht berustten op drie sociaaleconomische pijlers: een AOW-gerechtigde leeftijd van 65 jaar, de bestaande fiscale mogelijkheden voor collectieve pensioenregelingen en het belastingvrije levensloopsparen. Zoals bekend zijn deze voorzieningen sinds 2010 behoorlijk ondergraven door de kabinetten Rutte I en Rutte II. De AOW-gerechtigde leeftijd van 65 jaar werd verhoogd. De belastingvrije mogelijkheden voor collectieve pensioenregelingen werden beperkt. Het belastingvrije levensloopsparen werd zelfs weer helemaal afgeschaft.

Dit waren natuurlijk maatregelen die de waarde van het afgesproken FLO-overgangsrecht behoorlijk aantastten. Om de schade zoveel mogelijk te beperken keerden de werkgever en de bonden terug naar de onderhandelingstafel. Dit voorjaar wisten ze een akkoord te bereiken over een update van de gemaakte afspraken. Die voorziet erin dat alle brandweermensen die op 1 januari 2006 FLO-rechten hadden ook bij een AOW-leeftijd van 67 of 68 jaar vervroegd met werken kunnen stoppen, maar dan wel met maximaal 75 procent van hun nettoloon. Ook nu weer geldt: hoe meer dienstjaren op 1 januari 2006, hoe gunstiger de garantierechten. (In deeltijd) doorwerken is niet langer verplicht, wel mogelijk (tot maximaal 59 jaar).

Nogmaals: dit geldt alleen voor de brandweermensen die op 1 januari 2006 al in dienst waren en in de voorafgaande jaren FLO-rechten hadden opgebouwd. Voor de overige medewerkers in fysiek en/of psychisch zware functies is sindsdien sowieso geen FLO-voorziening meer beschikbaar. De werkgever en de bonden hebben afgesproken ervoor te gaan zorgen dat zo’n uitstroommogelijkheid in de toekomst niet meer nodig is. Het is de bedoeling dat medewerkers voortaan hooguit twintig jaar worden ingezet in een bezwarende functies en daarna overstappen naar een lichtere functie, binnen of buiten de brandweer.

Bij het zorgvuldig voorbereiden van deze loopbaanstap worden brandweermensen die sinds 2006 in dienst zijn gekomen door de werkgever ondersteund. Dat wil zeggen: in het eerste dienstjaar van de medewerker stellen ze samen een loopbaanplan vast, gericht op een tweede loopbaan. Dat loopbaanplan wordt iedere drie jaar opnieuw besproken en eventueel bijgesteld.

Wat is ANW-compensatie?

Tot 1 mei 2018 geeft de pensioenregeling van ABP achtergebleven partners van (politie)ambtenaren aanspraak op een extra uitkering bovenop hun nabestaandenpensioen. Dit recht bestaat als ze niet in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering op basis van de Algemene Nabestaandenwet (ANW) of voor het maximale bedrag daarvan. (Anno 2018 keert de overheid alleen nog ANW-uitkeringen uit als de achterblijvende partner meer dan 45 procent arbeidsongeschikt is of kinderen heeft te verzorgen onder de 18 jaar.)

De ANW-compensatie van pensioenfonds ABP wordt aan nabestaanden tot 39 jaar maximaal één jaar uitgekeerd. Oudere nabestaanden krijgen haar tot aan hun AOW-gerechtigde leeftijd. De ANW-compensatie bedraagt maximaal € 11.000 per jaar.

Waarom vervalt de ANW-compensatie?

Vanaf 1 mei 2018 komt de ANW-compensatie in de pensioenregeling van ABP te vervallen. Dat is het gevolg van een herziening van de volledige ABP-regeling, op aandringen van De Nederlandse Bank. Die vond dat het afsprakenpakket tussen de werkgevers en werknemers door jarenlange aanpassingen op allerlei plekken te ingewikkeld was geworden en daardoor de kans op fouten bij de uitvoering te groot.

Bij het vernieuwen van de het regeling hebben de bonden een aantal belangrijke verbeteringen weten af te spreken, met name de opbouw van een hoger nabestaandenpensioen bij overlijden voor 67 jaar: 70 procent in plaats van 50 procent. Bovendien wordt overgestapt op volledige kapitaaldekking. Dit betekent niet alleen dat je de opgebouwde rechten kunt ‘meenemen’ naar een ander pensioenfonds, maar ook dat het kapitaal desgewenst uit te ruilen is voor een hoger ouderdomspensioen. Is een nabestaandenpensioen eenmaal ingegaan, dan wordt het niet meer verlaagd als de partner hertrouwt (geldt ook voor mensen die nu al een nabestaandenuitkering hebben). Ook zijn in de nieuwe regeling verbeteringen van het wezenpensioen afgesproken.

