Jan Struijs Voorzitter NPB

Vroegpensioengaranties graag terug in beeld!

Op donderdag 10 november discussieerde de Tweede Kamer opnieuw over de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Deze wet legt de afspraken uit het pensioenakkoord van 2019 vast in regelgeving en moet Nederland een rechtvaardiger en socialer pensioenstelsel bezorgen. Tot verbazing van veel politiemensen lijkt in dit proces één belangrijke afspraak uit beeld verdwenen: de garantie van vroegpensioenopties voor beoefenaars van zware beroepen.

Het wetsontwerp Wtp biedt nieuwe spelregels voor pensioenfondsen, waardoor hun pensioencontracten beter aansluiten bij de dynamiek van de arbeidsmarkt in de 21-ste eeuw en ook bijvoorbeeld sneller inflatiecorrectie (indexatie) mogelijk is. Verbeteringen die ook voor politiemensen (en hun familieleden) erg belangrijk zijn. Maar dat geldt evenzeer voor een afspraak uit het pensioenakkoord die geen betrekking heeft op de pensioencontracten, maar op de sociaal-economische mogelijkheid om eerder te stoppen met werken voor mensen met een zwaar beroep. 

Fiscale ondersteuning noodzakelijk
De mogelijkheden op dat gebied zijn sinds jaar en dag slechts betaalbaar met fiscale ondersteuning door de overheid. Cao-afspraken over vroegpensioen zijn pas mogelijk als de overheid de financiering tot op zekere hoogte vrijstelt van belastingheffing. Toen de overheid de vroegpensioenregelingen definitief de nek wilde omdraaien, deed ze dat dan ook door het invoeren van een fiscale heffing van maar liefst 52 procent. Ook bij de politie betekende dat zo´n tien jaar geleden de nekslag voor de laatste bestaande vroegpensioenregeling. 

Tijdelijke vrijstelling
In het pensioenakkoord uit 2019 werd afgesproken de fiscale heffing van 52 procent tijdelijk (tot 2025)  te schrappen, zodat de werkgevers en de bonden weer financiële regelingen konden afspreken om de oudste werknemers in zware beroepen te helpen eerder met werken te stoppen. In de tussentijd zou dan verder worden onderhandeld over blijvende (structurele) afspraken om voor mensen in zware beroepen - met fiscale steun van de overheid - sectorale vroegpensioenregelingen mogelijk te maken.   

Blijvende garanties?
Helaas blijken deze besprekingen tot nu toe weinig duidelijkheid of zekerheid op te leveren. Iets dat steeds meer politiemensen steeds onrustiger begint te maken. Een van de laatste daden van minister Koolmees was het politiek afschieten van de optie om iedereen met 45 dienstjaren een aanspraak op vroegpensioen te geven. Vervolgens is het stil gebleven over wat er politiek dan wel haalbaar wordt geacht. 

Erkend zwaar werk
Deze stilte staat in schril contrast met de enorme erkenning en waardering die politici onophoudelijk uitspreken voor de prestaties van politiemensen in moeilijke tijden. Geweld tegen politiemensen, structurele onderbezetting en overbelasting, veel mentale en fysieke blessures. Er lijkt in Den Haag geen twijfel over te bestaan dat politiemensen zwaar werk doen. Daar hoort dan ook bij dat de politiek de verantwoordelijkheid neemt voor een verantwoorde, tijdige uitstroom van deze mensen. Dat wil zeggen: een uitstroom voordat ze volledig versleten zijn. 

Rechtvaardig en sociaal
Ik hoop van harte dat de politiek zich deze verantwoordelijkheid realiseert en de afgesproken garanties op vroegpensioengebied de komende dagen weer serieus in beeld brengt. Bij voorkeur op een manier die politiemensen en andere beoefenaren van zware beroepen weer het vertrouwen geeft dat de overheid ook deze afspraak (op tijd) zal nakomen. Doet ze dat niet, dan zal het nieuwe pensioenstelsel in hun ogen nooit aanspraak kunnen maken op het predikaat rechtvaardig en sociaal.