26 juni 2024

Open adviesbrief aan de nieuwe politieminister

Op verzoek van het Brabants Dagblad schreef NPB-hoofdbestuurder Koen Simmers een open adviesbrief aan de nieuwe VVD-minister van Veiligheid en Justitie, David van Weel. Welke drie zaken op politiegebied verdienen met voorrang zijn aandacht en vervolgens zo snel mogelijk concrete maatregelen?

Geachte minister,
 
Het heeft veel politiemensen verheugd dat in het Hoofdlijnenakkoord een apart hoofdstuk staat over de nationale veiligheid. En al helemaal dat in de eerste alinea daarvan de ambitie wordt gemeld om achter politieagenten te gaan staan, ‘zodat zij veilig en met voldoende mensen en middelen hun essentiële werk kunnen blijven doen.’

Als ik u ongevraagd een advies mag geven: zorg dat deze woorden het komende jaar worden waargemaakt. Dat kan om te beginnen door drie urgente maatregelen, die u als politieminister veel vertrouwen zullen opleveren.
 
Zorg voor de agenten
Ten eerste het financieel mogelijk maken van een verlenging van de huidige Regeling vervroegd uittreden (RVU) voor politiemensen. Maak sociaal uitstroombeleid structureel mogelijk voor agenten die tientallen jaren zwaar werk hebben gedaan. Dat is niet meer dan een rechtvaardige erkenning van de slijtage en andere beroepsrisico’s die politiewerk met zich meebrengt. Ik denk daarbij ook aan het weer stijgende aantal collega’s bij wie PTSS wordt vastgesteld.

Op de langere termijn streven de politiebonden en politietop naar een zorgaanpak vergelijkbaar met de veteranenzorg binnen Defensie. Betere arbeidsvoorwaarden op dat punt zijn niet alleen nodig om de huidige collega’s soelaas te bieden, maar ook om het politiewerk voor voldoende nieuwe mensen aantrekkelijk te maken. Om de veiligheidsdoelen uit het Hoofdlijnenakkoord te realiseren is een niet langer onderbezette, maar in alle opzichten gezonde en gemotiveerde politiemacht vereist.

Investeringen zijn onmisbaar
Ook mijn tweede advies dient dat doel: zorg voor een stabiel politiebudget. Momenteel kampt het korps met een structureel tekort van 200 miljoen euro. Dat vermindert zowel de veiligheid in de wijken als de capaciteit om georganiseerde criminaliteit aan te pakken. Daarnaast is nog eens structureel 200 miljoen euro nodig om te kunnen blijven investeren in professionalisering en vernieuwing van digitale systemen en werkprocessen. Investeringen die onmisbaar zijn voor het opbouwen van een politieorganisatie die volledig bij de tijd is.

Dat is geen overbodige luxe, want de onveiligheid in onze maatschappij heeft allerlei nieuwe vormen aangenomen. Denk aan sociale polarisatie, ondermijning, grootschalige drugssmokkel en cybercriminaliteit. Een effectieve aanpak daarvan vereist een zichtbare en benaderbare politie in de wijken. Het gaat dan niet alleen om fysieke aanwezigheid, maar ook om digitaal contact en betrokkenheid bij de gemeenschap. Helaas is juist deze dimensie van het politiewerk flink onder druk komen te staan doordat de politie er steeds meer taken bij krijgt. Dit vormt een risico voor het vertrouwen van de bevolking in de politie.

Aanwezigheid in de wijk
Ik voel mij genoodzaakt om u op te roepen, juist in deze uitdagende tijd, het belang van een politie voor iedereen, onze rechtsstaat en internationale samenwerking en solidariteit te benoemen, borgen, bewaken en verdedigen. In het Hoofdlijnenakkoord staat de doelstelling de aanwezigheid van de politie in de wijk te versterken. Ik adviseer u om daar met voorrang werk van te maken.

Nederland heeft behoefte aan een politie die niet alleen reageert op incidenten, maar ook de tijd en aandacht heeft om proactief te handelen. Dat vraagt om een verschuiving en prioritering in onze benadering: van reactief terug naar proactief en preventief. Maar neemt u van mij als ervaringsdeskundige aan: dit is een aanpak die helpt bij het voorkomen van criminaliteit en het vertrouwen van de burgers in de politie versterkt.

Met vriendelijke groet,

Koen Simmers,
Hoofdbestuurder NPB

Koen Simmers en NPB-voorzitter Nine Kooiman tijdens de RVU-demonstratie op 27 maart 2024.