Omdat de regeling moet blijven passen binnen de fiscale spelregels voor het opbouwen van pensioenvoorzieningen hebben deze verbeteringen aan de ene kant geleid tot een verslechtering aan de andere kant: het wegvallen van de ANW-compensatie.

Heeft de NPB ingestemd met het vervallen van de ANW-compensatie?

De NPB heeft ingestemd met de wijzigingen in de pensioenregeling van ABP op voorwaarde dat er een financieel vangnet werd georganiseerd voor de nabestaanden die door het vervallen van de ANW-compensatie in problemen konden komen. Voor alle partners die nu jonger dan veertig jaar zijn zal het verdwijnen van deze voorziening in de meeste gevallen op tijd worden gecompenseerd door de opbouw van een hoger nabestaandenpensioen vanaf 1 januari 2018. Dat geldt niet voor de partners van ABP-deelnemers die nu veertig jaar of ouder zijn. Die kunnen door het afschaffen van de ANW-compensatie in financiële problemen komen als hun man of vrouw komt te overlijden voordat zij zelf de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt.

Het voor de politiesector overeengekomen financiële vangnet bestaat uit een aanvullende ANW-risicoverzekering waar politiemedewerkers op vrijwillige basis en op gunstige voorwaarden gebruik van kunnen maken. In eerste instantie biedt het korps deze mogelijkheid aan in samenwerking met verzekeraar Loyalis. Politiemensen kunnen zich tot 1 april voor deze verzekering aanmelden zonder dat er medische vragen worden gesteld. 

Vind je de Loyalis-optie onvoldoende aantrekkelijk (te duur)? Oriënteer je dan vooral op soortgelijke verzekeringen van andere aanbieders. Dat kan de moeite lonen!

Is het verstandig dat ik me bijverzeker?

Dat is helemaal afhankelijk van je persoonlijke situatie. De verzekering bij Loyalis is alleen bedoeld om de inkomenspositie van partners waarmee langdurig is samengewoond na het wegvallen van jouw inkomen veilig te stellen. Ben je alleenstaand, dan heeft het afsluiten van deze verzekering (op dit moment) dus geen zin. Ook als extra inkomensgarantie voor kinderen is deze verzekering niet geschikt.

Zoals gezegd is de aanvullende verzekeringsmogelijkheid via het korps vooral van belang voor collega’s met partners vanaf veertig jaar, voor wie de verbetering van het nabestaandenpensioen het verdwijnen van de ANW-compensatie niet op tijd zal opvangen. Maar ook in dat geval hoeft het afsluiten van de nieuwe aanvullende verzekering niet altijd noodzakelijk te zijn. Dat hangt af van meerdere factoren. Hoeveel nabestaandenpensioen krijgt de achterblijvende partner van ABP (te bekijken via mijnABP)? Wat voor inkomen heeft hij of zij daarnaast zelf? In hoeverre verminderen de lasten van de partner na het wegvallen van zijn wederhelft? Zijn er al andere inkomensvoorzieningen getroffen wellicht?

Het korps heeft vorig jaar meer dan 100 pensioenambassadeurs opgeleid. Die helpen je graag bij het inzichtelijk maken van de relevante informatie voor het maken van een keuze. NPB-leden kunnen voor overleg en informatie uiteraard ook altijd bij de bond terecht.

Waarom zou ik voor de aanbieding van Loyalis moeten kiezen?

De keuze voor een verzekeraar als je je wilt bijverzekeren is helemaal aan jezelf. Je kunt ook kijken of je bij een andere verzekeraar een geschikt alternatief kunt vinden dat beter bij je wensen of financiële mogelijkheden past. Je kunt ook tijdelijk van de Loyalis-aanbieding gebruik maken en later naar een andere verzekering overstappen.

De voordelen van de aanbieding van Loyalis zijn dat ze naadloos aansluit op de vervaldatum van de ANW-compensatie en je dus doorlopend gedekt bent voor dit risico, dat iedereen wordt geaccepteerd zonder medische vragen en dat je premie wordt ingehouden op je brutosalaris, wat een fiscaal voordeeltje oplevert.

Wat moet ik denken van de meegestuurde afstandsverklaring?

