Nine Kooiman Bondsvoorzitter

Ode aan het niet slapen

Eén uur 's middags. Ik word na de nachtdienst wakker van de aanhoudende warmte en het zonlicht in mijn slaapkamer. En niet te vergeten van de kinderen die het nu echt zat zijn dat mama al zo’n tijd in bed ligt - welgeteld vier uurtjes nu. Verkreukt begin ik aan mijn weekend. Ik heb die vrijdag een fantastische nachtdienst mee mogen draaien in Amsterdam. Maar het duurt ook tot maandagavond om te ontkreukelen en mijn ritme weer terug te vinden. Het is niet mijn eerste nachtdienst. Toch vraag ik me telkens weer af: ‘hoe hou je dit vol?’

Van melding naar melding
Heb je het ‘geluk’ om je gehele werkzame leven bij de politie op straat te werken, dan draai je gemiddeld dertig jaar lang met enige regelmaat je nachtdiensten. Dat zijn niet de nachtdiensten waarin je zomaar even kunt rusten of pauze hebt. Geen bedjes voor even een dutje tijdens je nachtdienst. Maar aan één stuk door van melding naar melding rijden. En aan het einde van je dienst ook nog proberen je meldingen netjes te verwerken op je computer. Op de meldkamer geldt die druk net zo. Zelfs even wat eten halen of naar de wc gaan, moet goed afgestemd worden met je collega’s. Want meldingen houden zich niet aan jouw ritme.

Nachtwerk is ziekmakend
Dat het omgooien van je dag-nachtritme niet goed is, voelt iedereen eigenlijk direct. Maar dat de risico’s ook enorm zijn, daar is nauwelijks aandacht voor. Het laatste onderzoek van de gezondheidsraad uit 2017 liegt er niet om. Nachtwerk is ronduit ziekmakend en kan leiden tot - ernstige - gezondheidsschade. Op de korte termijn geeft het al nadelige gezondheidseffecten en slaapproblemen. Op de lange termijn verhoogt het het risico op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Het risico neemt alleen maar toe, hoe langer je nachtdiensten draait.

Fysieke uitholling
Als het al niet ernstig genoeg was dat politiemedewerkers binnen dit vak geconfronteerd kunnen worden met mentale blessures, maakt het nachtwerk ook dat je fysiek uitholt. Niet eventjes, maar jaren op een rij. Ik hoor de politiemedewerkers eigenlijk nooit klagen over nachtdiensten, maar desgevraagd herkennen ze die fysieke uitholling wel degelijk.

Tegemoetkomen aan de zorg
Allemaal hebben ze wel ooit eens tips gekregen hoe je je enigszins kan voorbereiden op het nachtwerk. Net een uurtje langer slapen voor de nachtdienst, daarna een langere periode. Niet te zwaar eten tijdens de dienst. Zorg dat je weer zonlicht krijgt wanneer je wakker wordt na een nachtdienst… Daarmee kun je het misschien beter volhouden, maar het doet niets af aan de negatieve gezondheidseffecten. Die poets je niet zomaar weg met een paar preventieve tips. Het is dus niet meer dan logisch dat dit meegewogen wordt in de waardering en erkenning van het politievak. Dat een minister met iets meer komt dan een pakket leuke preventieve maatregelen. Maar ook tegemoetkomt aan de zorg die politiemensen hierdoor ook nodig hebben.

Verschil maken
Laat ik niet zuur eindigen, want klagen zullen politiemedewerkers niet snel. Wanneer ik vraag om een keer mee te draaien, krijg ik altijd de tip om dit te doen in de nacht. Het zijn leuke en ook spannende diensten. Er gebeurt een hoop als een stad steeds meer ondergedompeld raakt in drank en drugs. De politie maakt dan vaak het verschil om de rust te behouden of herstellen in de dorpen en steden. Het is fantastisch mooi werk.

Trots
Als mijn zoontje stuitert op mijn bed omdat hij vindt dat ik wel genoeg heb geslapen, komen er twee vragen. Heeft de politie een boef gevangen en mocht mama daarbij zijn? En heb je op het knopje mogen drukken van het blauwe zwaailicht? Verkreukeld en met een hoofd vol watten moet ik enorm glunderen om zijn vraag. Ja, zeg ik tegen Sem. En samen zijn we trots op al die politiemensen die die nacht de stad toch maar weer veilig hebben gehouden.