Nine Kooiman Bondsvoorzitter

Een avond op de meldkamer

Mijn tweejarige zoon is ziek waardoor de wallen diep in mijn gezicht staan. En dat ik nu 15 weken zwanger en vrij misselijk ben, zal vast ook niet meewerken. Een beetje versuft rijd ik naar de gemeenschappelijke meldkamer in Rotterdam om een avonddienst mee te draaien. 'Hoe doen die mensen in blauw dit toch,' vraag ik me verwonderd af. Maar zodra ik Marc zie begrijp ik het. Als er iemand trots is op zijn werk dan is hij het wel en ik word direct gegrepen door zijn enthousiasme.

'De fonkelnieuwe meldkamer', zoals de media nog een half jaar geleden berichtten, kampt volgens de medewerkers met technische storingen, het is enorm gehorig en het is er bedompt en warm. Het nieuwe mooie scherm waar iedereen informatie kan lezen met videobeelden hangt op een plek waar iedereen zijn nek eerst moet verdraaien om goed alles te kunnen volgen. ‘Leuk die technische snufjes,' denk ik nog, 'maar wie heeft hier toch (niet) over nagedacht?'

Het houdt Marc niet tegen. Hij start op drie beeldschermen minstens acht schermen op die hij nauwkeurig volgt. Hij tracht me alles uit te leggen maar eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik het principe wel snap, maar de vele handelingen gaan te snel. Bij elk belletje kom ik drie stappen later erachter over welke melding het nu weer gaat. Marc stelt me gerust: 'Een opleiding voor centralist duurt drie maanden, maar twee jaar voordat je het echt onder de knie hebt.'

Deze week is er veel sneeuw gevallen dus veel meldingen over jongeren die gevaarlijk met ijsballen gooien. Je hoort aan de collega’s op straat dat ze dit niet de meest spannende meldingen vinden, maar oppakken doen ze het allemaal. Wanneer een collega op straat extra auto’s nodig heeft om arrestanten weg te rijden, melden andere collega’s zich spontaan aan. Niet het meest spannende klusje zou je denken, maar de collegialiteit is groot. En wanneer Marc roept: 'Oproep aan alle eenheden, oproep aan alle eenheden…. ondersteuning gevraagd,' melden juist ook collega’s buiten het betreffende werkgebied of ze gekoppeld kunnen worden. Wat ze zeggen over 1 blauwe familie, wordt hier in de meldkamer goed duidelijk.

Ook binnen de meldkamermuren is de solidariteit naar elkaar groot. Even koffie halen, wat eten of zelfs naar de wc gaat eigenlijk niet zonder dat je collega extra taken voor je opvangt (wat vaak genoeg ook niet kan). De meldkamer draait bijna structureel 1 fte onder de bezetting in de avond dus het beroep op andere collega’s is groot. Avondeten vindt dus gewoon op de werkplek plaats. Solidariteit heeft ook een prijs, het ziekteverzuim is met bijna 11% ongekend hoog. Het is een zware last voor de zittende collega’s. Buiten op straat zie je dat ook terug aan de inzet van eenheden. 'Zie jij nog een vrije wagen voor die inbraak niet heterdaad?' is een veelgestelde collegiale vraag op de meldkamer. Heb je veel prio 1-meldingen en minder eenheden op een avond beschikbaar? Dan moet de inbraak niet heterdaad helaas wachten, soms wel 2 uur lang.

Die avond komt er ook een telefoontje binnen van een dame, helemaal overstuur. 'Er is denk ik ingebroken in mijn woning en ik durf niet naar binnen.' Haar tranen zitten overduidelijk in de weg en ze praat onsamenhangend. Ik voel me als toehoorder onmachtig. Zij staat daar maar alleen voor haar deur en ik veilig achter een computer. Maar Marc heeft die onmacht duidelijk niet en zegt nadat hij een locatie heeft: 'Als ik nu met jou samen naar binnen ga, durf je dat? Ik ben bij je.' En warempel wordt de vrouw kalm en zegt 'Ja dat durf ik wel.' Marc zijn toon is rustig en kalm en de vrouw gaat mee in zijn rust. Wanneer ze ziet dat de inbreker er niet meer is en deze niet haar bril heeft meegenomen moet ze huilen van de opluchting of de emotie. Het huis is totaal overhoop, maar haar bril is er nog…

Marc zegt dat hij dit zo mooi vindt van zijn werk. Vorige week had hij nog een man totaal overstuur aan de telefoon waar geen goed woord mee te voeren was. Gek genoeg wisten collega’s van het RTIC dat deze man rustig werd van gabbermuziek. Marc wist de man zover te krijgen dat hij de gabbermuziek opzette en er bleek weer een zinnig gesprek met deze man te voeren.

De meldkamer in Rotterdam krijgt gemiddeld 900 incidenten per 24 uur te verwerken. Die avond hadden we (afdeling cameratoezicht gemeente, meldkamer en de collega’s op straat) bijna een ontsnapte boef uit de Schie te pakken, assisteerden we bij diverse verwarde personen en een vermoeden van een suïcide en zetten we bij een OpCo van een basisteam de vraag uit wie van zijn mensen een slecht nieuws-gesprek kan voeren met familie van een overleden persoon.

Als de avond voorbij is en ik de nacht in rijd, voel ik de wallen weer prikken in mijn gezicht. Maar thuis slapen doe ik niet. Dit keer niet vanwege een zieke zoon, de slaap wil gewoonweg niet vatten. Ruim 8 uur naar drie beeldschermen kijken, twee gesprekken tegelijkertijd proberen te volgen, het geroezemoes van de meldkamer, het blijft suizen in mijn oren. Ik ben zo onder de indruk dat deze mensen zo lang geconcentreerd zo enorm professioneel kunnen handelen. Ze zeggen wel dat vrouwen meerdere handelingen tegelijkertijd kunnen voeren. Nou, Marc kan het, ik heb duidelijk nog wat training nodig!

Meer over:
Blog