Als organisator van de aanvullende ANW-risicoverzekering is het korps wettelijk verplicht bij de aanbiedingsbrief een standaard-afstandsverklaring mee te sturen. Daarmee kun je de werkgever expliciet laten weten dat je niet wilt meedoen. Het niet-insturen ervan heeft geen gevolgen, behalve dat je nog een paar keer een rappel ontvangt. Het korps moet namelijk kunnen aantonen dat het zich optimaal heeft ingespannen om iedereen de kans te geven een afstandsverklaring in te sturen. Deelname aan de verzekeringsmogelijkheid bij Loyalis gebeurt alleen als je je daarvoor expliciet hebt aangemeld.

De slordige formuleringen in de afstandsverklaring hebben helaas voor veel verwarring gezorgd, met name de alinea over het niet langer betalen van pensioenpremies door de werkgever et cetera. Voor alle duidelijkheid: de aanvullende verzekering maakt geen onderdeel uit van de pensioenregeling van ABP, maar is daarnaast door de werkgever georganiseerd in samenwerking met verzekeraar Loyalis.

Heb je een afstandsovereenkomst ingestuurd, maar verandert je situatie en wil je je alsnog bijverzekeren? Op basis van artikel 5 van de afstandsovereenkomst kun je altijd terugkomen op je eerdere keuze.

Kunnen gepensioneerden zich ook bijverzekeren?

Dat kan in ieder geval niet via de aanvullende ANW-risicoverzekering van Loyalis die nu door de werkgever wordt aangeboden en waarvoor premie-inhouding plaatsvindt op het salaris. Gepensioneerde deelnemers die zich toch met ingang van 1 mei willen bijverzekeren omdat hun partner jonger is dan de AOW-leeftijd, zullen daarvoor een particuliere verzekering moeten afsluiten. Dat kan ook bij Loyalis (maar dan zonder vrijstelling van medische vragen), maar natuurlijk eveneens bij andere verrzekeraars. Er zijn volop interessante aanbiedingen te vinden, ook in lagere prijsklassen.

Wanneer is de coulanceregeling van ABP van toepassing?

Pensioenfonds ABP heeft een coulanceregeling afgekondigd om te voorkomen dat het wegvallen van de ANW-compensatie tot schrijnende situaties leidt. Ben je ongeneeslijk ziek verklaard en kun je dat voor 1 mei aantonen, dan val je onder de coulanceregeling van ABP en krijgt je partner na jouw overlijden toch een ANW-compensatie uitgekeerd. Het maakt in dit geval niet uit of je je wel of niet kunt bijverzekeren via de werkgever.

Onder de coulanceregeling vallen ook ABP-deelnemers die zich nergens kunnen bijverzekeren vanwege hun leeftijd of vanwege arbeidsongeschiktheid EN ABP-deelnemers die zich alleen kunnen bijverzekeren voor een premie die minimaal twee keer de basispremie bedraagt. Om in aanmerking te komen voor de coulanceregeling moeten deze deelnemers zich voor 1 mei 2018 bij ABP aanmelden. Ze komen niet in aanmerking als ze ook gebruik kunnen maken van een collectieve verzekering die via hun werkgever wordt aangeboden - zoals bij de politie het geval is.

Een en ander is op de ABP-website in een schema te bekijken.

ABP-deelnemers kunnen zich aanmelden voor de coulancregeling door het insturen van een ingevuld beoordelingsformulier (telefonisch aan te vragen). Bij een beroep op onverzekerbaarheid wegens leeftijd, arbeidsongeschiktheid of te hoge premie dien je de afwijzing van de verzekeringsmaatschappij mee te sturen met het beoordelingsformulier.

Opmerkelijk genoeg meldt ABP dat de coulanceregeling maar voor vijf jaar geldt. Kom je dus te overlijden na 1 mei 2023, dan krijgt je achterblijvende partner geen ANW-compensatie. Dat vindt de NPB onbegrijpelijk en wat ons betreft is het laatste woord daarover nog niet gezegd.

 

Kan ik zonder medische vragen ANW-verzekerd blijven als ik uit dienst ga?

Ja, dat heeft Loyalis toegezegd. In de uitvoeringsovereenkomst is opgenomen dat bij beëindiging van het dienstverband bij de Nationale Politie de aanvullende pensioenregeling komt te vervallen. Loyalis zal elke ex-deelnemer vervolgens de mogelijkheid bieden om een vervangende aanvullende nabestaandenverzekering af te sluiten, tegen de daarin geldende tarieven en voorwaarden. Daarbij geldt een blanco acceptatie, dus ook dan worden er geen medische vragen gesteld.

