10 januari 2020

Afspraken over uitbetaling vakantiedagen bij ontslag

De bonden en de werkgever hebben eind 2019 afspraken gemaakt over de uitbetaling van resterende vakantiedagen bij ontslag. Over het wettelijk verlof van vier weken op jaarbasis wordt vanaf 1 april 2019 niet langer het kale uurloon vergoed, maar ook de onlosmakelijk aan het werk verbonden salariselementen, zoals vakantieloon, eindejaarsuitkering en toelages. Over het resterende, niet-wettelijke verlof wordt het kale uurloon uitbetaald. Deze aanpassing was nodig op basis van jurisprudentie van het Europese Hof waarop de werkgever is gewezen door de NPB.

Er blijft wel sprake van een discussiepunt met de werkgever. De NPB is namelijk van mening dat ook het werkgeversdeel van de pensioenpremie moet worden uitbetaald over de wettelijke vakantie-uren. Daar wil de werkgever echter niet in meegaan. Daarom blijft de NPB over dat punt juridische procedures voeren. Word je geconfronteerd met ontslag, moet er resterend vakantieverlof worden uitbetaald en wil je je aansluiten bij de procedure van de NPB over het werkgeversdeel van de pensioenpremie? Doe dit dan via dit e-mailadres.

Opnemen verlof
Aanvullend op de afspraak over de uitbetaling van vakantiedagen bij ontslag is afgesproken dat bij een aangekondigd ontslag eerst zoveel mogelijk wordt gestuurd op het opnemen van het resterend vakantieverlof. Een uitzondering is bijvoorbeeld mogelijk als de leidinggevende beoordeelt dat dit met het oog op de capaciteit niet verantwoord is. Ook als een medewerker met ontslag gaat wegens ziekte en geen werkzaamheden kan verrichten, geldt een uitzondering op deze afspraak.

Loonkorting
Een andere frictie met jurisprudentie van het Europese Hof die per 1 januari 2020 is opgelost is dat er tijdens vakantieverlof geen sprake kan zijn van de loonkorting wegens ziekte. Na een half jaar ziekte is deze korting 10%, na een jaar 20% en na anderhalf jaar 30%. Overigens is deze loonkorting niet aan de orde bij ziekte wegens een beroepsziekte of een dienstongeval.