De aan- en afmeldprocedure worden nog nader uitgewerkt. Het doel is ervoor te zorgen dat er geen onverzekerde periode ontstaat tussen de beëindiging van het dienstverband en het afsluiten van een individuele verzekering.

Hebben eigen inkomsten van mijn partner invloed op de uitkering van Loyalis?

Nee, bij het uitkeren van een verzekerd bedrag aan ANW-compensatie wordt niet gekeken naar andere inkomsten van de nabestaande.

Verschuift de ingangsdatum van de Loyalis-aanbieding ook naar 1 mei?

Op dringend verzoek van de sociale partners (werkgevers en bonden overheidspersoneel) heeft pensioenfonds ABP medio januari besloten het vervallen van de ANW-compensatie uit te stellen van 1 februari tot 1 mei 2018.

Collega’s die zich al in december of januari voor de aanvullende ANW-verzekering via Loyalis hebben aangemeld, kunnen de werkgever tot 16 februari laten weten dat ze de ingangsdatum daarvan willen verschuiven van 1 februari naar 1 mei. (Dat bespaart je drie maanden premie.) Bij wie zich niet voor 16 februari afmeldt, gaat de verzekering gewoon lopen vanaf 1 februari.

De werkgever stuurt de medewerkers in kwestie een persoonlijk bericht over deze mogelijkheid.

Wat blijft er voor mijn nabestaande over als de ANW-compensatie vervalt?

Het nabestaandenpensioen. De ANW-compensatie was een vangnet voor het versoberen van de ANW vanuit de overheid. De ABP-regeling kent een nabestaandenpensioen bij overlijden van de deelnemer. Sinds 1 januari 2018 bouwen ABP-deelnemers een nabestaandenpensioen op van 70% van het ouderdomspensioen. De afgelopen jaren was dat 50%. Het opgebouwde nabestaandenpensioen zal daardoor voor de meeste huidige deelnemers niet volledig 70% van het ouderdomspensioen bedragen.

Heeft u voor 1996 pensioen opgebouwd bij ABP, dan bestaat over die pensioenjaren ook nog recht op een aanvulling op het nabestaandenpensioen tot de AOW-leeftijd van de partner. Heeft u bijvoorbeeld 15 pensioenjaren voor 1996, dan is de aanvulling € 4.000 bruto per jaar. Op de site van pensioenfonds ABP vindt u daarover meer informatie.

Ik ben nog geen 58 maar wel met RPU. Krijg ik weer volledige pensioenopbouw zodra ik 58 jaar word?

Nee, als je eenmaal ‘te vroeg’ (voor je 58-ste) met RPU bent gegaan, bouw je gedurende de gehele looptijd van de RPU geen pensioen op over de korting op het salaris.

Breid je na je 58-ste je aantal RPU-uren uit, dan bouw je over de extra uren wel volledig pensioen op omdat je dan binnen de fiscale termijn zit. Stel: je hebt nu 11 procent RPU en vanaf 58 jaar breid je dit uit naar 33 procent, dan heb je geen pensioenopbouw over de aanvankelijke 5,5 procent salariskorting. De verdere korting naar 16,5 procent wordt ongemoeid gelaten; over die 11 procent bouw je dan dus wel volledig pensioen op.

Ik ben voor 2018 al met RPU gegaan, maar nog geen 58 jaar. Wat zijn de gevolgen voor mij?

Dat is nog onduidelijk. Daarover voert de werkgever druk overleg met de Belastingdienst. De insteek van werkgever is dat deze collega’s niet met terugwerkende kracht benadeeld mogen worden.

Ik ga mijn RPU-gebruik uitstellen. Heeft het zin om dan bezwaar te maken tegen een al verstrekt RPU-besluit?

Nee, het is in die situatie juridisch niet zinvol om tegen een al verstrekt RPU-besluit in bezwaar te gaan. Zie je vanwege de verminderde pensioenopbouw over de RPU-korting af van RPU-gebruik met ingang van 1 januari 2018, dan zal de NPB je dus niet meenemen in de bezwarenprocedures die worden opgestart (bijvoorbeeld voor collega’s die voor 1 januari 2018 al van de RPU gebruik maakten terwijl ze nog geen 58 waren).

Bezwaar maken levert ook geen tijdwinst op, want het starten van een bezwaarprocedure heeft geen opschortende werking op de korting.